Al lang voor het Joodse volk halverwege de jaren veertig van de vorige eeuw een eigen staat van de Verenigde Naties cadeau kreeg, was het hommeles tussen de Israëliërs en de Palestijnen. Het conflict duurt tot vandaag de dag voort en een tweestatenconstructie lijkt eigenlijk de enige oplossing voor beide bevolkingsgroepen. Gelukkig helpen filmmakers ons bij het bepalen van een standpunt, dat redelijkerwijs helemaal niet in te nemen valt. Beide groeperingen claimen hetzelfde gebied en voor beide gezichtspunten valt een heleboel te zeggen. Aanvankelijk was er, ook in de filmwereld, na de verwoestende wreedheden van de Holocaust veel aandacht voor de positie van de Joodse bevolking. Het laatste decennium krijgt echter ook het Palestijnse volk een stem op het witte doek. Toch wordt het clichématige beeld van de machtige Israëlische bezettende legermacht en de terroristische Palestijnse oppressie ook door veel filmregisseurs moeiteloos overeind gehouden. Het dramatische Canadees-Franse Inch'Allah nuanceert weinig en bivakkeert ondanks een brede opzet voornamelijk in één kamp.
Met een westerse bril wordt de schrijnende situatie in een Palestijns vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever bezien. De bevolking leeft op een enorme vuilnisbelt en kijkt aan tegen een gigantische muur die de Israëliërs hebben opgetrokken. De graffiti op het beton maakt duidelijk dat wat sommige Palestijnen betreft er nauwelijks verschil is tussen het naziregime en het Israëlische leger. De schrijnende situatie wordt machteloos gadegeslagen door de Canadese verloskundige Chloe. Dagelijks moet ze op weg naar haar werk door de strenge controles van de grenspost die wordt bemand door haar Israëlische buurvrouw Ava. Chloe werkt in een geïmproviseerde hulppost van de UNHCR, waar ze in contact komt met de zwangere Palestijnse Rand, wier man wegens terroristische daden in de gevangenis zit. De positief ingestelde Rand wil haar aanstaande kind Mika noemen, naar de populaire Brits-Libanese popzanger die zorgeloos relax, take it easy zingt. Chloe raakt steeds meer emotioneel betrokken bij Rands gezin en belandt hierdoor in de strijd tussen Palestijnen en Joden.
InchAllah, waarvan de titel verwijst naar de wil van God maar eveneens naar hoop voor de toekomst, is het tweede speelfilmproject voor de Canadese film- en documentairemaakster Anaïs Barbeau-Lavalette. Het is een intrigerend portret van een westerse hulpverlener die binnen twee conflicterende werelden het hoofd boven water moet houden. Barbeau-Lavalette schoot haar indringende beelden in Jordanië en Palestina. Het geeft de menselijke tragiek van het conflict in het Midden-Oosten een gezicht in de vorm van een aanstaande moeder die een zeer onzekere toekomst tegemoet gaat. Hoofdpersoon is echter Chloe, die wat betreft haar dagelijkse leven haar draai in het conflictgebied aardig gevonden lijkt te hebben, maar zich er eveneens niet echt thuis kan voelen. Het is een knappe prestatie dat de filmmaakster, die eveneens verantwoordelijk was voor het scenario, de kijker zo snel wegwijs maakt in het complexe gebied waarin haar oorlogsdrama zich voltrekt.
Het is haast ondoenlijk om de volle honderd minuten speelduur te blijven wikken en wegen. Met een ingrijpende en hartverscheurende gebeurtenis stuurt Barbeau-Lavalette haar verhaal een eenrichtingsstraat in. De dramatische wending laat weinig ruimte over voor nuances, laat staan enige objectiviteit. De emotionele lading die hierdoor teweeg wordt gebracht legt de sympathie definitief bij Rand en haar gezin. Barbeau-Lavalette heeft ermee partij gekozen. Ze verlangt van de bioscoopganger hetzelfde; zo evident is het menselijk lijden dat ze hier tentoonspreidt. De Israëlische tegenstander blijft op buurvrouw Ava na anoniem en gezichtsloos. Er wordt hierbij nog wel wat moeilijk gedaan over de innerlijke tweestrijd die bij Chloe woedt, maar haar loyaliteit kan eigenlijk maar één kant op. Het leidt tot onbeduidende scènes waarin Chloe met Rand en haar familie optrekt en die worden afgesloten met een hartverscheurende apotheose.
Dit oorlogsdrama slaagt er met name in de uitzichtloosheid van een onmogelijke crisis te schetsen. Het benadrukt niet alleen één kant van het conflict; het verbeeldt ook enkel die Palestijnen die onder onmenselijke omstandigheden moeten zien te overleven.InchAllah begint breed en met een helikopterblik, maar verengt deze in rap tempo. Dat Barbeau-Lavalette politiek stelling neemt is haar goed recht, want daar wordt geen film slechter van. Dat ze echter met de aftrap en de omstandigheden van Chloe beide kanten van de medaille meent te kunnen belichten, is een illusie.