In de meeste zombiefilms zijn de ondoden ofwel hondsdolle hijgers ofwel slenterende slaapwandelaars. Debuterende Noorse cineaste Thea Hvistendahl en Zweedse Let the Right One In-schrijver John Ajvide Lindqvist vonden dat het anders kon. In Handling the Undead reageren de ondoden amper en lijken ze geen directe bedreiging te vormen. Je zou ze kunnen vergelijken met vleesetende slakken. Die originele insteek levert een heel andere ervaring op dan de bekendste films in het genre: George A. Romero's satirische huiverreeks Living Dead en Brad Pitts actiespektakel World War Z. Hvistendahls film heeft meer gemeen met een psychodrama dan met een huiverfilm.
Handling the Undead verstrengelt drie subplots. Anna heeft net haar zoontje verloren en ziet het leven niet meer zitten. Haar vader probeert haar te steunen, maar weet niet hoe hij met haar wanhoop moet omgaan. Tot hij het graf van zijn kleinzoon bezoekt. David verneemt dat zijn overleden vriendin plots levend is geworden, maar ze staart voor zich uit alsof ze een drugsverslaafde is. Hoe moet hij haar toestand uitleggen aan haar kinderen? En bejaarde Tora is blij wanneer haar levenspartner uit haar kist opstaat.
De verhalen komen nooit samen. Ze leveren wel drie verschillende reacties op de terugkeer van een geliefde. Anna houdt halsstarrig vast aan haar zoontje, ook al weet ze dat hij er niet echt meer is, David ervaart het mirakel eerder gelaten, als een verlenging van het rouwproces en Tora ziet in het fenomeen enkel het positieve in en wil niet aan de consequenties denken. Wat de drie protagonisten gemeen hebben, is dat ze krijgen wat ze diep in hun hart wensen. Alleen moeten ze het stellen met een lichaam zonder ziel. Een vergiftigd geschenk van een opperwezen.
Het herrijzen van de doden zou kunnen te maken hebben met een vreemd elektrisch veld dat zich tijdens een zeer zwoele nacht manifesteerde. Die mogelijke verklaring heeft geen enkel belang, maar dient uitsluitend om het realisme te versterken. Thea Hvistendahl wil immers dat je haar film ervaart als een obscuur Ingmar Bergman-psychodrama in de sfeer van Hour of the Wolf over het niet kunnen loslaten van een overleden geliefde. De toeschouwer wordt van dat realisme kortstondig bewust gemaakt wanneer een kind een videogame over zombiejagers speelt. De klassieke ondoden behoren hier tot de wereld van fictie (binnen de fictie).
Hoe realistisch ook, Handling the Undead is tezelfdertijd extreem stilistisch. Hvistendahl laat haar film baden in duisternis. Je ogen registreren kleur, maar na afloop heb je de indruk dat je naar een zwartwitfilm keek. Handling the Undead is daarnaast bijzonder traag. Niet zoals een Tarkovsky-film. De beelden van leegte en eenzaamheid zijn niet bedoeld voor contemplatie, maar om de kijker een ongemakkelijk gevoel te geven. Alsof er een instantie is die emotieloos observeert. Het morbide sfeertje wordt bovendien versterkt door de dialogen te beperken tot de meest essentiële. Je krijgt bijna het gevoel dat je aan iemands doodsbed staat.
De trage, stille en registrerende aanpak en de schuifelende aanhef hebben echter ook een nadeel, zeker voor een film van onder de honderd minuten. Veel gebeurt er eigenlijk niet en grote verrassingen moet je in de derde akte niet verwachten. Deze film moet het volledig hebben van die specifieke sfeer. De kans bestaat dan ook dat ongeduldige toeschouwers snel zullen afhaken. Toch biedt Handling the Undead een zeldzame ervaring. Dat besef je pas wanneer na een tijdje je reukorgaan, door wat je ziet en hoort, zo wordt geprikkeld dat je het rotten van de lichamen opvangt.