Sterben is een intrigerende, gelaagde en eigentijdse film in het rauwe Berlijn met behoorlijk absurdistische momenten. Zoals het films over getroebleerde families betaamt, slaagt Sterben erin om van begin tot eind compleet unheimisch te zijn. Op dezelfde manier waarop binnen families soms niets is wat het ogenschijnlijk lijkt, is Sterben bloedstollend omdat de film ook niet helemaal blijkt te zijn wat hij lijkt. Het is namelijk niet alleen een gitzwarte komedie of psychologisch drama over het verliezen van een vader, maar bespiegelt een tijd waarin mensen koelbloedig voor zichzelf kiezen.
Sterben begint bij de genadeloze aftakeling van de vader. De kinderen worden vooral in beslag genomen door de rommeligheid van hun eigen levens. De broer (Tom) dirigeert een klassiek stuk (geheel bijpassend het gelijknamige stuk 'Sterben'). Het zusje (Lilith) slijt haar dagen als stomdronken nachtegaal in de bar. De broer wil er zijn voor zijn ex-vriendin, die onverwacht zwanger is geworden van een andere man. Het zusje begint een affaire met een collega die thuis een vrouw heeft met kinderen. Het zijn van die levenskeuzes die niet zo opschieten.
Aanvankelijk neem je de kinderen het egocentrisme naar hun ouders toe nog niet zo kwalijk. Ze zijn immers volwassen en uitgevlogen, dus niet meer zo bij het dagelijks leven van hun ouders betrokken. Bovendien worden ze in beslag genomen door hun eigen besognes. De desinteresse van de zoon breekt door zijn geveinsde bezorgdheid en het zusje schittert vooral in haar afwezigheid. Niemand geeft nog om de verwarde vader. De moeder, mantelzorger en hartpatiënt, heeft hierin een bepaalde berusting. Ze reageert dankbaar op de kruimels aandacht die ze van haar kinderen krijgt.
Sterben bestaat uit vijf hoofstukken vanuit verschillende perspectieven en een epiloog 'Liefde'. We volgen de vier familieleden en maken dezelfde dialogen mee vanaf diverse kanten. Dit illustreert hoe de bloedverwanten hun eigen weg bewandelen en zich op elkaar moeten afstemmen. We volgen ze een tijd lang los van elkaar. Ze zijn als losse puzzelstukken waarmee je jezelf het voormalige gezin als geheel probeert voor te stellen.
Hoewel de naderende dood van de vader de gezinsleden wel een soort van samenbrengt, ontvouwt zich langzaam een familiedynamiek tussen de drie familieleden die vooral het gebrek aan de wens om samen te zijn blootlegt. De moeder, de zoon en de dochter lijken vooral koude gevoelens naar elkaar te koesteren. Hun onderlinge onverschilligheid vormt een hartverscheurend contrast met de liefdevolle blikken van de vergeetachtige vader op zijn kinderen.
Parallel aan het sterfbed van de vader probeert de zoon 'Sterben' tot leven te brengen. Er is veel stress rondom het meesterwerk. De componist is gefrustreerd en rusteloos. Staat erbij als een argwanend stokstaartje. De première moet iedere week van hem worden verplaatst. Hij valt de muzikanten - snappen het stuk ook niet - bijna aan. Het onbegrepen genie is nabij een totale zenuwinzinking.
Het is niet moeilijk voor de zoon om als dirigent in een ondersteunende rol te stappen. Hun vriendschap is grappig (goedgemutst naar elkaar: "kutstuk" "kutmuzikanten" "kutconcertgebouw" "kutcultuurbijlage") maar de samenwerking verloopt stroef. De dirigent lijkt superslim en sympathiek, met de nadruk op líjkt (dat eerste is echt zo, dat tweede niet).
Er zit een rust in de vertelling die niks afdoet aan het spanningsveld. De film is krachtig door de sardonische en genadeloze toon, waarbij de regisseur geen misvatting over de realiteit wil laten bestaan: moeder en zoon beginnen op de gang van het verpleeghuis alweer met elkaar te babbelen, terwijl we de vader nog een tijdje wazig in zijn eentje achtergebleven op de gang zien staan. Het lot van mensen die er volgens de maatschappij niet meer toedoen.
De mensen die er nog wel toedoen lijken ogenschijnlijk wel te functioneren maar kunnen er ijskoude zinnen uitgooien, waardoor je plotseling niet meer zeker weet waar de grens tussen gezond en gestoord ligt. En of die grens niet zojuist is gepasseerd. De vraag doemt op hoe de familie zo gebroken is geraakt. Zijn de zoon en de dochter echt gewoon twee ongelukkige zielen die aanmodderen? Voor je het weet word je een diepe Duitse duisternis ingetrokken.
Wat de familieleden verbindt is hun muzikale talent - het vermogen om zuiver te zingen, toon te houden en een orkest te dirigeren. De mooie muziek vormt alleen een beangstigend contrast met de kille blikken die onderling worden uitgewisseld. Zo is er een ijzersterke maar bizarre dialoog tussen moeder en zoon aan tafel. De moeder heeft slecht nieuws over haar gezondheid. Het kan de zoon eerlijk gezegd niet zoveel schelen. Zoals familiegesprekken grandioos kunnen ontsporen: ze mochten elkaar trouwens ook nooit. De zoon slaat met zijn vuist in de appeltaart. De moeder geeft geen krimp en gaat verder met haar dag.
Op psychologisch niveau is dit een snoeihard maar ook begeesterd familieverhaal dat zo geschreven had kunnen zijn door Connie Palmen. Families zijn meestal een beetje vreemd geworden van de ingesleten familiepatronen. Die patronen zijn meestal door de jarenlange herhalingen tot diepe groeven en complete loopgraven uitgegroeid.
En toch: waarom zijn ze nou zo koud? Waardoor verkiezen ze de eenzaamheid boven elkaar? En zijn dat subtiele sadistische trekken die bij de individuele familieleden doorschemeren? Het antwoord op de vraag van waarom dit gezin zo troosteloos uit elkaar is gevallen, de nucleus van het geheel, blijft lang verstopt.
En dan nog geeft Sterben behoorlijk wat stof tot denken: over het spanningsveld tussen het leven en de kunst. Geen gevierde dirigent zonder dat er slachtoffers worden gemaakt en geofferd op het altaar van de kunst (of een angstig zusje dat er helemaal ziek van is en het concertgebouw onderkotst). De film belichaamt dit eeuwenoude spanningsveld. Alleen dan wel in zo'n licht dat je het er ter plekke stervenskoud van krijgt.
Zou het kunnen dat het kettingrokende en zuipende zusje, die des duivels en rücksichtslos overkomt, misschien nog het meest mentaal gezond of in ieder geval 'oprecht' is van iedereen? "Ben je gewond?" vraagt een geschrokken automobilist nadat hij haar heeft aangereden. "Nee" antwoordt ze achter het lange gordijn van verward blond haar terwijl ze weer opstaat en wegzwalkt. Ze bijt hem over haar schouder toe: "Niet op die manier".