Is het mogelijk om de uitgestorven mammoet weer tot leven te wekken? Als het aan de directeur van het mammoetmuseum in Siberië ligt wel. Zijn missie is een park openen met levende mammoeten. Het belooft een soort Jurassic Park met mammoeten in Siberië te worden. Aan de hand van deze droom geeft Genesis 2.0 een inkijkje in hoe vergevorderd de genetische wetenschap eigenlijk al is. Daarnaast wordt een groep 'mammoetjagers' gevolgd op een afgelegen en onbewoond eiland ten noorden van Siberië. Deze groep jagers is op zoek naar mammoetresten, omdat gevonden slagtanden voor veel geld aan Chinezen kunnen worden verkocht. Met name de beelden van deze jagers op het onherbergzame eiland zijn indrukwekkend, maar door de verschillende verhalen die Genesis 2.0 probeert te vertellen is het een nogal rommelige film.
De zoektocht naar mammoetoverblijfselen is niet ongevaarlijk. De oversteek naar het noordelijke eiland in rubberbootjes is een hachelijke onderneming, maar ook de ijsberen vormen een dreiging. De jagers hebben stuk voor stuk een interessant verhaal waarom ze het ivoren goud komen zoeken. Zo is er bijvoorbeeld Spira die de nodige schuldeisers achter zich aan heeft en hoopt op het vinden van mooie intacte slagtanden waarmee hij zijn schulden mogelijk kan afbetalen. In één van de tochten kwamen de jagers echter tot een wel heel interessante ontdekking: ze vonden een vrijwel geheel intacte mammoet. Het dier was volledig ingevroren, waardoor het nog in een uitstekende conditie was. Hierop werd de directeur van het mammoetmuseum uit Siberië, Semyon Grigoriev, gebeld. Hij zette alles op alles om samen met zijn mammoetjagende broer Peter Grigoriev het karkas van het eiland te halen. Toen bij het uitgraven bleek dat er zelfs nog bloed uit de mammoet kwam, ontstond bij Semyon de droom om de dieren mogelijk weer tot leven te brengen.
Tegelijkertijd laat regisseur Christian Frei de ontwikkelingen in de genetica zien. Volgens sommigen zou dit de volgende grote wetenschappelijke revolutie kunnen worden, waarmee de mens de wereld om zich heen volledig vorm zou kunnen geven. Semyon neemt delen van de mammoet mee naar een bedrijf in Zuid-Korea, waar dode huisdieren worden gekloond. Mogelijk zouden zij met hun expertise ook een mammoet tot leven kunnen brengen. Vervolgens gaat Semyon naar een bedrijf in China, waar het doel is om alle DNA van levende organismen te digitaliseren. Dit zijn nogal angstaanjagende ontwikkelingen in de wetenschap, maar Frei onthoudt zich van een kritische toon. Toch kleven er natuurlijk ethische vraagstukken aan het klonen en opnieuw tot leven wekken van uitgestorven diersoorten. Frei kiest er voor om de genetische biologen hun verhaal te laten doen. Voor deze keuze valt zeker wat te zeggen, maar hierdoor blijft het enigszins onduidelijk wat de documentairemakers zelf van deze ontwikkelingen vinden. Af en toe lijken de makers kritisch, maar nergens komt deze kritiek op de genetica expliciet naar voren.
Deze documentaire was misschien sterker geweest als hij enkel het verhaal van de mammoetjagers had verteld. Het is fascinerend om te zien hoe deze moderne goudzoekers grote gevaren trotseren om hun geld te verdienen. Met prachtige shots op het desolate eiland krijgt hun overlevingsdrang een beklemmende en bijna poëtische lading. Het geneticagedeelte komt veel minder uit de verf. De filmmakers lijken niet echt te weten wat voor verhaal ze hier nou over willen vertellen. Toch zijn hier ook enkele leuke momenten, bijvoorbeeld wanneer Semyon het mammoetvlees probeert te proeven. Wat opvalt is hoe onvoorzichtig de mensen die de mammoet weer tot leven proberen te wekken omspringen met de overblijfselen van het dier. Misschien nemen de wetenschappers de mogelijkheid van een Jurassic Park met mammoeten minder serieus dan de makers van de documentaire.