In Three Times voert de Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien hetzelfde liefdespaar op in drie verschillende verhalen, respectievelijk gesitueerd in 1966, 1911 en 2005. De soms adembenemend mooie beelden en sfeerbepalende muziek zijn geslaagder dan de halfbakken inzichten over immer veranderende obstakels op het pad der liefde.
Het eerste segment, dat zich voornamelijk afspeelt in snookerhallen op het Taiwanese platteland, is meteen het aantrekkelijkste van de drie. May werkt in zon snookerhal en wordt verliefd op de knappe Chen. Veel tijd om op te bloeien krijgt de liefde niet: Chen gaat in dienst en de twee verliezen elkaar uit het oog. Later wil hij haar opzoeken, maar May blijkt alweer elders te werken. Chen reist haar achterna, maar als hij haar uiteindelijk heeft gevonden zit zijn verlof er alweer op.
Schitterend gecomponeerde en uitgelichte beelden, aantrekkelijke acteurs en het zoete sentiment van liedjes als Smoke Gets In Your Eyes zorgen voor een begin waar je heerlijk bij wegdroomt. Dat er niet zoveel gebeurt, is minder belangrijk dan de sfeer van onschuld en romantiek in dit verhaal.
In het tweede gedeelte is zij een topcourtisane en hij haar belangrijkste patroon. Omdat de acteurs het Mandarijn van 1911 niet beheersten is er geen gesproken dialoog, alleen tussentitels en traditionele Chinese muziek. Zij suggereert dat hij haar tot zijn concubine zou kunnen nemen, zoals een andere man met haar pupil heeft gedaan. Hij wil of kan dit niet doen, vermoedelijk vanwege de sociale code. Ook hier compenseren de, in een sereen tempo voorbijtrekkende, visuele hoogstandjes het feit dat de boodschap niet helemaal aankomt.
Helaas eindigt Three Times uitgesproken zwak. Het laatste segment voltrekt zich in het Taipei van 2005; zij heeft een affaire met Chen, maar tegelijkertijd ook een jaloerse vriendin, die haar bestookt met melodramatische emails en smsjes. Het is allemaal erg modernistisch en kil en zij is ineens reuze blasé, zoals het een moderne jongere betaamt. De strekking lijkt dit keer te zijn dat technologie de intermenselijke communicatie verstikt, of zoiets. Ook de betovering van de beelden is minder sterk, misschien omdat het allemaal wat vertrouwder aandoet. Gelukkig zijn het uiteindelijk de prachtige plaatjes uit de eerste twee delen die beklijven.