Ze zijn bij ons iets minder bekend, maar in de Verenigde Staten zorgden de zogenaamde Beanie Babies halverwege de jaren negentig van de vorige voor een ware rage. De knuffels van producent Ty Inc. worden tot op de dag van vandaag gemaakt en kenmerken zich door de vulling. Niet van pluche, maar gemaakt van kleine plastic steentjes. Het speelgoed werd ook niet strak gevuld, waardoor het extra soepel aanvoelt.
De Beanie Babies markeren wat misschien wel de eerste wereldwijde internethype mag heten. Zodra de consumenten erachter kwamen dat de verschillende modellen maar korte tijd verkrijgbaar waren, ontstond de gedachte dat ze het perfecte investeringsmiddel vormden. Dit ging hand in hand met de oprichting van online veilingplatform eBay. Ty Inc. groeide uit tot een miljardenbedrijf en deed zelf net zo hard mee met het genereren van het gevoel van schaarste. FOMO avant la lettre dus.
De oprichting van het bedrijf en de totstandkoming van de Beanie Babies vormen het onderwerp van de komische biopic The Beanie Bubble. De film van het regisseursduo Kristin Gore (inderdaad dochter van de voormalige vice-president) en echtgenoot Damian Kulash zet de charismatische oprichter en naamgever Ty Warner centraal. Ze baseerden zich hierbij op het boek van Zac Bissonette.
Het (toch enigszins seksistische) cliché wil dat achter elke succesvolle man een vrouw staat. Dat is dan ook precies het uitgangspunt van deze vlot vertelde maar hopeloos rommelige filmbiografie. Bij Warner waren het zaken- en liefdespartner Robbie, manusje van alles Maya en alleenstaande moeder Sheila die hem aanspoorden om de gok te nemen. De flamboyante Warner laat zich graag door de dames en hun kroost inspireren. Toch is het succes van de speelgoedlijn die ze op diverse speelgoedbeurzen promoten een onverwachte toevalstreffer.
Dat The Beanie Bubble rommelig overkomt is voornamelijk te wijten aan het feit dat er voortdurend, met een klok in beeld, tussen de verschillende jaartallen wordt gezapt. Ook al zijn de tijdslijnen makkelijk van elkaar te onderscheiden, simpelweg omdat er andere dames opereren, het is een lastige opgave om vervolgens de connecties te zien. Met als gevolg dat Gore en Kulash in hun poging om een plichtsmatige chronologische vertelstijl te vermijden, meer het hoofd dan het hart aan het werk zetten.
Dit laat niet onverlet dat de vertolkingen, met Zach Galifiniakis en Elisabeth Banks voorop, verrukkelijk zijn. Vooral Galifiniakis weet lang de schijn op te houden als een vleesgeworden Willy Wonka of Peter Pan. Hij is een groot kind dat zich makkelijk in zijn clientèle kan verplaatsen. Dit maakt hem tot op zekere hoogte een geslaagd zakenman, maar Warner heeft duidelijk moeite met volwassen relaties en beslissingen. Op dit laatste gebied verliest het regisseurskoppel zich vooral in groteske uitspattingen en ontbreekt de finesse en opbouw.
De regisseurs slagen er bovendien minder goed in om het onvermijdelijke barsten van de bubbel, waar de titel al naar verwijst, voor het voetlicht te brengen. Ze houden het vooral bij de beeldspraak van de openingsscène, waarin een truck vol Beanie Babies kantelt en zijn inmiddels niet meer zo kostbare lading over het wegdek verspreidt. Een bittere nasmaak resteert, van een mooi sprookje dat uiteen is gespat. De makers hadden het contrast met het succes nog scherper kunnen neerzetten door niet zo resoluut de aftiteling over het scherm te laten uitstorten.
The Beanie Bubble is te zien bij Apple TV+.