IFFR 2005: Eerste verslagen

[header]Woensdagavond opende het 34ste International Film Festival Rotterdam met een speech van Sandra den Hamer en de eerste publieksvoorstellingen[/header]
Woensdagavond opende het 34ste International Film Festival Rotterdam officieel met een mooie speech van Sandra den Hamer, en de eerste publieksvoorstellingen (Sideways van Alexander Payne, die het nieuws over de Oscarnominaties voor zijn film op zijn Rotterdamse hotelkamer vernam).

Gisteren begon het echter pas goed, met zowel voor pers als het ‘gewone’ filmpubliek voorstellingen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Wie wilde kon vanochtend om tien uur aan zijn eerste film beginnen en het pas na middernacht weer voor gezien houden. Maar over het algemeen lijkt men een rustige start te hebben gemaakt. De rijen voor de Centrale Kassa in De Doelen waren niet bepaald intimiderend, en ook het Schouwburgplein was – in ieder geval rond een uur of zes – karakteristiek leeg. Dat zal de komende negen dagen wel anders worden.


Ook ik ben maar eens heel rustig begonnen, met om kwart over drie mijn eerste film, Le chiavi di casa, van Gianni Amelio (Il ladro di bambini).


Een eenvoudig maar met zorg verteld verhaal over een zo te zien succesvolle jongeman die zijn gehandicapte zoon van vijftien (gespeeld door de inderdaad lichamelijk en geestelijk gehandicapte Andrea Rossi) voor het eerst ontmoet als hij hem moet begeleiden naar een speciaal ziekenhuis in Berlijn. Rain Man, maar dan in de echte wereld. Een Europese co-produktie, dus lekker lange begincredits, even tijd om alles wat niet met het IFFR te maken heeft van je af te laten glijden en de juiste mindset voor anderhalve week film kijken te bereiken…

Gianni voert zijn allereerste gesprek met zijn zoon Paolo in de restauratiewagen van de ICE, waar het joch druk in de weer is met zijn Gameboy. Paolo blijkt een opgewekte, vriendelijke jongen te zijn, die het vanzelfsprekend lijkt te vinden dat hij na vijftien jaar ineens met zijn vader op reis gaat. Voor Gianni is het allemaal een stuk moeilijker; hij liet het kind bij de geboorte in de steek, nadat Paolo’s moeder in het kraambed stierf en hij te horen kreeg dat zijn zoon wat ‘problemen’ had. Eenmaal in Berlijn wordt hij geconfronteerd met het lot waar hij toen voor wegliep en waar hij nu toch voor wil kiezen, wanneer hij de oudere Nicole (een doodmoe ogende Charlotte Rampling) ontmoet. Nicole’s hele leven is opgeslokt door de zorg voor haar zwaar gehandicapte dochter, en Gianni moet een paar keer slikken als hij ziet welk pad hij voor zich heeft, maar Paolo heeft onherroepelijk zijn hart gestolen.

De film eindigt als roadmovie in een desolaat Noorwegen, waar Gianni zichzelf eindelijk tegenkomt en Paolo laat zien hoe groot zijn hart is. Op zich een mooie film, van alle opsmuk ontdaan, maar de diepe ontroering bleef een beetje uit. Kim Rossi Stuart maakt als Gianni natuurlijk een grote innerlijke reis naar het vaderschap, maar maakt stukken minder indruk dan Rampling, die met de verbeten trek om haar mond een leven van opoffering verbeeldt. Moeilijk te zeggen of het jongetje goed acteerde; hij was overtuigend genoeg, maar wie weet speelde hij grotendeels zichzelf. Hopelijk kom ik meer te weten in het interview dat ik als het goed is overmorgen met producer Enzo Porcelli heb. [rating 3.5] Meer info



