Na omzwervingen langs Cannes, Tokio en Singapore, is het Chinese An Unfinished Film eindelijk aangekomen op Nederlandse bodem. Voor een covidfilm lijkt het een lange reis, maar de vijf jaren zijn gauw vergeten zodra het verhaal begint. De weergave van een gedwarsboomd passieproject brengt de pandemie weer akelig dichtbij. Filmmaken wordt een pure overlevingsstrategie voor de crew van regisseur Lou Ye, die net als zijn personages vastzat in quarantaine.
Zelfs voor China's enfant terrible Lou Ye is deze productie ongekend. Oorspronkelijk wilde hij een archieffilm maken over acteur Qin Hao, die in eerdere films van hem speelde zoals Suzhou River en Spring Fever. Met overgebleven takes en materiaal vanachter de schermen zou hij de acteur verschillende rollen laten spelen en de tijdsgeest van China proberen te vangen. Dat de ramp uit Wuhan daarin een rol zou spelen, had niemand voorzien.
Het coronavirus gooide het eerdere uitgangspunt volledig om. Het resultaat is een film in een film: regisseur Xiaorui brengt zijn oude cast en crew samen om een onvoltooide productie af te maken. Het zal de Chinese censuur nooit doorstaan, maar dat geeft niet: ze doen het voor zichzelf, voor elkaar en uit beroepseer. Samen met acteur Jiang Cheng haalt Xiaorui lachend herinneringen op en constateren ze hoeveel er veranderd is sinds hun laatste film tien jaar geleden. Algauw blijkt één nacht genoeg om hun levens op hun kop te zetten.
Tijdens de opnames van de laatste scènes groeit het onbehagen, wanneer de eerste verontrustende berichten uit Wuhan binnensijpelen. Online circuleren filmpjes van afgesloten wegen, en mensen beginnen in het geheim hun koffers te pakken. Dan gaan de deuren van hun hotel op slot en slaat de broeierige sfeer om in pure paniek. Van de ene op de andere dag communiceert de crew enkel nog via schermen vanuit hun hotelkamers: een bepalend moment dat op wereldwijde herkenning kan rekenen.
De chaotische energie van de filmset maakt op brute wijze plaats voor de slopende eenzaamheid van de quarantaine. Vanuit een hotelraam zien we ambulances rijden met weer een nieuw slachtoffer, voor de deur worden lunchpakketten achtergelaten door anonieme mensen in smetteloze pakken. De lockdown in China is lang en hard. Een spontaan feestje op de gang tijdens Chinees Nieuwjaar, een euforische uitbarsting van ongehoorzaamheid, wordt genadeloos de kop ingedrukt. Het uitzichtloze wachten regeert.
Lou Ye vermengt feit en fictie door gebruik te maken van zijn eigen crew en socialmediabeelden. Enerzijds volgt de kijker de surreële ontwikkelingen aan het begin van de Chinese lockdown. Anderzijds spelen de acteurs de wanhopige situaties uit waarvan we alweer behoorlijk zijn vervreemd. Het meest beklijvend is de scène waarin Jiang Cheng (of toch Qin Hao?) langzaam in slaap valt, samen met zijn vrouw aan de andere kant van het telefoonscherm. Zonder contact, perspectief en hoop, maar toch even samen.
De titel van de film verraadt het gebrek aan een einde. De film is eerder een collectieve herinnering dan een afgerond verhaal of fraai vormexperiment. Nooit werd de film afgemaakt, als de rauwe open wond die corona achterliet. Met de jaren voelt die periode steeds meer als een wazige koortsdroom, maar Lou Ye weet die sluier even op te lichten. Wat hij toont, voelt levensecht en nog lang niet geheeld.