Met zijn tweede speelfilm snijdt de Belgische cineast Bernard Bellefroid, van oorsprong documentairemaker, een heikel onderwerp aan. Is met geld alles te koop, zelfs het moederschap? Het is een vraag waar de succesvolle Britse zakenvrouw Emily al vlug een antwoord op gevonden denkt te hebben. Maar tegen welke prijs? Zelf lukt het niet om zwanger te worden dus reageert Emily op een soort Marktplaats voor draagmoeders op de advertentie van de jonge kapster Melody. Het blonde meisje is dakloos, slaapt net zo vaak in een trapportiek als bij vriendinnen op de bank en sprokkelt haar centen bij elkaar door bij klanten op bezoek te gaan. Elke euro spaart Melody op om op een dag haar eigen kapsalon te openen. Het duo vertrekt naar een kliniek in Oekraïne, omdat het daar nu eenmaal allemaal wat makkelijker gaat, maar Melody is niet helemaal eerlijk tegenover haar Britse zakenpartner.
De werelden van de twee dames kunnen niet verder uiteenlopen, een constatering die Bellefroid in de aftastende fase van de dames uitvoerig uitlicht en verkent. De evidente contrasten blijken deels uiterlijke schijn en dat komt over als een makkelijk trucje om de latere toenadering kracht bij te zetten. Er is nogal wat terecht wantrouwen in het begin, tot Emily vraagt of Melody niet bij haar in wil trekken. Dan blijkt dat elk succesverhaal ook een keerzijde kent. Het lijkt alsof Emily haar schaapjes op het droge en haar leven volstrekt onder controle heeft, maar er gaat een verborgen tragiek achter de vrouw schuil. Melody komt op haar beurt over als een ongeleid projectiel, zelfs misschien wel als een profiteur, maar eigenlijk weet zij veel beter dan haar nieuwe hospita hoe haar toekomst er uit zal moeten zien.
Het moment dat Emily en Melody samen gaan wonen is ook het punt waarop Bellefroid juist inzet op de vele gelijkenissen tussen de vrouwen. Ze komen van verschillende plekken vandaan, maar er ontstaat een bijzondere band tussen de twee juist omdat ze zo veel gemeen hebben. De leefomstandigheden van de kapster, voordat ze bij de rijke Britse intrekt, zijn karig en schrijnend, maar het lukt Bellefroid maar niet om veel sympathie voor het meisje te genereren. Er worden pogingen ondernomen om de zaak extra gewicht mee te geven, maar zo intens en indringend als het werk van zijn landgenoten de broertjes Dardenne wordt het nergens. De thematiek mist ondanks het geëngageerde karakter urgentie en vooral verdieping. Er wordt wat afgejammerd, geklaagd, geruzied en gesnotterd maar Bellefroid en zijn medeschrijver slagen er niet in om nuanceringen in al deze ellende aan te brengen.
Het maakt de zaak onnodig pathetisch en melodramatisch. Er is zeker sprake van een prettige interactie tussen de twee hoofdrolspeelsters Rachael Blake en Lucie Debay maar de actrices krijgen weinig substantieels in handen om hun rollen echt mee uit te diepen. Bellefroid trapt behoorlijk wat open deuren in. Zoals Emily die een pruik draagt en dat nog wel tegenover een kapster. Of aanstaande moeder Melody die in foetushouding op de bank slaapt. Het verdient niet bepaald de originaliteitsprijs. Omdat de vrouwen zo op elkaar aangewezen zijn, is er nauwelijks sprake van invloed van buitenaf. Bellefroid verengt hiermee zijn blik, waardoor Melody veel te vroeg al het kruit verschiet