Out of the Furnace
Recensie

Out of the Furnace (2013)

Een indrukwekkende cast is geen garantie voor een meesterwerk, maar komt wel goed van pas.

in Recensies
Leestijd: 4 min 17 sec
Regie: Scott Cooper | Cast: Christan Bale (Russell Baze), Casey Affleck (Rodney Baze Jr.), Woody Harrelson (Harlan DeGroat), Sam Shepherd (Gerald 'Red' Baze), Zoe Saldana (Lena Taylor), Willem Dafoe (John Petty), e.a.| Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2013

Zo nu en dan komt er een film voorbij met een cast die dusdanig indrukwekkend is, dat het haast onmogelijk is niet met hoge verwachtingen de bioscoopzaal te betreden. De grotere Hollywoodsterren hebben immers de luxe selectief te kunnen zijn in de producties waaraan ze zich verbinden, dus wanneer ze in groten getale opdraven voor een ogenschijnlijk niet enorm prestigieuze film, lijkt het logisch aan te nemen dat ze daarvoor een goede reden hebben. Out of the Furnace bevat niet minder dan zes Oscargenomineerde acteurs, van wie twee ooit daadwerkelijk het gouden beeldje hebben gewonnen. Als dan ook nog eens Leonardo DiCaprio en Ridley Scott als producenten betrokken blijken te zijn, lijkt het echt niet meer fout te kunnen gaan. Uiteindelijk blijkt de sterke cast helaas niet zozeer een teken van kwaliteit, maar vooral hetgeen dat de film van de middelmaat redt.

De sterrencast valt vooral op omdat de regisseur van dienst niet Steven Soderbergh of Christopher Nolan heet, maar Scott Cooper. Diens eerste film was het lang niet onaardige Crazy Heart, dat weliswaar Jeff Bridges zijn langverwachte Oscar bezorgde, maar waarschijnlijk om geen enkele andere reden zal worden herinnerd. Een verklaring kan worden gezocht in het gegeven dat Cooper in het verleden zelf ook acteur was (zij het slechts in kleine bijrollen), wat hem waarschijnlijk wel enige sympathie oplevert onder zijn voormalige collega’s. Hoe dan ook, als regisseur plukt hij duidelijk de vruchten van zijn acteerperiode; van geen enkele acteur die hij tot zijn beschikking heeft, wordt het talent verspild.

Dat talent komt goed van pas om af te leiden van sommige curieuze beslissingen. Zo spelen Christian Bale en Casey Affleck twee broers die eind twintig lijken te zijn, terwijl de acteurs in werkelijkheid tegen de veertig aanhikken. Dat ze daarmee tien jaar te oud zijn gecast, valt door hun jeugdige uitstraling wel te vergeven. Hun personages, Russell en Rodney, wonen in een mistroostig industrieel stadje in Pennsylvania dat doet denken aan de openingsscènes van The Deer Hunter. Niet in de laatste plaats vanwege de staalfabriek waar Russell zijn dagen slijt, net als zijn vader vroeger. Zijn jongere broer Rodney ziet dat uitzichtloze bestaan niet zitten en gaat het leger in, wat hem diverse keren naar Irak brengt. Eenmaal terug in zijn geboorteplaats kan hij nergens anders aan de bak komen dan in de staalfabriek, wat hem ertoe beweegt zijn heil te zoeken in het circuit van de illegale vechtsport.

Dit eerste deel werkt opvallend goed. Bale is sterk als altijd in zijn ingetogen rol van goedbedoelende arbeider, die worstelt met de vraag in welke mate hij zijn jongere broer moet beschermen zonder hem te betuttelen. Hij krijgt daarin mooi tegenspel van Casey Affleck, die de zelfdestructieve houding van zijn gokverslaafde personage behoorlijk tastbaar maakt. Wanneer Russell door een ongelukkige samenloop van omstandigheden voor enkele jaren in de gevangenis belandt, groeien de twee broers steeds verder uit elkaar, zonder dat er echt sprake is van een breuk. Tijdens Russells gevangenschap overlijdt hun vader, waarna beide broers onbewust een nieuwe vaderfiguur lijken te kiezen. Voor Russell is dat zijn standvastige oom, voor Rodney zijn schimmige boksmanager. Een vergelijkbare juxtapositie zien we in een scène waarin Russell zijn huis opknapt, terwijl Rodney zich tot moes laat staan.

Met Rodneys onverwerkte oorlogstrauma’s en zijn werkloosheid na militaire dienst raakt de film aan enkele thema’s die in de Verenigde Staten momenteel erg actueel zijn. Cooper doet daar echter weinig mee en stuurt de film al gauw richting het thrillergenre. Wanneer Rodney zich inlaat met de verkeerde mensen in een naburig gebied, resulteert dat erin dat zowel hij als zijn manager op een nacht niet thuiskomen. Omdat de politie weinig kan doen in een gebied dat buiten hun jurisdictie valt, besluit Russell het recht in eigen handen te nemen. Al helpt het natuurlijk niet dat de politie-inspecteur die belast is met het onderzoek, de huidige partner is van Russells ex-vriendin. Deze ontwikkelingen geven de film een vrij enerverend slotstuk, maar ook hierin worden de opgeworpen thema’s maar matigjes uitgewerkt.

Wat helpt is dat Russells opponent een heerlijk verrot personage is dat met zichtbaar plezier wordt gespeeld door Woody Harrelson. Deze rol toont op eenvoudige wijze aan waar Cooper als regisseur tekortschiet. In de openingsscène wordt in alle detail getoond wat voor schoft dit personage is, maar daarna duurt het een hele tijd voor hij opnieuw zijn opwachting maakt. Echter, dankzij het acteerwerk van Harrelson is direct duidelijk wat voor vlees we in de kuip hebben. De openingsscène met al zijn excessieve geweld blijkt daarmee volkomen overbodig, omdat deze niets te maken heeft met het verhaal van de twee broers en Harrelson er prima in slaagt intimiderend te zijn ondanks (of misschien wel juist dankzij) een lolly in zijn mond. Cooper weet duidelijk hoe hij acteurs moet regisseren, maar moet nog even leren erop te vertrouwen dat hun rollen soms prima volstaan om iets naar de kijker te communiceren.