Inmiddels zijn we het landschap van Civil War vooral gewend van de verschillende zombiefilms en -series. Een verwoest Amerika, waarin een klein groepje gemankeerde mensen allerlei gevaren moet proberen te overleven. Maar schrijver-regisseur Alex Garland houdt de factor van onmogelijke wezens erbuiten en plaatst de beeldtaal terug in de echte wereld, waar zombieverhalen uit putten: die van brute oorlog. Een mogelijk realistische, aanstaande oorlog.
Op tv spreekt de president over een aanstaande "grootste overwinning ooit", maar alle oorlogsjournalisten zien de bui allang hangen. Deze man haalt het einde van de maand niet meer. Fotograaf Lee en verslaggever Joel wagen het erop: met immens gevaar voor eigen leven trekken ze naar Washington om een laatste interview af te dwingen. Ouwe rot Sammy lift mee, om bij het front zijn eigen weg te gaan. Dat laat nog één zitplek vrij in de auto, tot ook jonge fotograaf Jessie zich meldt.
Dit alles speelt zich af in een nabije toekomst, waarin de twee rijkste staten van het Amerikaanse zuiden zich hebben afgesplitst van de unie. En als Californië en Texas er de brui aan geven, volgen er gauw meer. Het hoe en waarom van deze burgeroorlog wordt niet uitgekauwd in Civil War, noch gebruikt om uitleggerige parallellen te trekken met het heden. Het is juist de achtergrond waartegen een kleiner, menselijk verhaal zich afspeelt. En juist door er nauwelijks woorden aan vuil te maken, wordt er des te meer mee gezegd.
We volgen een viertal journalisten, maar Civil War wordt vooral verteld door de ogen van twee personages. Allereerst Lee, die getekend is door een lange carrière van opzoeken en documenteren van ellende. Met gekromd postuur en hangende ogen belichaamt Dunst de levensmoeheid van haar personage tot in de puntjes. Ze zit niet te wachten op Jessie, een jongere en onervaren versie van haarzelf.
Deze jonge vrouw gooit zich gewillig, maar naïef in de gevaarlijke levensstijl van een oorlogsfotograaf. We zien haar eerste trauma's én adrenalinekicks. En haar eerste verharding. De uiterst compacte Cailee Spaeny speelt met een verraderlijke kwetsbaarheid, waardoor iedereen haar het liefste tegen alle kwaad zou beschermen. Maar daaronder gaat een enorme vastberadenheid en sterkte van karakter schuil. Ze heeft alleen nog niet de wereldwijsheid van Lee, die je alleen door schade en schande kunt verwerven. En dat is iets wat je niemand toewenst. Maar we zien Lee evengoed door de ogen van haar jongere evenknie, zeker tegen het einde van de film.
En dankzij de structuur van de roadmovie kom je ook steeds bij andere personages terecht die misschien te weinig tijd lijken te krijgen, omdat ze in korte tijd zodanig van het scherm spatten dat je meer van ze wilt zien. Ze belichamen elk een ander aspect van dit conflict. Degenen die pogen om weg te vluchten, de bevelenopvolgers, de profiteurs, de oorlogsmisdadigers. Je ziet ze vluchtig, maar ze kleuren allemaal cruciale vakjes in. En ze schilderen samen een uitgebreid palet.
Civil War is echt op z'n Garlands; zo'n film die heel veel ingangetjes tot ideeën en gedachten biedt zonder ze zelf volledig in te vullen. Als kijker kun je er elke keer iets anders in zien en iets anders uit halen. En dus zal de film met elke kijkbeurt nog dieper worden. Maar het is ook een film die te introspectief is om te fungeren als een blockbuster, die tegelijkertijd niet gemaakt zou kunnen worden zonder het grote budget. En daarmee valt-ie uiteindelijk helaas een beetje tussen spektakel en arthouse in. Hoe valt daar tegenop te marketen?
En precies daarom is het zo zonde dat trailers liegen, en in dit geval het geadverteerde product zelfs helemaal geen recht doen. Want de voorfilmpjes beloven meer oorlogsspektakel dan we in deze verkapte karakterstudie krijgen, en hinten ook naar een meer satirische kijk op het heden dan waar Garland blijkbaar interesse in heeft. Deze factoren zitten genoeg in de film om een trailer te vullen, maar ook weer niet veel meer dan dat. Aan de andere kant: het is ook fijn om lekker niet te krijgen wat je wordt beloofd, als er maar genoeg anders moois voor in de plaats komt. En op dat vlak presteert Civil War.