'Kraven the Hunter': het zoveelste liefdeloos gemaakte tussendoortje in een dichtgeslibd genre
Recensie

'Kraven the Hunter': het zoveelste liefdeloos gemaakte tussendoortje in een dichtgeslibd genre (2024)

Sony heeft nog steeds de rechten op alle Spider-Man-bijfiguren en vormt ook de grootwildjager om tot saaie antiheld.

in Recensies
Leestijd: 4 min 3 sec
Update:
Regie: J.C. Chandor | Scenario: Matt Holloway, Art Marcum, Richard Wenk | Cast: Aaron Taylor-Johnson (Sergei Kravinoff/Kraven), Ariana DeBose (Calypso), Fred Hechinger (Dmitri Smerdyakov), Russell Crowe (Nikolai Kravinoff), Alessandro Nivola (Aleksei Sytsevich/The Rhino), e.a. | Speelduur: 127 minuten | Jaar: 2024

Wanneer schurken ineens de protagonist van hun eigen film worden, gaan de scherpe randjes er meestal direct vanaf. De heruitgevonden titelfiguur in Cruella zou aldus nooit dalmatiërpuppy's doden, ook al had haar geanimeerde voorganger dat nou juist als insteek van haar schurkenplan. Maar wat te doen met een personage dat te boek staat als jager? Sterker nog: een personage waarbij dat woord onderdeel is van zijn naam. Simpel: laat hem op mensen jagen.

Van oudsher is Kraven the Hunter een beroemde jager van groot wild, die wil bewijzen dat hij de ultieme jager is door Spider-Man te vangen. Een lekker ridicuul gegeven, dat hem prima geschikt maakt als superschurk. Maar niet als hoofdpersoon. Toen dit personage zestig jaar geleden werd bedacht plaatste men al wat vraagtekens bij het jagen op groot wild, tegenwoordig wordt dit ronduit verafschuwd. Maar ja, het personage heet nou eenmaal zo, dus daar moet je dan toch iets mee doen. Althans, als je het écht nodig acht om over elke Spider-Man-schurk een eigen film te maken.

De halfslachtige oplossing is dan maar dat Kraven, pardon Sergei (Kraven is zijn alter ego), is opgegroeid met een vader die zijn grote liefde voor jagen poogde door te geven aan zijn zoons. Voor de jonge Sergei resulteerde dat in een dodelijke aanvaring met een leeuw, waarna een magisch goedje van Afrikaanse tarotlezeres (ja, echt) hem niet alleen weer tot leven wekte maar ook voorzag van bovenmenselijke kracht en vaardigheden.

Die leeuw is overigens computergeanimeerd en oogt nauwelijks beter dan wat men bijna twintig jaar geleden uit de computer liet rollen voor de eerste Narnia-film. Helaas is het niet het enige wilde dier in Kraven the Hunter dat niet overtuigt. Het is best begrijpelijk dat filmmakers liever niet met dodelijke dieren werken, maar zolang de technologie er (nog) niet is om een geloofwaardige digitale variant op het scherm te toveren zal het nooit echt spannend worden.

Hoewel Sergei al vroeg in de film afrekent met enkele mensen die zonder goede reden wilde dieren doden, gaat het de schrijvers kennelijk te ver om hem actief achter jagers en stropers aan te laten gaan. In plaats daarvan maakt hij vooral jacht op de gebruikelijke foute mensen: drugsdealers, wapenhandelaren, je kent het wel. Waarom precies? Geen idee, het zal wel iets met de criminele carrière van zijn vader te maken hebben.

De vrouw die hem destijds van zijn bovenmenselijke krachten voorzag, is tegenwoordig advocaat bij een kantoor dat niet louter rechtschapen mensen vertegenwoordigt. Sergei lijft haar in omdat ze hem mogelijk kan helpen bij de mensen die hij niet kan vinden. Echter, ongeveer een uur later verkondigt hij zeer zelfverzekerd: "Ik kan iedereen vinden." Mooi dat hij niet aan valse bescheidenheid doet, maar die uitspraak benadrukt de overbodigheid van zijn partner-in-crime. Het personage is er vooral als klankbord voor de solistische Sergei.

Een aardige opsteker is dat er eens geen megalomane schurk met een dodelijk plan hoeft te worden verslagen, maar dat Sergei simpelweg zijn jongere broer dient te bevrijden van een stel gangsters. Die broer is duidelijk minder sterk en dapper dan Sergei, maar gelukkig niet het verachtelijke rijkeluiszoontje van een Russische gangster waar Hollywood normaal gesproken mee uitpakt. Althans, voor zolang de film dat aandurft. Op het einde wordt namelijk alsnog wat onnodige ontwikkeling geforceerd, in de hoop dat een eventuele vervolgfilm daar iets mee kan doen.

Tot die onnodige ommezwaai krijgt Fred Hechinger in deze rol als enige de kans om wat menselijkheid in de film te injecteren. Ieder ander toont weinig betrokkenheid. Als grimmige Russische gangster schmiert Russell Crowe op de automatische piloot, terwijl Alessandro Nivola als zijn concurrent enige jovialiteit brengt maar nooit echt interessant wordt. In de titelrol doet Aaron Taylor-Johnson het nog best aardig, al zal het in promotionele interviews het vermoedelijk niet gaan over acteeruitdagingen, maar enkel over de hoeveelheid tijd die hij in de sportschool heeft doorgebracht.

Lang niet alles aan Kraven the Hunter is slecht, maar niets ervan ontstijgt de middelmaat. De personages zijn functioneel, maar weinig memorabel. De actiescènes zijn overzichtelijk, maar zelden spectaculair. De dialogen klinken niet volkomen belachelijk, maar komen ook nooit echt tot leven. Twintig jaar geleden zou je een film zoals deze misschien nog afdoen als een aardig tussendoortje, inmiddels voelt het vooral als een vermoeiende verplichting.

In ieder geval is het allemaal wat bloederiger dan gebruikelijk in het superheldengenre. Maar met een held die alles aankan, wordt het ook nooit spannend. Het superheldengenre staat al een poosje niet langer garant voor financieel succes, dus waarschijnlijk zijn de makers de enigen die Kraven the Hunter als spannend zullen ervaren: peentjes zwetend of ze hun geld zullen terugverdienen.