Zelden ging Hollywood zo heerlijk de fout in als met het zogenaamde Dark Universe. In navolging van Marvels succesvolle superheldenuniversum zouden Dracula, Frankensteins monster, de Wolfman en tal van andere klassieke Universal-monsters tot leven worden gewekt in een reeks aan elkaar gelinkte films. Dat al deze iconische figuren al jaren geen succesvolle films hadden voortgebracht, deed duidelijk niet ter zake. Enkele honderden miljoenen, een handvol grote namen (Tom Cruise, Russell Crowe, Javier Bardem) en een eigen logo zouden moeten volstaan om deze franchise op poten te zetten, ook al was er misschien nog niet echt een creatief basisidee bedacht. In goed Nederlands noemen we dat het paard achter de wagen spannen. Geen verrassing dus dat het hele plan op niets uitliep; aftrap The Mummy bleek een klungelig gemaakt allegaartje waar niemand op zat te wachten, waarna het hele project in de prullenbak verdween.
Misschien wel de vreemdste beslissing in dit megalomane project was de casting van Johnny Depp als de Invisible Man, gelijk naar het titelpersonage uit H.G. Wells' sciencefictionroman. Enerzijds curieus omdat Depps populariteit al jaren tanende is, anderzijds omdat je een van de duurste acteurs vastlegt voor een rol waarin hij nauwelijks te zien zal zijn. Toen de film met Depp werd geschrapt, ging horrorstudio Blumhouse op een bescheidener manier met het project aan de haal. Het eindresultaat maakt het Depp-mysterie zo mogelijk alleen maar groter. In The Invisible Man is het juist de constante afwezigheid van het titelpersonage die hem zo eng maakt.
Het duurt sowieso even voor dit personage zich laat zien, of nou ja, niet laat zien. Waar The Mummy haast struikelde over introducties en uitleg, begint The Invisible Man gewoon, erop rekenend dat de kijker vanzelf wel doorkrijgt hoe de vork in de steel zit. Dat hoofdpersonage Cecilia zonder enige uitleg als een dief in de nacht haar vriend Adrian verlaat, is dan ook niet verwarrend maar juist intrigerend. Cecilia's toeslaande angst wanneer haar zus niet direct klaarstaat om haar te komen ophalen, zorgt voor een voelbare spanning. Vanwaar precies die angst? Wanneer haar zus dan toch arriveert, is er geen enkele tijd om haar te informeren waarom ze hier in het holst van de nacht moest zijn. Deze scène zegt veel over Cecilia, maar nog meer over Adrian.
Al gauw blijkt dat Cecilia is ontsnapt aan een extreem bezitterige man. Een narcistische sociopaat, die haar zodanig manipuleerde dat ze praktisch zijn gevangene was. Oftewel: zowat de laatste persoon op aarde die je het vermogen van onzichtbaarheid gunt. Daarmee wordt de angst voor dit personage goed opgebouwd, nog voor hij daadwerkelijk de dreiging uit de titel wordt. Want bij haar ontsnapping zagen we Cecilia uiteraard niet toevallig door een laboratorium sluipen. Net wanneer Cecilia dankzij de hulp van vrienden en familie weer een beetje een normaal leven denkt te kunnen leiden, begint een onzichtbare stalker haar het leven zuur te maken. Maar overtuig anderen daar maar eens van...
The Invisible Man is deels opgezet zoals andere horrorfilms uit de Blumhouse-stal: het hoofdpersonage meent met een onzichtbare dreiging te maken te hebben, terwijl iedereen om haar heen denkt dat ze zichzelf onnodig gek maakt. Gelukkig draait de film niet al te lang om dit vraagteken heen (de titel geeft immers al uitsluitsel), waarna zich een situatie voltrekt waarin de onzichtbare man op manipulatieve wijze Cecilia steeds verder van haar sociale omgeving weet te isoleren. Aangezien de film constant haar perspectief behoudt en vertolkster Elisabeth Moss de pannen van het dak acteert, is het uiterst eenvoudig mee te gaan in deze beklemmende omstandigheden.
Het is waarschijnlijk geen toeval dat deze actrice uit The Handmaid's Tale de hoofdrol heeft, want net als deze serie laat The Invisible Man zich duidelijk inspireren door het #metoo-discours van de laatste jaren. Tamelijk gedurfd, maar deze subtekst (die gaandeweg steeds meer tekst lijkt te worden) is op secure wijze in het plot verweven, zonder de inhoud te overschreeuwen. Het helpt dan ook dat niet alles op Adrian valt af te schuiven, maar dat in Cecilia's omgeving ook de nodige wegkijkers zijn, die even geen zin hebben in haar trauma's, ook al is haar behoefte aan steun nu juist het grootst. En hoewel het slotstuk voor sommigen misschien net een akte te veel zal zijn (de film is met twee uur ietwat aan de lange kant), vormt dit heerlijk vileine einde qua #metoo-thematiek wel echt de kers op de taart.
Maar The Invisible Man blijft in de eerste plaats een thriller en vanuit dat oogpunt gezien is het opvallend hoeveel schrijver-regisseur Leigh Whannell met relatief weinig middelen voor elkaar krijgt. Eén goede actrice, sterk camerawerk en een focus op geluid blijken voor veel scènes al voldoende om de kijker naar het puntje van zijn stoel te brengen. Whannell werkt dan ook vooral vanuit het aloude horrorgegeven van associatie. Dat kijkers van Jaws ooit angstig werden voor water, was niet omdat in die film het water zelf angstaanjagend was. Het was de haai die eng was, maar doordat die zich ophield in het water, associeerden kijkers het water met die haai. The Invisible Man weet op zijn beurt de leegte in ruimtes eng te maken. Op elke lege vierkante meter kan zich immers die onzichtbare bedreiging bevinden. Het is aldus geen toeval dat shots gaandeweg steeds meer negatieve ruimte bevatten.
The Invisible Man is alles wat The Mummy niet was: een slim geschreven, knap gefilmde en uiterst kundig geregisseerde film die prima op eigen benen kan staan en geen moment boven zijn stand leeft. Verwacht dus geen opzetjes voor vervolgfilms of grote sterren die alvast even hun gezicht komen laten zien. Blijkbaar kan het dus toch nog gewoon: een uiterst solide film die het basisverhaal uitwerkt zonder iets te verkwanselen, maar er ook niet voor terugdeinst ergens over te gaan. En nu maar hopen dat men het hierbij durft te laten en niet probeert met dit zuurverdiende succes alsnog dat idiote Dark Universe van de grond te krijgen.