Onze planeet, misschien zelfs wel ons complete zonnestelsel verhoudt zich tot het gehele universum als een zandkorrel tot de Sahara. Nu er zelfs op Mars stromend water blijkt te zijn, kan het haast niet anders dan dat er andere planeten zijn waarop leven mogelijk is of wellicht zelfs bestaat. Dat is niet slechts een aanname of zelfs een logische gevolgtrekking. Het kan haast niet anders of we zijn niet de enige planeet met een immense diversiteit aan leven. De kans op leven elders is weliswaar klein omdat er aan een groot scala aan voorwaarden moet worden voldaan. Maar omdat het universum zo gigantisch en onvoorstelbaar groot is, is de kans dat er ergens miljarden lichtjaren hier vandaan een wereld net zoals de onze is, meer dan aannemelijk. De vraag is echter of de natuurwetten het mogelijk maken dat onze wereld in contact komt met een andere. Er zijn boeken over volgeschreven en Hollywood gaat helemaal los bij de gedachte dat we buitenaards leven verwelkomen.
Maar laten we er eens vanuit gaan dat het echt zo ver is. Een buitenaards ruimteschip landt op onze aarde. Komen ze in vrede? Hebben ze al wat van onze wereld meegekregen omdat we pakketjes waarin de aardse samenleving is vervat de ruimte in hebben gestuurd? En hoe reageren ze dan op het vermogen van de mens om oorlog te voeren, want die duistere zijde van onze beschaving hebben we in het pakketje Aarde voor Buitenaardse Dummies maar even achterwege gelaten. Het is een grotendeels theoretisch, haast filosofisch gedachtenexperiment. Maar de Deense documentairemaker Michael Madsen (niet te verwarren met de acteur) probeert het met The Visit (niet te verwarren met de laatste thriller van M. Night Shyamalan) in praktijk te brengen. In zijn tekstuele voorwoord vermeldt Madsen dat de uitwerking van een ontmoeting met buitenaards leven dat hier op visite komt helemaal fictief is, maar de instanties die er hun gedachten op loslaten bestaan allemaal echt. Zo kennen de Verenigde Naties een Outer Space Office, een afdeling die zich met buitenaards leven bezighoudt, maar komen ook andere vooraanstaande geleerden en wetenschappers van onder andere de International Space University aan het woord.
Alle officiële instanties die er in de toekomst ook maar zijdelings mee te maken kunnen krijgen, hebben draaiboeken klaarliggen voor de dag dat de aliens op de koffie komen. The Visit is een merkwaardige documentaire omdat het helemaal uitgaat van een gebeurtenis waar we ons eigenlijk helemaal niets bij kunnen voorstellen. Het slagen van Madsens gedachte-experiment valt of staat met de vraag of je er als kijker in mee kunt gaan. Hij en zijn ondervraagden maken zich bewust geen voorstelling van het uiterlijk of de vaardigheden van onze verre buitenaardse buren. Want tegelijkertijd loert het gevaar dat hoe concreter de filmmaker de situaties en scenarios maakt, hoe ongeloofwaardiger het lijkt te worden. Dit wordt pijnlijk duidelijk als een wetenschapper een gigantisch oranje pak aantrekt en als een vijfde Teletubbie rondbanjert, terwijl hij vertelt wat hij mogelijkerwijs, in theorie, ervaart. Op dat soort momenten verliest Madsen krediet. Dit geldt eveneens voor de introductie waarin hij sprekers die er verstand van hebben het woord laat richten tot de buitenaardse bezoeker.
The Visit is een gewaagde documentaire en deze vorm van lef is dapper. Madsen gaat verder dan de wat als-vraag, maar zelfs met zijn geïnterviewden van behoorlijk statuur weet de documentairemaker het toch wel enigszins lachwekkende uitgangspunt niet helemaal serieus te benaderen. In haar zeventigjarige bestaan is bij de Verenigde Naties zegge en schrijve één keer de situatie van contact met een buitenaardse beschaving besproken. Na het zien van Madsens documentaire is het geloof in aliens niet veranderd, maar het hoe en wat is alleen maar discutabeler geworden.