Johnny English Strikes Again
Recensie

Johnny English Strikes Again (2018)

Hoogste tijd dat de Britse stuntelspion gaat genieten van zijn pensioen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 31 sec
Regie: David Kerr | Cast: Rowan Atkinson (Johnny English), Ben Miller (Bough), Emma Thompson (Prime Minister), Olga Kurylenko (Ophelia), Jake Lacy (Jason Volta), Adam James (Pegasus), e.a. | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2018

Tijden veranderen. Konden spionnen de klus vroeger gewoon nog klaren met een exploderende pen, anno 2018 is er meer nodig om een schurk met een tablet te bestrijden. Of toch niet? Johnny English Strikes Again - het derde deel in de reeks - probeert de charme van ouderwetse spionagefilms intact te houden, maar wil stiekem ook meebewegen met het huidige digitale tijdperk.

Wanneer de Britse geheime dienst wordt getroffen door een cyberaanval, komen de persoonlijke gegevens van alle werkzame spionnen op straat te liggen. Alleen de oude garde blijft buiten schot, waar Johnny English deel van uitmaakt. Hij heeft zich teruggetrokken uit het undercoverwereldje en doceert 'aardrijkskunde' op een basisschool. Door een stompzinnig ongeluk blijft hij echter als enige geschikte kandidaat over om de dader achter de cyberaanval op te sporen.

Hoewel een tikkeltje sleets, is de 'old school'-benadering van de makers in eerste instantie nog best aardig. Johnny English heeft voor zijn missie de beschikking over allerlei hypermoderne middelen - waaronder een compleet wagenpark aan hybride auto's - maar hij opteert uiteindelijk toch gewoon voor een pistool en een knalrode, op benzine rijdende Aston Martin. De knipogen naar zijn serieuze vakbroeder James Bond zijn vet: ook Johnny English bestelt aan de bar graag een gepersonaliseerde cocktail, zij het met een vleugje Parmezaanse kaas.

Zo zijn alle avonturen van Johnny English ook bedoeld: als parodie op de Bond-films. Hier dus geen spion die doordacht te werk gaat, maar een onbenul van de bovenste plank, die paradoxaal genoeg door zijn gestuntel elke hoofdmissie tot een goed einde weet te brengen. Slapstickhumor en een barrage aan ontzettend flauwe grappen zijn daarbij de onvermijdelijke uitkomst. Het probleem is niet zozeer hoofdrolspeler Rowan Atkinson, want hij weet die kolder met zijn malle gezichtsuitdrukkingen en perfecte gevoel voor timing nog best te verkopen. Het zit hem eerder in de opbouw van de grappen, die telkens dezelfde is: de Britse stuntelspion beweert dat hij een situatie onder controle heeft of dat hij weet hoe een bepaald apparaat werkt, en vervolgens gebeurt het tegenovergestelde. Dat werkt prima voor een serie reclamespotjes - waarvoor het personage oorspronkelijk bedacht is - maar niet voor een volwaardige speelfilm, zeker niet als het nummer drie op rij is.

Het plot is bovendien heel erg doorzichtig: het kost geen enkele moeite om te achterhalen wie de schurk is. Natuurlijk is Johnny English Strikes Again helemaal niet het soort spionagefilm om de kijker met een ingewikkeld complot om de oren te slaan, maar het is wel wenselijk dat de makers proberen om wat creatiever uit de hoek te komen. Succesnummers uit deel één en twee (onder andere de mishandeling van een bejaard vrouwtje) vinden wederom een plekje in het scenario en dat maakt deze spionagekomedie volkomen inwisselbaar. Hoogste tijd voor Johnny English om zijn maatpak aan de wilgen te hangen en lekker van zijn pensioen te gaan genieten.