De studio die Walt Disney ooit met veel liefde opbouwde, maakte faam met de eerste avondvullende animatiefilms, maar begeeft zich al enkele jaren op glad ijs. De stortvloed aan live-actionverfilmingen van klassieke tekenfilms is nauwelijks nog bij te houden. Bovendien loopt de kwaliteit van de hedendaagse bewerkingen sterk uiteen. Het begon ooit in 1937 met Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen, waarmee ome Walt het sprookje van Grimm geheel naar zijn hand zette en de iconische beelden claimde.
Het plan om dit meesterwerk met mensen van vlees en bloed te verfilmen was misschien wel riskanter dan welk project dan ook. De terechte aandacht voor inclusiviteit ging regelrecht in tegen een 'realistische' verbeelding van de iconische zeven dwergen.. De eerste trailer, die kleine mijnwerkers liet zien die helemaal uit de computer bleken te komen, zorgde meteen voor veel ophef. Was Snow White nou een gemoderniseerd sprookje of onbedoeld een horrorfilm? Ook Peter Dinklage mengde zich in de discussie, maar kreeg op zijn beurt weer kritiek uit de gemeenschap van andere kleine acteurs.
Daar bleef de consternatie niet bij. Hoofdrolspeelster Rachel Zegler is een latina, waar fans van het kortzichtige soort zich onmogelijk mee konden verenigen. Maar eenmaal gecast begon de actrice uit Spielbergs remake van West Side Story zich te bemoeien met het verhaal van de oorspronkelijke film en het conflict in het Midden-Oosten, wat weer voor ruzie zorgde met haar Israëlische tegenspeelster Gal Gadot. En tot slot toonde Zegler zich op de set een ware diva.
Dit lijken toch echt allemaal voortekenen dat regisseur Marc Webb het hele project maar beter kon afblazen. Hij hield echter voet bij stuk, maar mag de nodige vernietigende recensies tegemoetzien. Het duurt een halfuurtje voor we het korte noeste zevental voor het eerst aan het werk zien, vergezeld van de oorwurm Heigh-Ho. Hun aanblik blijkt de finale klap voor een sprookjesfilm die gebukt gaat onder oubolligheid in het kwadraat en een hoofdrolspeelster die je niet anders dan in seksistische termen kunt omschrijven als een tuttebel.
Even terug naar het begin. Webb en schrijver Erin Cressida Wilson zetten alles op alles om de achterhaalde thematiek en plotelementen van Disneys originele animatiefilm achter zich te laten. Sneeuwwitjes naam is niet langer een verwijzing naar haar huidskleur en ze groeit op bij beide ouders. Het geluk is echter van korte duur. Moeder is terminaal ziek en komt te overlijden, waarna Sneeuwwitjes vader voor de charme van een mysterieuze schone valt, die het al snel voor het zeggen krijgt.
Voor een film die het allemaal eens anders wil aanvliegen, worden de heftige gebeurtenissen die de jonge prinses te verduren krijgt er in een vloek en een zucht doorheen gejaagd, zonder het voornaamste in beeld te brengen. Terwijl daar nu juist de dramatische kansen en verdieping liggen. Als puber wordt Sneeuwwitje gedegradeerd tot hulpje van de boze koningin die keer op keer haar schoonheid bevestigd wil zien door een praatgrage spiegel.
Op een middag maakt de tot huisslaaf gemaakte prinses kennis met Jonathan, de aanvoerder van een stel rebellen die nog steeds vechten voor de belangen van Sneeuwwitjes vermiste vader.
De rest laat zich uittekenen: de nieuwbakken dienstmeid wordt na een vernietigend woord van de spiegel naar het bos verbannen, zogenaamd om appels te plukken.
De makers hebben kosten noch moeite gespaard om het eeuwenoude sprookje een make-over te geven. Niet alleen zet Sneeuwwitje de dwergen nu zelf aan het werk om hun hut schoon te houden, ze gaat ook niet smachtend achter het raam zitten wachten tot de dag aanbreekt dat haar prins arriveert. Het klassieke liedje Someday My Prince Will Come is terecht geskipt. Daarnaast barst de ondersteunende cast van de diversiteit, en dat is nog best verfrissend.
Aan de moderne conventies hebben Webb en zijn team dus wel een (pof)mouw weten te passen. Het gaat, naast de afzichtelijke aanblik van de digitale dwergen (hun hoofden beslaan een derde van hun lichaam), vooral mis bij het opstarten en uitwerken van het plot. Sneeuwwitje is de goedheid zelve, maar haar rechtschapen inborst haal meteen het venijn uit het verhaal. Gadot kan in haar rol van de met juwelen behangen slechterik hoog of laag springen, maar haar stiefdochter weet haar zelfs non-verbaal continu af te troeven met een onuitstaanbare hoeveelheid goeiigheid.
De moderne Disney-studio heeft er een handje van om de geijkte shots uit de immense schat aan animatieklassiekers botweg te kopiëren. Dat is kennelijk de opdracht voor elke regisseur die een remake aandurft. Dit wordt vooral gênant zodra Sneeuwwitje zich omringt met de dieren uit het bos. Het maakt bovenal duidelijk dat de computers overuren hebben gedraaid, waardoor het onderscheid tussen animatie en live-action compleet is komen te vervallen.
Oscarwinnende liedjesschrijvers Justin Paul en Benji Pasek, die we onder meer kennen van La La Land en The Greatest Showman, hebben de soundtrack aangevuld met nieuwe composities, die nauwelijks blijven hangen. Het toch al trage verhaal wordt op gezette tijden opgehouden doordat de ziedende vorstin nog even op muzikale wijze haar punt moet maken, of omdat Sneeuwwitje de emoties van zich af moet zingen.
Het glazuur barst regelmatig van je tanden in deze zoetsappige sprookjesbewerking, die er door de overdaad aan groene schermen plastic uitziet en zo graag divers wil zijn dat het verhaal erbij inschiet. De finale confrontatie tussen Sneeuwwitje en haar machtsbeluste stiefmoeder onderstreept maar weer eens dat vernieuwing twee kanten op kan gaan. Bij Snow White is het overwegend de verkeerde.