Met The Lost Hum maakt de jonge, Japanse regisseur Hirosue Hiromasa (Kochi, 1978) zijn speelfilmdebuut. Hij speelt zelf de hoofdrol in deze op digitale video gedraaide produktie. Het handelt over een man, die is vastgebonden in een klein appartement, omdat hij een vrouw vermoordde. Haar zus weet niet goed wat ze met hem aan moet en laat anderen dit voor haar en voor henzelf beslissen.
Hasumi, de zus van de vermoorde vrouw, wil er geen autoriteiten bij betrekken, en roept via Internet mensen op om rechter voor haar te spelen. Die rechters komen massaal en nemen uitzonderlijk vaak de rol van beul op zich. Nagamiya wordt bont en blauw geslagen voor het oog van de digitale camera, die hem continu registreert. Op Internet kun je deze martelingen live & direct volgen. Drie scholieren besluiten na een paar foto's van de gevangene te hebben gemaakt met hun mobieltje dat ze hem even anoniem gaan afrossen, en gooien een handdoekje over de camera. Gekapte beulen die de verantwoordelijkheid nemen, maar de consequenties willen ontlopen.
In een setting die precies het midden houdt tussen privé en publiek laat The Lost Hum een keur aan mensen langskomen in het benauwende, maar wereldwijd zichtbare appartement. Eén vrouw wil de man redden door hem met zijn eigen energie te voeden, maar de rest martelen Nagamiya als een onmenselijke manifestatie van kwaad, dat uitgeroeid moet worden, of gewoon omdat zij zelf verknipte zielen zijn. Na enige tijd heeft hij alle motieven en rechtvaardigingen voor de sadistische handelingen wel aangehoord, en wordt hij zelf langzaamaan de onafhankelijke rechter die in dialoog gaat met zijn beulen, en ze uitlokt om hun morele overtuigingen te testen.
Het harde spel van schuld, boete en gerechtigheid in The Lost Hum heeft tijd nodig om op de kijker in te werken, maar blijkt uiteindelijk toch effectief uitgewerkt. De rauwheid die zoveel Japanse cinema kenmerkt, roept hier scherp geformuleerde, relevante vragen op over de rechter en beul in ons allen.