Misschien is de grootste les van Till Death wel: geef Megan Fox lekker wat te doen. De scènes waarin ze handelingen moet uitvoeren zijn namelijk vele malen beter dan die waar ze emoties moet uitbeelden. Dat gezegd hebbende, hebben we hier toch een verdomd lekkere actiethriller te pakken. En vooral beter dan je vooraf misschien zou denken. Dat heeft niet op zijn minst te maken met de premisse, die even belachelijk als vermakelijk is.
Bij sommige films is het interessanter - en minder spoilergevoelig - om een situatie te beschrijven dan om het hele begin van het verhaal te verklappen. Dus hier gaat ie: ongeveer een half uur op weg vindt onze hoofdpersoon, Emma, zichzelf moederziel alleen in een afgelegen vakantiehuisje. Buiten is alleen maar sneeuw en ze heeft geen telefoon of manier om weg te komen. Bovendien is ze vastgeketend aan een lijk. Wie dood is, en hoe Emma daar is gekomen maakt even niet uit. Want wie wil nou niet zien of en hoe Megan Fox zich uit die benarde situatie weet te redden?
Till Death is lekker kort en klein gehouden. Net geen anderhalf uur speelduur, lekker weinig personages. Daarmee is het een razend economische film, maar ook een die haarfijn is uitgekiend. Er gebeurt niks wat niet op een bepaalde manier een pay-off krijgt. Het gevaar waar Emma in wordt gesmeten, keer op keer, barst van de spanning. En de actie is bijzonder fijn in beeld gebracht, wat getuigt van een uitgebreide voorbereiding.
Dat zie je er niet meteen aan af. De allereerste scène, waarin Emma interactie heeft met bijpersonage Tom, doet namelijk nog het ergste vermoeden. We krijgen een houterige dialoog die bulkt van de clichés, en een eerste traktatie op het grootste minpunt van de film: het acteerwerk van Megan Fox. Ze krijgt nauwelijks iets van emotie uit haar gezicht geperst, en kan zeker haar tekst niet overtuigend brengen. Gelukkig zijn er op het hoogtepunt vooral scènes waarin ze dingen moet doen, en weinig hoeft te praten. En dus draait haar aanwezigheid deze film niet compleet de nek om.
Het overige acteerwerk in de film is ook niet per se van topniveau, maar het volstaat. Callan Mulvey straalt nog wel lekker gevaar uit. Maar de enige die écht lijkt te beseffen in welke film hij zit, is Eoin Macken. Hij speelt Mark, de echtgenoot van Emma, en geniet duidelijk van elke seconde dat hij dat personage leven inblaast. Macken schmiert er lekker op los, en dat geeft precies de lol die je wilt voelen bij een film als deze. De rest van de tijd moeten we het hebben van de absurditeit van het verhaal en de vernuftigheid van de actie. Gelukkig houden die zich prima staande.
De echte ster van de film is de kersverse regisseur S.K. Dale. Na deze film is het misschien goed om hem eens een groter budget te geven, zodat we kunnen zien wat hij daarmee kan uitvogelen. Aan de andere kant toont hij nu vooral talent voor een elegante actiethriller op een bescheiden locatie en met weinig personages. Misschien moet hij dat geld eerst en vooral in een betere cast pompen. Mocht Megan Fox dan per se terug willen komen, dan liefst met zo min mogelijk tekst.