Star Wars: Episode III - Revenge of the Sith
Recensie

Star Wars: Episode III - Revenge of the Sith (2005)

De cirkel is rond.

in Recensies
Leestijd: 4 min
Regie: George Lucas | Cast: Ewan McGregor (Obi-Wan Kenobi), Hayden Christensen (Anakin Skywalker), Natalie Portman (Padmé), Ian McDiarmid (Supreme Chancellor Palpatine) e.a. | Duur: 140 min.

De cirkel is rond. Achtentwintig jaar nadat Star Wars: A New Hope uitkwam en deze de moderne cinema voorgoed veranderende, verschijnt deze week het laatste deel van de Star Wars-saga in de bioscopen: Revenge of the Sith. Om de grootste angst van de fans meteen maar te ontzenuwen: Revenge of the Sith is een stuk beter dan zijn voorgangers – veel slechter kon natuurlijk ook niet. De actiescènes zijn oogverblindend en grimmig, er wordt zowaar aardig geacteerd, en de aanwezigheid van Jar Jar Binks is tot een minimum beperkt gebleven. De tragiek van Revenge of the Sith is echter dat de film de erfenis van The Phantom Menace en Attack of the Clones met zich meedraagt. Anakins transformatie tot Darth Vader overtuigt niet – kán ook onmogelijk overtuigen – omdat deze met een valse noot werd ingezet in de vorige films. Pas als Darth Vader zélf ten tonele verschijnt, en zijn mechanische ademhaling weerklinkt door de hal van zijn Star Destroyer, komt de catharsis waar je zo lang naar hebt verlangd. En het voelt als…thuiskomen.

Drie jaar na de slag om Geonosis, naderen de Clone Wars hun ontknoping. Obi-Wan, nu een volleerd Jedi-Master, krijgt de opdracht om de leiders van de separatisten – Count Dooku en General Grievous – uit te schakelen. Tijdens zijn afwezigheid valt Anakin ten prooi aan de verleidingen van de duistere kant van The Force. Als Sith Lord zweert hij trouw aan Chancellor Palpatine en helpt deze de Republic om te vormen tot Galactic Empire.
Obi-Wan heeft geen andere keuze dan zijn voormalige leerling te confronteren in een duel dat niet alleen de uitkomst van de Clone Wars zal bepalen, maar waarin ook de zaden zullen worden geplant van een conflict dat vele jaren later het lot van universum zal bepalen.

Hoe lang kun je blijven vasthouden aan nostalgie? Hoeveel Jar Jars kun je incasseren voordat je Star Wars de rug toekeert? Zelfs de grootste fan moet beamen dat The Phantom Menace en Attack of the Clones tamelijk overbodige films zijn. Hoewel ze meer inzicht geven in het immense Star Wars-universum, dragen ze weinig tot niets bij aan verhaal en plot. Tel hierbij op het zwakke acteerwerk, de infantiele dialogen en de zeer flauwe humor, en je kunt concluderen dat George Lucas zich behoorlijk vertild heeft aan de eerste twee prequels. Toch werd er reikhalzend uitgekeken naar Revenge of the Sith. Blijkbaar zijn we erg vergevingsgezind als het Star Wars betreft. Nostalgie smaakt zoet.
De ironie wil dat Lucas pas in dit laatste deel van de saga in zijn element begint te komen. Hoewel de dialogen nog steeds uitblinken in Lucasiaanse houterigheid, en de kinderlijke humor nog niet helemaal verdwenen is (de robots van separatisten tarten nog steeds de irritatiegrens met hun ‘uh-oh’ en ‘roger, roger’), wordt er dit keer wél fatsoenlijk geacteerd, waarbij de heerlijk smalende Ian McDiarmid de show steelt. De film raakt zelfs een gevoelige snaar wanneer we Darth Vader eindelijk zijn plaats zien innemen aan de zijde van de keizer.

Helaas blijkt de smet van de eerste films hardnekkiger dan je zou verwachten. De transformatie van Anakin heeft te lijden onder onze herinneringen aan het snotjoch uit The Phantom Menace en de jengelende puber uit Attack of the Clones. In het licht van deze films klinken Anakins woorden hol en pathetisch. Hetzelfde geldt eigenlijk voor zijn relatie met Padmé; omdat hun liefde in de eerste twee films zo knullig werd neergezet, is het moeilijk om in Revenge of the Sith met hen mee te voelen.

Tot zover de verplichte kritische noot. Want dit laatste deel van de Star Wars-sage is vooral een spectaculair, adembenemend ruimteavontuur, waarin de laserstralen en lavaklodders je om de oren vliegen. Niet eerder waren computeranimaties zo dynamisch en energiek. Niet eerder leken volkomen vreemde werelden zo tastbaar en levensecht. De aanval op Kashyyyk, de ruimtegevechten boven Coruscant, de confrontatie tussen Obi-Wan en Anakin – je komt ogen te kort. De soundtrack bij dit alles wordt verzorgd door Star Wars-veteraan John Williams, die zich met Revenge of the Sith wederom overtreft. De muziek klinkt apocalyptisch, met opvallend veel koperblazers en koorzang, maar ook gunt Williams ons zo nu en dan ademruimte met ingetogen, haast meditatieve intermezzo’s.

En dan, eindelijk, is hij daar: Darth Vader, the baddest motherfucker of the galaxy. En ineens is de historische geografie voelbaar. Ineens ben je je bewust van de weg die Anakin is gegaan, maar vooral ook van wat hem nog te wachten staat. Dit kan niet anders dan melancholisch stemmen; het is waar we al die jaren op hebben gewacht. En misschien was de weg er naartoe niet altijd zonder problemen, de thuiskomst voelt heel bevredigend. De cirkel is rond.