Een van de voornaamste dingen die een film moet doen, is de kijker in zekere mate laten inleven in de emoties van de personages. De doodsangst die men uitstaat in horrorfilms moet overslaan op het publiek, de liefde die opbloeit in romantische komedies zou ook bij de kijker moeten worden aangewakkerd en films waarin de hoofdpersoon zijn grip op de werkelijkheid verliest, zouden je met een onwerkelijk gevoel moeten achterlaten. Maar wat te doen met negatieve emoties als apathie, ergernis of verveling? Vooral die laatste is moeilijk. Film kan allerlei emoties bij mensen losmaken, maar verveling is er een die je zo toch min mogelijk wilt associëren met dit escapistische medium. Jarhead en Wilde Mossels gebruikten verveling als centraal thema, wat er ondanks al hun kwaliteiten in resulteerde dat deze films niet bepaald voor iedereen bleken te zijn weggelegd. Met het Nederlandse Supernova zal dat niet anders zijn.
Supernova is gebaseerd op het Vlaamse jeugdboek Mijn Vader Zegt Dat Wij Levens Redden (een titel die de filmmakers wijselijk genoeg niet hebben overgenomen), maar richt zich niet specifiek op een jong publiek. Regisseuse Tamar van den Dop (vooral bekend als actrice maar eerder ook al verantwoordelijk voor de regie van Blind) maakt er meer een arthousefilm voor volwassenen van. Dat wil niet zeggen dat Supernova ongeschikt is voor jongeren, maar voor de doorsnee tiener zal hij simpelweg niet enerverend genoeg zijn. Het leven van de zeventienjarige Meis is namelijk verre van spannend. Met haar arbeidsongeschikte vader, ontevreden moeder en demente oma woont de introverte tiener op een niet nader genoemde plek op het platteland, in een huis dat zich in een scherpe bocht bevindt. Aan de voorzijde heeft dit huis een extra gevel, aangezien er zo nu en dan een auto uit de bocht vliegt en het huis ramt.
Er wordt in Supernova niet bepaald veel geconverseerd. Daarvoor leven de gezinsleden namelijk op te gespannen voet met elkaar en door hun saaie levens hebben ze elkaar ook maar weinig te melden. In voice-over is Meis echter behoorlijk spraakzaam, vooral als het aankomt op natuurkundige weetjes. Deze illustreren op gepaste wijze haar situatie. Zo is de opmerking dat elke ster in de ruimte omringd wordt door een heleboel niets, vrij eenvoudig te vertalen naar hoe Meis haar leven ziet. Verder lepelt ze voor de kijker erotische teksten op uit doktersromannetjes (wat aansluit bij haar ontluikende seksuele gevoelens) en zijn veel van haar gedachten hoorbaar. Dat laatste had achterwege mogen worden gelaten, omdat er zaken worden toegelicht die op dat moment al prima op visuele wijze zijn gecommuniceerd. Dat Meis' moeder hoogtevrees heeft en dus in paniek raakt wanneer haar dochter op een dak zit, is geheel duidelijk zonder de voice-overtoelichting.
Gedurende het eerste uur van de film gebeurt er bijzonder weinig, waarmee je als kijker deelt in de dodelijke verveling die Meis dagelijks ondergaat. De saaiheid heeft dus een functie, maar dat Meis' leven saai is, zou voor iedereen binnen de eerste tien minuten overduidelijk moeten zijn. De film vervalt daardoor in de eerste helft geregeld in herhaling, wat de interesse voor de personages helaas niet ten goede komt. Na enige tijd wordt door de komst van een onverwachte logé de zaken in huis op scherp gezet, maar tot dat moment is de verveling dusdanig breed uitgemeten dat het je waarschijnlijk niet zoveel meer kan schelen. Spijtig, want Supernova heeft zijn kwaliteiten (de goed neergezette broeierige sfeer en de hoofdrol van Gaite Jansen in het bijzonder), maar de film zou met een halfuurtje minder waarschijnlijk beter uit de verf zijn gekomen.