Franse humor in films is vaak beter dan de onze. Dat wil niet zeggen dat de stijl universeel is. Sterker nog, de humor is regelmatig vrij bizar. Ook Paradis Paris heeft surrealistische momenten. Vooral de verhaallijn van een tienermeisje is ronduit deprimerend, maar de Fransen hebben het lef om dit met een vingerknip om te draaien naar komedie. Moet je Frans zijn om dat te kunnen waarderen?
In en rondom Parijs worden diverse mensen op hun eigen manier geconfronteerd met de dood. Een operazangeres ontwaakt per ongeluk in het mortuarium en raakt vervolgens geobsedeerd door hoe het publiek reageert op het incorrecte nieuwsbericht over haar overlijden. Een stuntman zet zijn leven op het spel voor actiefilms. Een vrouw heeft haar moeder met een slechte gezondheid in huis maar maakt zich daar niet druk over. Wat brengt de dood eigenlijk echt bij ze teweeg?
Dat dit een komedie genoemd mag worden blijkt uit de openingsscène waarin iemand zijn prototype van een doodskist presenteert: het is er eentje voor mensen die onterecht dood zijn verklaard en in het ding kunnen overleven tot ze worden opgegraven. Dat betekent niet dat de film uitsluitend om te lachen is, Paradis Paris biedt ook genoeg drama. Maar het komt op de tweede plaats.
Met name de verhaallijn over Monica Bellucci als doodgewaande diva is hilarisch. Wat een verrassing om haar zo goed uit de verf zien komen als komisch personage. De vergeten operazangeres is een zeer dramatische dame, maar toch legt Bellucci het er niet dik bovenop. Het nieuws van haar dood staat pijnlijk genoeg in een klein artikeltje op pagina drie, en als men hoort dat ze nog leeft, doet dat niemand wat.
De makers slaan de plank echter mis in het plot over het tienermeisje. Ze praat niet. Ze snijdt zichzelf. Een sekstape van haar is online gezet, waar haar klasgenoten haar om uitlachen. Op een nacht slikt ze een handvol slaappillen en staat op het punt om van een brug te springen. Heel naargeestig allemaal. En waar leidt dit naartoe? Een grap. Het is duidelijk wat de grap moet zijn, maar de omslag is zo snel dat het bestaande problemen (depressie, zelfmoord) op de hak neemt.
Een kleinere misdaad is dat een homoseksuele visagist de eerdergenoemde stuntman betast op een manier die niet door de beugel kan. Ze brengen het als een gevalletje 'zolang het maar niet een man is die dit bij een vrouw doet, is het minder erg'. Maar het is wel erg natuurlijk. Het is betreurenswaardig dat de schrijvers dit soort losse flodders als ammunitie bieden aan homofoben.
Gelukkig zijn dat maar twee verhalen. Er zijn er meer, misschien iets teveel. Is het echt nodig om in de tweede helft een nieuw personage te introduceren en een eigen subplot te geven? Toch houden ze de aandacht er wel bij. Helemaal op de momenten dat de komedie omslaat naar drama.
Een van de verhalen heeft een afronding die toch echt tranen trekt. Het is de inleiding naar het einde waarin het echte thema van de film naar boven komt. Dit gaat niet over de dood en alle ellende die daaraan verbonden is. In die duisternis schijnt een licht. De realiteit van overlijden benadrukt het beste wat we hebben: het plezier en geluk van leven.
En die boodschap reikt voorbij Parijs. Zelfs in de film, want niet letterlijk alles speelt zich af in de stad (maar ook weer niet ver daarbuiten). Het is een onbekend Parijs. De lichte panden met metalen rekjes voor de raamkozijnen zijn amper te zien, ga niet wachten op de Eiffeltoren - die laat zich één keer zien. Het gevoel dat het een willekeurige Europese stad had kunnen zijn, benadrukt hoe universeel de boodschap is.
Paradis Paris moet het vooral hebben van de onderhoudende verhalen, goed gespeeld door een prima en internationale cast. De kracht zit hem niet in opvallende cinematografie, zelfs niet in regie. Het is gewoon goed en professioneel genoeg. De film blijft niet lang hangen, maar tijdens de zit is het een zeer prettige ervaring. Wie weet komt dat gevoel weer boven drijven als je zelf een ervaring met de dood hebt. De film biedt een waardevolle les over waarop een mens zich moet focussen.