Het gebrek aan een vaste verblijfplaats kan een boel doen met een kind. Dat geldt zeker voor het elfjarige jochie Ramasan. De Tsjetsjeense jongen is samen met zijn moeder naar Oostenrijk gevlucht. Ramasans vader is gesneuveld in de burgeroorlog in zijn thuisland. Daar werpt de jongen zich al snel op als een echte huisman, ondanks zijn jeugdige leeftijd. Zijn moeder spreekt slecht Duits, dus voert Ramasan het woord met de Oostenrijkse vreemdelingendienst. Hij heeft zelfs al door welke antwoorden wenselijk zijn en wat de kansen voor het gebroken Tsjetsjeense gezin, dat verder nog uit twee dochters bestaat, om in Oostenrijk te blijven zo groot mogelijk maken. Zo is er een probleem met de bewijsvoering van de dood van Ramasans vader. Het leven van de jongen wordt compleet op zijn kop gezet als Isa, een oude oorlogsmakker van zijn vader, op de stoep verschijnt. Niet alleen moet de tiener een stap terug doen binnen zijn gezin, de vriend van zijn vader vormt voor hem ook een nieuwe vaderfiguur.
Het Oostenrijkse drama Macondo is genoemd naar een buitenwijk van de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw dient de wijk als opvangplek voor asielzoekers en vluchtelingen. Aanvankelijk waren de vluchtelingen vooral afkomstig uit Oost-Europa, maar gaandeweg kwamen ze ook van verder. De band die de jonge Ramasan met zijn thuisland heeft is uiterst iel. Aan zijn vader heeft hij nog weinig herinneringen en zijn verblijf in Wenen is dan ook vooral gericht op overleven. Zijn levensverhaal wordt geschetst door filmmaakster Sudabeh Mortezai die hiervoor vooral documentaires schoot. Dit verklaart dan ook waarom Macondo de dunne scheidslijn tussen fictie en werkelijkheid verkent. Mortezai knoopte het contact aan met de bevolking van Macondo en probeerde zo de vluchtelingen een gezicht te geven. De uit Iran gevluchte regisseur is zelf kind geweest in Oostenrijk en heeft het leven van Ramasan verinnerlijkt met haar persoonlijke ervaringen.
Mortezai staat bewust niet te lang stil bij de expliciete gruwelijkheden die het gezin uit Tsjetsjenië heeft moeten doormaken. Er wordt nauwelijks direct aan gerefereerd, maar onderhuids is het verleden op alles van invloed. Moeder Aminat heeft het er veel moeilijker mee en staat nog met één voet in Tsjetsjenië. Haar leed blijft grotendeels verborgen voor haar kinderen, al voelt haar zoon de ellende wel aan. Ramasan en zijn familie leven in het nu en moeten wat zien te maken van hun situatie. De filmmaakster stipt hierbij dan ook de onmogelijke spagaat aan waarin de jongen zich bevindt. De omstandigheden hebben hem gemaakt tot een man in het lichaam van een elfjarige. Tegelijkertijd wil hij kind zijn, voetballen met zijn vriendjes en de stoere gast uithangen. De komst van Isa is zowel een opluchting als een extra pressiemiddel voor Ramasan om zijn plek binnen het gezin te behouden. Helemaal lijnvaat is Mortezai overigens niet. Haar verhaal hobbelt vooral in de eerste helft van incident naar incident en mist door de episodische aanpak een duidelijk doel.
Deze makke wordt grotendeels rechtgetrokken door het natuurlijke spel van de amateuracteurs. Hoofdrolspeler Ramasan Minkailov is een brutale verschijning die gemakkelijk de aandacht opeist. Hij valt op tussen zijn leeftijdgenoten, maar ook te midden van volwassenen. Isa is in het begin op zijn hoede en gesloten, maar er ontstaat geleidelijk een obligate band tussen de twee. Het zorgt er bovendien voor dat Ramasan zich meer in zijn eigen achtergrond en historie gaat verdiepen. Zodra duidelijk is in welke richting Macondo zich begeeft gaat de glans er een beetje vanaf. De vader-zoonband die met Isa ontstaat is weinig opzienbarend. Dit Iraans-Oostenrijkse coming-of-ageverhaal verliest kracht zodra de focus te veel op Ramazans omgeving wordt gericht. De momenten waarin de jongen er alleen voor staat maken dan ook de meeste indruk.