Eind 2018 kleurde Frankrijk geel. Waar in het begin van dat jaar mensen nog hun ongenoegen over de Franse politiek via social media uitten, trokken ze in november een geel veiligheidshesje aan en gingen ze de straat op om te protesteren tegen de verhoogde belastingen en het beleid van president Emmanuel Macron. In meerdere Franse steden liep de situatie volledig uit de hand en vielen er duizenden gewonden. Een enkeling overleefde de demonstratie zelfs niet. Dat het gewelddadig optreden van de Franse politie daarvan een oorzaak is, wil regisseur David Dufresne aantonen in zijn documentaire Un Pays Qui Se Tient Sage.
Er komen veel sprekers aan het woord, maar ze worden niet geïntroduceerd. Pas aan het einde van de documentaire worden ze met naam en functie of expertise in beeld gebracht. Waarschijnlijk heeft Dufresne voor deze opzet gekozen om zo de onpartijdigheid van de personen te bewaren, maar het schept vooral onduidelijkheid. Bovendien krijg je bij de meeste sprekers uiteindelijk wel ongeveer een idee van hun achtergrond en/of hun rol in de gelehesjesbeweging.
De geïnterviewden zijn allemaal in een donkere ruimte geplaatst en worden vanaf één kant belicht, alsof ze in een verhoorkamer zitten. Een aantal van hen zijn zichtbaar gewond geraakt tijdens de demonstraties, anderen bekijken de protesten vanuit een sociaalhistorisch perspectief. Hierbij wordt specifiek ingezoomd op het geweld dat de Franse politie uitoefende op de demonstranten. Vragen als "wanneer is geweld legitiem?" en "is de politie in Frankrijk er om de staat of om de burger te beschermen?" worden aan de kaak gesteld en in een context geplaatst.
De interviews worden afgewisseld met beelden die demonstranten met hun telefoon hebben gefilmd tijdens de protesten. De beelden zijn niets anders dan schokkend te noemen. Ze tonen hoe meerdere politieagenten met stokken op één persoon blijven inslaan. Hoe ze op wegrennende demonstranten schieten en het vertikken om een ambulance op te roepen. Hoe mensen door granaten geraakt worden en daarbij in één klap hun hand verliezen. De documentaire laat geen bloederig detail achterwegen, dus ja, wat er nog van die hand overgebleven is wordt getoond.
Beelden als deze worden ook aan de geïnterviewden getoond, op groot scherm. Onder andere een demonstrant, een moeder van een demonstrant, een journalist en een secretaris van de nationale politiealliantie reageren op de beelden. Die laatste reageert gepikeerd op wat hij ziet en ziet niet de demonstranten, maar juist zijn collega's aangevallen worden. Terecht merkt hij op dat de beelden niet laten zien wat er aan deze situatie voorafging. Un Pays Qui Se Tient Sage komt inderdaad heel eenzijdig over en staat duidelijk aan de kant van de gilets jaunes. Dit blijkt echter niet de insteek van Dufresne geweest te zijn. Voordat de aftiteling start, toont hij de namen van directeuren van de nationale politie en veiligheidsorganisaties die weigerden of niet mochten spreken. Om het gemis van de tegenpartij op te vullen, heeft de regisseur er enerzijds voor gekozen om de demonstratie en het politiegeweld dan maar in een breder sociaalhistorische context te plaatsen en daarmee de algemene status van de politie in Frankrijk onder de loep te nemen. Anderzijds vertegenwoordigt de groep mensen die hij interviewde een uiteenlopend scala van sociaal-culturele achtergronden en opleidingsniveaus. In dat opzicht heeft Dufresne in ieder geval zijn best gedaan om een eenzijdig verhaal goed te onderbouwen.
Toch vraag je je af hoe de film er uit had gezien als de tegenpartij beter vertegenwoordigd was. Welke discussie was er dan ontstaan? Misschien zegt het ook wel genoeg dat de politie niet vertegenwoordigd wilde zijn. Want is één klap met een stok niet genoeg - als die al nodig was? Was het echt nodig om een wegrennende demonstrant neer te schieten? Of met een granaat te gooien en daarmee mensen voor de rest van hun leven te verminken?
Un Pays Qui Se Tient Sage is te zien bij Picl.