Met het verstrijken van de tijd ontstaat voortschrijdend inzicht en verdwijnt naïviteit. Dit is zeker het geval bij de documentaire. Nog afgezien van de opiniërende docu zoals die van Michael Moore, wordt er behoorlijk wat afgemanipuleerd bij de documentaires die we in groten getale op ons afgevuurd krijgen. Filmmakers kunnen natuurlijk de zaak flink beïnvloeden door in de montage een shot af te kappen of net die ene invalshoek buiten beschouwing te laten, maar het kan nog erger. Bijvoorbeeld door zaken te ensceneren of mooier voor te stellen dan ze zijn.
De makers van natuurdocumentaires kunnen er wat van. Getuige publiekstrekkers als March of the Penguins en Disneys Chimpanzee is het tegenwoordig mode om een fictief narratief met de beelden te verweven, door dieren menselijke eigenschappen en een heus plot mee te geven. Daar is niets mis mee, mits het binnen de perken wordt gehouden, maar juist bij deze matiging loert het gevaar. Het Franse Les Saisons is zo'n voorbeeld.
De shots die de makers genereren zijn net een tikkeltje te mooi gefilmd. Vanuit de juiste hoek en met wel heel mooi getimede effecten. Zo rent relatief vroeg in de film een everzwijn door het beeld dat minutieus door de camera wordt gevolgd. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen, vraagt een onbenullig stemmetje in je hoofd zich af. Een milliseconde later valt het kwartje: de camera is op een rails gemonteerd en dollyt vrijwel synchroon mee met het overduidelijk getrainde wilde varken. Het gevolg is dat je je bekocht voelt, want pretendeert een natuurdocumentaire immers niet dat je de werkelijkheid krijgt voorgeschoteld?
De opzet van het natuurportret van Jacques Perrin en Jacques Cluzaud, de mannen achter het ook al zo naar hun hand gezette belerende milieulesje Océans, vraagt er eigenlijk ook wel om. Na aanvankelijk nog de ongerepte schoonheid van een eeuwigdurende winter te tonen, zet de dooi in. Het wisselen van de seizoenen gaat gelijk op met het verstrijken van de laatste ijstijd. De natuur ontwaakt en de mens doet zijn intrede. Letterlijk, want de regisseurs laten acteurs door de bossen lopen. Deze stijlbreuk is bewust ingezet, want deze documentaire gaat over het samengaan van dier en mens, maar doet veel afbreuk aan de authenticiteit van de prachtige beelden die eraan voorafgingen. Het maakt je bovendien alert op nog veel meer artificiële toevoegingen: het geluid dat flink versterkt is, het gemanipuleerde licht en de gekunstelde plotelementen waarbij dieren die geen moer met elkaar te maken hebben opeens de interactie met elkaar aangaan. Je gaat haast denken dat de beesten zijn komen opdraven in een studio vol microfoons of chromakeyschermen.
De aftiteling leert dat er dieren zijn getraind om het er allemaal leuk uit te laten zien. Met de zaken een beetje mooier voorschotelen dan ze zijn is weinig mis, maar tegenover Les Saisons zijn zo veel documentaires te zetten die daadwerkelijk de natuur laten zien zoals ze is. Het werk van Perrin en Cluzaud roept scepsis op en hun nieuwste is hierop geen uitzondering. Hun stijl zal niet iedereen kunnen bekoren. De regisseurs filmden door heel Europa, ons land incluis, hun natuurverhaaltje bij elkaar.