'Gladiator II': terug naar het Colosseum
Recensie

'Gladiator II': terug naar het Colosseum (2024)

Ruim twintig jaar na zijn Oscarwinnende epos bewijst regisseur Ridley Scott dat hij nog steeds een prima blockbuster kan maken.

in Recensies
Leestijd: 4 min 6 sec
Update:
Regie: Ridley Scott | Scenario: David Scarpa | Cast: Paul Mescal (Hanno), Pedro Pascal (Marcus Acacius), Denzel Washington (Macrinus), Connie Nielsen (Lucilla), Joseph Quinn (Geta), e.a. | Speelduur: 148 minuten | Jaar: 2024

Na meerdere commerciële tegenvallers keert regisseur Ridley Scott terug naar een van zijn grootste overwinningen. Samen met Paul Mescal en Pedro Pascal, twee van de grootste hedendaagse sterren, trakteert Scott het publiek op een ouderwets spektakel uit de oudheid. Hoewel Gladiator II prima functioneert als een stevig actieavontuur, is het script misschien wat te slaafs tegenover diens voorganger.

Na een prachtige animatiescène die met olieverf de meest iconische momenten uit de vorige film samenvat, opent de film in Numidië, een Romeinse kolonie in Noord-Afrika. Onder leiding van generaal Marcus Acacius valt het Romeinse Rijk de laatste vrije stad binnen en neemt een groot deel van de mannelijke bevolking gevangen tot slaaf. Zo ook de simpele soldaat Hanno, die indruk maakt in lokale arena's. Onder de indruk van zijn grenzeloze haat voor het Romeinse Rijk, koopt slavenhandelaar Macrinus Hanno en belooft hem het hoofd van Marcus Acacius als hij voor hem vecht in het Colosseum.

Aanvankelijk lijkt Gladiator II een andere weg in te slaan dan zijn voorganger, maar zodra Hanno een naam voor zichzelf begint te maken in de gladiatorengevechten wordt steeds duidelijker hoezeer de twee films verbonden zijn. Joaquin Phoenix' keizer Commodus is deze keer in tweeën gesplitst, gespeeld door Joseph Quinn en Fred Hechinger. De tweelingbroers Geta en Caracalla delen samen de keizerlijke troon, en gaan heerlijk over de top met hun witte make-up en bloedlust. Connie Nielsen herpakt haar rol van koningin Lucilla, met wederom een persoonlijke band met de ster van het Colosseum.

Ook Denzel Washington speelt ogenschijnlijk een soortgelijke rol als de vorige film bevatte. Net als Oliver Reed is hij een ex-gladiator die zijn vrijheid heeft gewonnen en nu gladiatoren traint. Maar zijn Macrinus heeft veel grotere ambities dan alleen het vermaak van het Romeinse publiek, en Washington trekt steeds meer aandacht naar zich toe. Met zijn iconische grijns en zelfverzekerde loopje in zijn paarse toga maakt hij zichzelf geliefd in het keizerlijk hof. Voor je het doorhebt, heeft hij het van bijrol tot grote schurk geschopt.

Paul Mescal is fysiek een stuk minder indrukwekkend dan de intimiderende Russell Crowe, maar dat vult hij aan met venijn. Je kunt de haat in zijn ogen zien, en dat maakt hem een geloofwaardige krijger. De gevechten in de arena zijn wederom van uitstekende kwaliteit, en Scott lapt de historie flink aan zijn laars. Gelukkig maar, anders had hij misschien geen haaien in het Colosseum losgelaten. Dit is geen geschiedenisles over het leven van de gewone gladiator, daar is Scotts visie veel te groot voor.

Ridley Scott heeft een eclectisch oeuvre opgebouwd met films uit allerlei genres, die terugkeren naar het verleden of vooruitkijken op de verre toekomst. Hij heeft klassiekers op zijn naam, maar ook enorme flops die door critici verguisd werden. Toch keert hij vaak terug naar een thema waar hij zichzelf ongetwijfeld in herkent: de grote man met een droom. Dit thema zien we in Maurizio Gucci's ambities om van Gucci een wereldmerk te maken in House of Gucci, in Peter Weylands zoektocht naar onze scheppers in Prometheus, en natuurlijk in Napoleon die het verhaal vertelt van misschien wel de grootste eenmansvisionair uit de westerse geschiedenis.

Gladiator ging voornamelijk over wraak, maar het gevecht tussen de gladiator en de keizer was ook een gevecht om de ziel van Rome. Maximus kreeg van zijn mentor Marcus Aurelius de taak om het Romeinse Rijk te bevrijden van keizers en de macht terug te geven aan het volk. Deze keer moet de gladiator niets hebben van Rome. Als een zogenaamde barbaar heeft Hanno zelf meegemaakt wat de uitbreiding van het keizerrijk betekent: velden vol dode soldaten, huilende moeders en duizenden slaven die zullen sterven in de arena.

Wat maakt het hem uit wie er aan de knoppen zit? De Romeinse oorlogsmachine verpulvert toch iedereen aan de grenzen van het rijk. Dit cynisme maakt hem tot zo'n geweldige gladiator; Hanno is een brok van woede. Het is verrassend hoe eerlijk de film is over het mechaniek van het imperialisme. Maar hoe meer Gladiator II zich nestelt in de schaduw van Gladiator, hoe minder gedurfd hij wordt. Zodra een flashback onthult hoezeer de twee films verwant zijn, is het gedaan met de originaliteit.

Wanneer de slotscène aanrolt, wordt heel duidelijk dat Scott en scenarist David Scarpa Rome gebruiken als metafoor voor Amerika: een keizerrijk in verval door het corrupte beleid van incestueuze dictators. Het is wellicht niet verrassend dat de zesentachtigjarige Scott gelooft dat Rome, en dus Amerika, nog te redden valt. Dat een grote man met een droom het heft in handen kan nemen en het keizerrijk kan terugbrengen naar zijn vroegere glorie. Te optimistisch en niet geloofwaardig, maar het blijft natuurlijk een popcorn blockbuster. Voor dik twee uur vermaak zit je in ieder geval goed.