Film nummer twee vandaag: Pusher II


Shit for brains Tonny (Mads Mikkelsen, die nog te zien was in King Arthur) is zo’n beetje de domste crimineel van Kopenhagen. Koud uit de gevangenis klopt de debiele skinhead – met het woord ‘RESPECT’ op zijn achterhoofd getatoeëerd – aan bij zijn vader, een onderwereldbaas die ‘The Duke’ wordt genoemd en allesbehalve debiel is. Tonny wil graag bij zijn ouwe heer in de gunst komen door auto’s voor hem te stelen, en komt triomfantelijk met een Ferrari aanzetten. Pa, die hem toch al voor een stuk stront aanziet, kan hem wel vermoorden: “Die dingen hebben allemaal een chip, jij idioot!” Tonny begrijpt het niet: “Het is een cadeautje hoor!” Alles wat Tonny aanraakt verandert in een catastrofe. Hij kan werkelijk niet meer dan zes seconden vooruit denken, wat ook wel iets te maken zal hebben met het feit dat hij nooit gaat zitten zonder een paar lijntjes te snuiven. Niemand behalve zijn bijna even domme vriend Kurt ‘De Kut’ wil nog met hem op pad, maar met z’n tweeën vormen Tonny en De Kut pas echt een rampzalige combinatie.
Het enige waar Tonny een gevoel voor verantwoordelijkheid voor probeert te kweken, is de baby die hij bij het blonde viswijf Charlotte heeft verwekt. Maar het kan niemand iets schelen wat Tonny wil. Uitgerekend The Duke geeft Tonny welbewust het laatste zetje op weg naar de onvermijdelijke zelfdestructie. Die ongetijfeld trieste slotakte krijgen we niet te zien; we verlaten Tonny bij wat waarschijnlijk zijn laatste poging is te ontkomen aan de hopeloze rotzooi die hij van zijn leven heeft gemaakt.

Pusher II is inderdaad een vervolg op Pusher uit 1996, een film die ik nooit heb gezien en waar ik dus niks zinnigs over kan zeggen. Deze film werd in ieder geval door regisseur Nicolas Windig Refn gefilmd met een cast die voor een groot deel uit echte criminelen bestond (or so they say on IMDb). Mikkelsen is erg goed als leeghoofd Tonny; terwijl hij even oprecht als tevergeefs probeert een samenhangende gedachte te vormen krijg je bijna medelijden met hem, vaker echter moet je wel om hem lachen. Het verhaal eindigt jammer genoeg een beetje als losse flodder, aan de andere kant strookt dat misschien wel heel goed met Tonny’s persoonlijkheid. Pusher III komt eraan, en die wil ik toch eigenlijk ook wel zien. Daarin is Refn dus geslaagd. [rating 3] Meer info




De beste film van vandaag was de Servische film Midwinter Night’s Dream, over een man, Lazar, die na tien jaar afwezigheid terugkeert in het dorp waar zijn moeder woonde. Inmiddels is die overleden, en wonen de alleenstaande vrouw Jasna en haar autistische dochter Jovana in haar huis. Het allereerste wat Lazar doet is de twee het huis uit zetten, maar dat kan hij toch niet over zijn hart verkrijgen. Ze mogen blijven, en gaandeweg vat de stugge man, die een zware last op zijn geweten heeft en met wie duidelijk niet te spotten valt, genegenheid op voor Jasna en Jovana. Op de vrouw wordt hij verliefd, en Jovana probeert hij uit alle macht doen ‘ontwaken’ uit haar autisme – om haar te redden, maar ook zijn ziel.

Het enige dat verschrikkelijker is dan totale troosteloosheid in een film, is wanneer de hoofdpersonen een korte periode van o zo kwetsbaar en voorzichtig genoten geluk wordt gegund, geluk waarvan je de hele tijd aan je water voelt dat het op een vreselijke manier kapot gemaakt zal worden. Hoe meer je om de personages bent gaan geven, hoe naarder die onheilspellende knoop in je maag, en hoe beter de film. Midwinter Night’s Dream is een goeie film. Lazar is een man die zichzelf weer beetje bij beetje de illusie toestaat dat hij een toekomst heeft, met deze warme vrouw en haar hartveroverende dochter. De oorlog heeft diepe littekens bij hem achtergelaten, en regisseur Goran Paskaljevic laat je op subtiele wijze dat Lazar wat dat betreft model staat voor zijn land. Dat mag dan bezig zijn met een wederopbouw, maar de nachtmerries zullen nog wel even beklijven.

Hoofdrolspeler Lazar Ristovski is erg indrukwekkend als de man met het stenen hart die weer hoop vindt, Jasna Zalica doet niet voor hem onder. Een aanrader deze film, behalve als je je niet te bewust wilt zijn van hoe breekbaar menselijk geluk kan zijn. [rating 4] Meer info



NieuwsFilm

meest populair