'Pandabeer in Afrika': beter goed gejat dan slecht bedacht
Recensie

'Pandabeer in Afrika': beter goed gejat dan slecht bedacht (2024)

Inspiratiearme animatiefilm van eigen bodem is hooguit vermakelijk voor de doelgroep.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Richard Klaus Claus en Karsten Kiilerich | Scenario: Richard Klaus Claus, Karsten Kiilerich , Rob Sprackling, e.a.| Cast (stemmen): Yootha Wong-Loi-Sing (Ping), Maurits Delschot (Jojo), Georgina Verbaan (Jielong), Sedale Hoogvliets (Ade), Marcel Jonker (Malume), Fenna Ramos (Niala), e.a. | Speelduur: 84 minuten | Jaar: 2024

Het is voor verhalenvertellers bijna onmogelijk om met een origineel idee op de proppen te komen. Bijna elk verhaal is al verteld en terug te brengen tot enkele basisthema's. Voor filmmakers ligt de uitdaging niet in het creëren van iets totaal nieuws, maar in het vinden van een unieke invulling. Zoals een Chinese pandabeer die afreist naar de Afrikaanse savanne om zijn ontvoerde drakenvriendin te zoeken.

De overwegend Nederlandse coproductie Pandabeer in Afrika speelt wel erg leentjebuur bij bekende animatiefilms. Gooi Kung-fu Panda, Madagascar, Raya and the Lost Dragon en vooral The Lion King in de blender en het resultaat is de animatiefilm van Duitser Richard Klaus Claus en Deen Karsten Kiilerich. Dat hebben de makers ook wel ingezien, want er wordt opzichtig geknipoogd naar het iconische beeld van een leeuwenwelp die op een rots aan het dierenrijk wordt getoond.

Welp Ade krijgt voor zijn verjaardag van zijn boze oom, in wie we natuurlijk Scar herkennen, een draak uit China. Het mythische wezen kan tegenstanders bevriezen met haar adem. Ideaal om de rivaliserende hyenaroedel van de leeuwenrots te houden. Draak Jielong is echter het maatje van pandabeer Ping, die met lede ogen moet toezien hoe ze ontvoerd wordt.

Met moderne animatietechnieken is het geen enorme kunst om de beelden er geweldig uit te laten zien, maar Pandabeer in Afrika schiet tekort in de details. Het is de makers vergeven dat Ping een zwart staartje heeft (panda's hebben een witte), maar het is wel slordig. Veel kwalijker is het copypasten van dieren zodra ze met velen zijn. Alle stokstaartjes, neushoorns, jakhalzen, giraffes en slangen die aan komen kruipen, galopperen of huppelen zien er onderling vrijwel hetzelfde uit. Zelfs hun vachtpatronen, gezichtsuitdrukkingen en haardrachten zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Het zal vast de kosten drukken, maar het getuigt ook van gemakzucht.

Verhaaltechnisch is er weinig nieuws onder de Afrikaanse zon. De jonge doelgroep zal het echter een worst zijn dat het brutale aapje Jojo de zoveelste standaardsidekick vormt. Of dat Ades onvermogen om een angstaanjagende brul ten gehore te brengen precies op het goede moment tot uitbarsting komt. Min of meer hetzelfde geldt voor Jielong die niet kan vliegen omdat ze de juiste innerlijke rust mist. Geloof in jezelf en in vriendschap, zo luidt het credo.

Een animatiefilm van eigen bodem van dit kaliber is zeldzaam. En dat terwijl we in Nederland toch best wat potentie in huis hebben, getuige het succes van bijvoorbeeld Knor en het oogstrelende werk van Michael Dudok de Wit. Op veel vlakken slaat Pandabeer in Afrika de plank mis, maar als je op een herfstachtige zaterdagmiddag met je kinderen naar de bios wil, dan biedt de film voldoende vermaak om ze anderhalf uur geboeid te houden.