Is Shark Tale wat het lijkt: een poging om Pixars onderwateravontuur Finding Nemo op eigen terrein te verslaan? Doet de wrok van gevallen Disney-engel Jeffrey Katzenberg zich nog altijd gelden op de animatieafdeling van Dreamworks? Zo ja, dan moet Katzenberg zich nu voelen als een bepaalde coyote, na de zoveelste mislukte poging een bepaalde loopvogel te verschalken. Shark Tale is lichtjaren verwijderd van de kwaliteit die Finding Nemo wist te bieden. De makers hebben zwaar ingezet op de indrukwekkende voicecasting (waarvoor onder anderen Robert De Niro en Martin Scorsese zijn gestrikt) maar zijn vergeten een meeslepend verhaal te verzinnen, of personages te creëren waarmee (jeugdige) kijkers zich kunnen identificeren. Kennelijk zijn ze ervan uitgegaan dat een haai met de gelaatstrekken en de maniërismen van De Niro, of een kogelvis die net zo hyperactief kletst als Scorsese en dezelfde wenkbrauwen heeft, op zichzelf grappig genoeg is om tot een geslaagd produkt te komen en dat is dus niet zo. Enkele aardige vondsten ten spijt, zal deze familiefilm de meeste gezinnen opmerkelijk koud laten.
Wat Shark Tale wel met Pixars kaskraker gemeen heeft is naast de vegetarische haai een simplistische moraal. Ook hier fungeert het avontuur dat de personages beleven als één grote wijze levensles, of liever gezegd twee: je hoeft niet rijk en beroemd te zijn om iets voor te stellen, en als je van iemand houdt, accepteer je hem/haar zoals hij is.
Oscar (Will Smith) is een arme vis die rijk en beroemd wil worden; hij werkt bij een Whale Wash die wordt gerund door de louche Sykes (Scorsese), maar is altijd bezig met nieuwe manieren om snel geld te verdienen. De jonge haai Lenny (Jack Black) is een overtuigd vegetariër, tot groot ongenoegen van zijn vader Don Lino (De Niro, natuurlijk als godfather van de haaien-famiglia). Lennys oudere broer Frankie, die hem met veel bada-bings en fuhgeddaboudits tot een echt roofdier probeert te kneden, krijgt een dodelijk ongeluk bij een poging Oscar naar binnen te werken. Oscar ziet zijn kans schoon: hij doet zich voor als haaiendoder en wordt de rijke en beroemde held van het koraalrif. Lenny is de enige die weet hoe de vork in de steel zit, maar hij zoekt een manier om zich los te maken van de haaienmafia. Oscar en Lenny worden vrienden, en bedenken een manier waarop ze allebei uit handen van Don Lino kunnen blijven. Maar het is natuurlijk een kwestie van tijd voordat de godfather erachter komt dat hij wordt belazerd
Zoals gezegd zitten er wel leuke vondsten in Shark Tale. Het idee van de rasta-kwallen is visueel treffend, en voor de liefhebbers van mafiafilms valt er zo nu en dan wat te glimlachen om de verwijzingen naar Goodfellas en de Godfather-trilogie. Maar verder is de film behoorlijk saai, en dat komt vooral doordat er erg weinig is gedaan met het gegeven dat alles zich in de oceaan afspeelt. Don Lino is een haai met de stem van Robert De Niro en Oscar lijkt met zijn dikke lippen op Will Smith, maar het hadden net zo goed dinosauriërs kunnen zijn, of pratende frambozen. Bovendien hebben de personages, behalve hetgeen ze ontlenen aan hun stemacteurs, geen eigenschappen. Deze film heeft niets te bieden in de trant van de monomane meeuwen of de vergeetachtige Dory uit Finding Nemo. Schrijnend bewijs voor de ideeënarmoede is de idiote heremietkreeft Crazy Joe, die grappig moet zijn omdat hij zo 'lekker gek' doet. Alleen het vegetarisme van Lenny komt in de buurt van een eigen karaktertrek, maar ook die verbleekt bij de innerlijke verscheurdheid van zijn Pixar-evenknie Bruce. Het is misschien niet helemaal eerlijk om Shark Tale langs dezelfde meetlat te leggen als Finding Nemo, maar de realiteit is dat veel kijkers hetzelfde zullen doen, om er dan onvermijdelijk achter te komen dat deze matte, ongeïnspireerde tekenfilm schraal afsteekt tegen Pixars superieure familievermaak.