[header]Toen mij laatst weer eens werd gevraagd of ik niet ook een column wilde schrijven, ben ik maar een beetje door het column-archief gaan spitten, op zoek naar wat hoognodige inspiratie.[/header]Toen mij laatst weer eens werd gevraagd of ik niet ook een column wilde schrijven, ben ik maar een beetje door het column-archief gaan spitten, op zoek naar wat hoognodige inspiratie. Ik bleef hangen bij een stukje van Ruben, over de onderwaardering van de Nederlandse film. Ik lees Rubens columns graag, omdat hij zich zo makkelijk over zaken kan opwinden (een handige eigenschap voor een columnist) en hij zijn ergernis onbevangen op papier weet te zetten. Mij gaat dat moeilijker af; ik ben te flegmatiek, of te relativerend, of te indolent
wat dan ook. Maar bij één van de reacties op die column begon mijn bloed toch lichtjes te borrelen.
Op Rubens suggestie, dat de meeste mensen die over de kwaliteit van Nederlandse films mekkeren hun kennis van de vaderlandse cinema nodig moeten bijspijkeren, reageerde iemand met de opmerking dat hij er alleen op uit was om zijn eigen superieure smaak te etaleren. Dat hij zich beter voelde dan mensen die alleen Flodder hadden gezien (okee, dat laatste heb ik erbij verzonnen, maar het was iets van die strekking). Hoe vaak ik dit soort opmerkingen ook tegenkom - en dat is best vaak - ik blijf me erover verbazen. Zodra je durft te beweren dat jouw smaak verder ontwikkeld is dan die van een ander, dat iemand alleen maar enthousiast is over deze of gene baggerfilm omdat ie te weinig goeie heeft gezien, ben je een arrogante betweter, een zelfingenomen kwal, een snob. Fuck you, denk ik dan. Waarom voel je je zo aangevallen? Als het over wijn ging, en iemand zou je vertellen dat jij als beginnende wijnliefhebber je smaak nog moest ontwikkelen om de grote, complexe wijnen op waarde te kunnen schatten, zou je dan ook zo op je achterste benen staan?
De echte arrogantie en de echte domheid liggen natuurlijk bij diegenen die denken dat ze alles al weten en dat niemand hen meer iets wijs kan maken: de ware snobs die Ozu en Eisenstein liever voor zichzelf houden (want verder is iedereen toch te achterlijk) en de bekrompen geesten die hebben besloten dat filmhuisbezoekers allemaal trieste poseurs zijn. Natuurlijk zijn ze vaak iets te blij met zichzelf, al die liefhebbers van de betere film die hun kennis en smaak zo graag verkondigen. Maar wat ben je nou voor domme boerenlul als je liever die onschuldige ijdelheid belachelijk maakt, dan dat je je voordeel doet met andermans ontwikkeling? Het is eigenlijk maar goed dat ik zo flegmatiek, zo relativerend en zo indolent van aard ben. Anders zou ik me hier toch ongenadig over opwinden.
Meer columns vind je hier.