Wie ooit Misery heeft gezien, zal zich de scène met het wijnglas aan de eettafel herinneren. Daarin heeft het slachtoffer zijn belager bijna overwonnen, maar dan gaat het mis. Don't Move heeft meerdere van dit soort goed uitgevoerde momenten, al is het sterkste aan deze thriller dat het in dit geval de belager keer op keer niet meezit.
Iris heeft een trauma waar ze zich niet overheen kan zetten, dus besluit ze op een ochtend zelfmoord te plegen. Gelukkig duikt een man op die haar wegpraat van de letterlijke afgrond, waardoor Iris terugkomt op haar besluit. Alleen maakt ze zichzelf hierdoor een beschikbaar slachtoffer voor deze man, die een seriemoordenaar blijkt te zijn en haar verdooft. Dus terwijl ze aan hem probeert te ontsnappen verliest ze stukje bij beetje de controle over haar eigen lichaam.
Het leuke aan Don't Move is dat het plot niet vervalt in een kat-en-muisspel, zoals de moordenaar had gehoopt, maar dat het een dag vol tegenslagen voor hem wordt. En dat dan gezien door de ogen van het slachtoffer. Iris slaat op de vlucht en is getuige van hoe het haar achtervolger keer op keer niet meezit. Maar ook voor haar loopt niet alles even soepel.
Don't Move mikt er vooral de kijker te laten juichen voor Iris wanneer ze de moordenaar van zich afvecht, zich voor hem verstopt en het moet uithouden terwijl een leger mieren over haar heen kruipt, met klamme handen een veiligheidsgordel los tracht te krijgen en ga zo maar door. Daarin slaagt de film. Het is makkelijk om je in Iris te verplaatsen, maar het is ook allemaal goed in beeld gebracht en Kelsey Asbille speelt haar beperking overtuigend. Ook is het prettig dat mensen die Iris willen helpen niet te zomaar het lulverhaal van de moordenaar geloven.
Alleen valt de film in herhaling. De invulling van de ene scène is wellicht anders dan die van de vorige, maar de opzet is hetzelfde. Er is zelfs een moment bij een tankstation dat geen enkele andere functie heeft dan spanning. Waarschijnlijk waren de makers zich hiervan bewust, waardoor ze er een moment in stoppen dat Iris doet denken aan haar trauma. Maar als de kijker dat trauma niet is vergeten, waarom zou Iris dan een herinnering nodig hebben? De volledige scène had kunnen worden geknipt en de film had er niets aan gemist.
Niet alleen prooi Asbille is goed bezig, ook jager Finn Witrock is lekker op dreef. In het vierde seizoen van American Horror Story liet hij al zien een sociopaat met onderhuidse emoties te kunnen spelen en dat doet hij hier weer. Uiteindelijk heeft het allemaal niet veel om het lijf, maar het is mooi dat de makers een poging doen om er iets meer van te maken dan een moordenaar die simpelweg zijn ding doet.
Een van de producenten is Sam Raimi, die zelf in 1981 doorbrak met The Evil Dead. Als regisseur heeft hij een hoop op zijn naam staan dat geen horror is, maar als producent lijkt zijn hart nog altijd bij dat genre te liggen. Zijn touch is in Don't Move nergens te bekennen, waaruit blijkt dat hij de regisseur zijn ding liet doen.
Don't Move is een spannende en effectieve thriller, gedraaid in de prachtige Amerikaanse natuur. Toch blijft het jammer dat de film in herhaling valt en geregeld om niets anders gaat dan de kijker een moment van spanning bieden. Ook de titel slaat eigenlijk nergens op. Desondanks een prima film voor griezelmaand oktober.
Don't Move is te zien bij Netflix.