Na een hoop speculatie in de afgelopen weken is de spreekwoordelijke kogel dan toch door de kerk. The Interview, waar als gevolg van een hackschandaal en angst voor eventuele represailles zoveel controverse over ontstond, krijgt alsnog gewoon een officiële release in de Nederlandse bioscopen. Een besluit dat je als filmliefhebber alleen maar kunt toejuichen. Niet omdat de nieuwste samenwerking tussen Evan Goldberg en Seth Rogen nou zon hoogstaande komedie heeft opgeleverd, maar eerder omdat een situatie waarin een machtspartij kan bepalen wat wel en niet vertoond mag worden, funest is voor vrijwel iedereen binnen of buiten de creatieve sector. Hiermee is er ongetwijfeld meer gewicht aan de film komen te hangen dan de betrokkenen vooraf voor ogen hebben gehad, aangezien The Interview voornamelijk uitblinkt in plat vermaak. Maar wellicht is dat juist precies waar we op dit moment aan toe waren.
Voor een recensent is het namelijk lastig om bepaalde films los te kunnen van het maatschappelijke klimaat waarin ze worden uitgebracht. In deze inktzware januarimaand van het nieuwe jaar zijn de woorden vrijheid van meningsuiting nog meer ter discussie gesteld dan ooit tevoren. Een vrijheid die deze weken steeds vaker wordt ingeperkt met de dreiging van geweld. Terwijl de gebeurtenissen in Parijs nog vers in ons geheugen staan gegrift, dreigde Noord-Korea een week geleden nog om het filmfestival van Berlijn te straffen voor het vertonen van The Interview. Dat het hier om een gelijknamige korte film uit 1960 van een arme drommel genaamd Ernest Pintoff ging zag men toevallig even over het hoofd. Wanneer angst een wapen is geworden om het volk te onderdrukken, is een protestactie onvermijdelijk: humor is het enige gepaste antwoord.
Hoewel Goldberg en Rogen deze boodschap goed lijken te begrijpen, hoeven we ondanks de huidige omstandigheden niets nieuws uit hun koker te verwachten. In wezen brengt The Interview dan ook niet veel anders dan de gemiddelde bromance'-film die we van het duo gewend zijn. James Franco speelt Dave Skylark, een wat naïeve maar overenthousiaste presentator van een succesvol entertainmentprogramma; Rogen zijn jolige, maar ietwat serieuzere sidekick Aaron. Met optredens van Eminem en Rob Lowe als gasten van de show levert dit meteen al een paar geinige fragmenten op, maar buiten dat kampt de film de eerste helft nog wel met enige opstartproblemen. Aan een gebrek aan komedie ligt dat overigens niet, aangezien Goldberg en Rogen grossieren in melige grappen en grollen met veelal een banale of homo-erotische ondertoon.
Toch komt de film pas echt op dreef wanneer het duo in Noord-Korea is aanbeland. Niet in de laatste plaats vanwege de voortreffelijke bijdrage van Randall Park als Kim Jong-un. Park weet van de dictator haast een sympathieke gozer te maken, een onhandige sul met een voorliefde voor margaritas en Katy Perry die onmogelijk in de voetsporen van zijn vader zou kunnen treden. Echter, niet geheel ontegenstrijdig met het Noord-Korea dat we de afgelopen weken in de media hebben gezien, schiet het staatshoofd volledig uit zijn slof wanneer kritische tongen zijn regering in twijfel trekken. Gezien de platheid van de grappen die The Interview met zich meebrengt is de hele commotie rondom de film dan ook moeilijk te bevatten. Het idee van Kim Jong-un (de echte) die volledig door het lint gaat vanwege een film die het bestaan van zijn anus in twijfel stelt, is haast te absurd voor woorden.
Het is dan ook overduidelijk dat Goldberg en Rogen nooit de intentie hebben gehad om een bijtende satire te maken. Vooruit, zaken rondom de concentratiekampen en hongersnood in het land worden her en der wel ter sprake gebracht, maar nergens spoort de film aan tot dieper nadenken. Het tegenovergestelde is waar, want The Interview biedt voornamelijk ongecompliceerde humor zonder enige pretenties. Maar ook dát valt onder vrijheid van meningsuiting. Dictators en terroristen kunnen geridiculiseerd worden met een zorgvuldig doordacht opiniestuk of een venijnige spotprent, maar evengoed met puberale platheden van het meligste soort.
Aangezien het de taak van de recensent om een film uiteindelijk op enigszins objectieve wijze op zijn kwaliteit te beoordelen, staan er onder deze tekst een aantal sterren. Niet de hoogste beoordeling op deze site, ook niet de laagste. Toch is een bioscoopbezoek ten zeerste aan te raden aan iedereen die The Interview nog niet via andere kanalen gezien heeft. Vlijmscherpe satire is het niet, maar misschien juist wel precies de dosis luchtigheid waar we in deze grimmige tijden behoefte aan hadden. Het is te hopen dat de Opperste Leider, wanneer hij de verleiding niet kan weerstaan en zijn gehackte kopie van The Interview toch opzet, schuddebuikend van het lachen een Koreaans biertje over zijn legeruniform uitproest en zich hardop afvraagt: Waar heb ik me al die tijd toch zo druk over gemaakt? Poep- en plashumor is immers van alle culturen.