Het lijkt zon solide vastomlijnd genre, maar zelfs de natuurdocumentaire is onderhevig aan veranderingen en trends. Was het vroeger voldoende om met een jeep voorzien van cameraman over de savanne te scheuren, tegenwoordig moet al het natuurgeweld spectaculair in beeld gebracht worden. Hele kuddes cameramannen met digitale HD-apparatuur brengen onze planeet op weergaloze wijze in beeld en productieteams overtreffen elkaar voortdurend. De natuurdocu is door toedoen van onder meer National Geographic en de BBC zelfs weer in de bioscopen beland. Ook in ons eigen land pikken we een graantje mee van de hernieuwde populariteit van het genre en trekt De Nieuwe Wildernis hele drommen bioscoopbezoekers.
Maar hier houdt de ontwikkeling niet op. De immer aanhoudende 3D-hype heeft ook haar weg gevonden naar het verbeelden van Moeder Aarde en alles wat hier op groeit en bloeit. Omdat de derde dimensie alleen inmiddels niet meer zorgt voor ademloze blikken werd het tijd voor nóg meer nieuwigheden. Natuurdocumentaires baren tegenwoordig vooral opzien als er een verhaaltje te vertellen valt. Bij voorkeur door de dieren menselijke eigenschappen mee te geven. Dat gebeurde nog zonder al te veel opsmuk met March of the Penguins, maar al meer gekunsteld in het eerder dit jaar verschenen Chimpanzee.
Is de limiet aan creativiteit zo onderhand niet bereikt? Nee, want het door het Wereld Natuur Fonds gesponsorde en uit Frankrijk afkomstige Amazonia doet er zo mogelijk nog een schepje boven op. Digitaal geschoten, in 3D op de kijker afgevuurd en een door mensen bedacht verhaaltje zodat we als kijker lekker kunnen meeleven. Het allergrootste verschil met de voorgangers is echter dat we hier feitelijk zitten te kijken naar getrainde dieren die hun kunstjes uitvoeren. De circusaap die de hoofdrol vertolkt crasht met een vliegtuig boven het Braziliaanse Amazonegebied. De piloot is al snel in geen velden of wegen te bekennen en de aap wordt door oerwoudbewoners uit zijn gevangenschap bevrijd. Vervolgens is het een kwestie van overleven in de jungle.
We zijn inmiddels wel doordrongen van het feit dat een documentaire zo manipulatief als de neten kan zijn. De uiterste vorm krijgen we hier te zien, ook al ontbreekt de commentaarstem. Amazonia werd opgetuigd door de makers van het succesvolle The White Planet, waarin we kennis maakten met de bewoners van het poolgebied. In zijn toelichting beschrijft regisseur Thierry Ragobert zijn nieuwste project graag in Hollywood-termen. Een set van zes miljoen vierkante kilometer, een droomcast van veertig beesten en miljoenen figuranten. Er werd door Ragobert anderhalf jaar in de Amazone geschoten en het zal geen verrassing zijn dat het heeft geresulteerd in oogstrelende plaatjes.
De mooie beelden ten spijt is [i[Amazonia[/i] een geforceerd project geworden, waarbij de makers blijkbaar niet voldoende vertrouwen hebben gehad in al het moois dat het grootste regenwoud van onze planeet te bieden heeft. De kapucijneraap die de hoofdrol vertolkt wordt voor allerhande nijpende en uitdagende situaties gezet. Ontsnappen aan een slang, het vinden van voedsel, ruzie maken met een tapir en uiteindelijke het aftasten van de soortgenoten die zijn pad kruisen. Ragobert omschrijft zijn werkzaamheden met zijn hoofdrolspelers liever niet als trainen, maar hij heeft gewoon heel veel tijd met zijn acteurs doorgebracht, zodat ze aan de menselijke aanwezigheid hebben kunnen wennen. Het zal allemaal best, maar het heeft Amazonia ontdaan van elke denkbare spontaniteit. De natuur laat zich niet voor de gek houden en dikke kans dat dit ook geldt voor de rasechte liefhebber van de betere natuurdocumentaire.