Boegbeeld van de Star Wars-productielijn Daisy Ridley laat zich van een ingetogen kant zien als de stille kantoorwerkster Fran in Sometimes I Think About Dying. Een al te gepolijst script hindert echter het sombere gemoed dat haar spel oproept. Ze brengt haar dagen door achter het scherm en schenkt haar over koetjes en kalfjes pratende collega's weinig aandacht, totdat de kletserige Robert bij het team komt. Tussen de twee ontspint zich een delicate romance, die Fran dwingt meer en meer uit haar comfortzone te treden.
Filmmaker Rachel Lambert bouwt de droevige sfeer op met subtiele tableaus van Frans doodsfantasieën. In glaciaal tempo glijdt de film voort, waarbij in muzikale ellipsen à la Yasujiro Ozu het mistroostige landschap van Oregon opdoemt. De wouden en kusten van de omgeving roepen een melancholie op die doet denken aan het videospel Life Is Strange. Maar ondanks zulke associaties met andere werken voelen Lamberts stijlkeuzes toch zo eigenzinnig als Fran zelf.
Spartaans kadreert ze de stroeve interacties tussen Fran en anderen, waarbij de nadruk ligt op Ridleys flegmatische blikken. Waar Todd Solondz (Happiness) met eenzelfde interesse voor ongemak de gruwelijkste kant van de mens naar boven haalt, borrelen hier echter warmere gevoelens op, onder andere door de gezelligheid die Fran op de achtergrond gadeslaat. Haar collega's kleppen als in een Joe Swanberg-film (Hannah Takes the Stairs). De ambiance van al dat geklets terwijl ze naar spreadsheets staart, voelt als een ruis waarin mens en object zich vermengen.
Tijdens een feestje zet ze haar fantasie in wanneer ze bij een weerwolvenachtig spel doodgaat, een vriendelijk moment waarop ze ieders hart wint. Frans ijzige voorkomen bevat een droogkomisch aspect, hoe direct ze haar voorkeur voor hüttenkäse deelt tijdens een voorstelrondje tot het eerste contact met Robert via zakelijke chats. Dave Merheje als de romantische tegenhanger komt sympathiek en oprecht geïnteresseerd over, maar hoe weinig gras hij erover laat groeien breekt het tempo bruusk op.
Want aan de ene kant zet Lambert de sombere sfeer heel precies op, aan de andere kant doet ze die onrecht aan in hoe ze alle stukken van het scenario uitspeelt. Wanneer Fran een bakkerij inloopt om donuts te halen, moet een oud-collega daar in dialoog nog even het opgedane inzicht herhalen. Ook het voor romantische films verplichte nummertje waarop de liefde even pauzeert, komt onoprecht over.
Niet alleen stilistisch is zulk schrijfwerk inconsistent met het symfonische gedicht over Frans belevingswereld, maar ook met haar persoonlijkheid. De manier waarop ze sociale situaties te lijf gaat, lijkt binnen het autismespectrum te vallen. Maar de conclusie over uit je schulp treden voelt daar te weinig mee samenhangen, ondanks een innemend laatste tableau dat al uitzoomend verschijnt. Zo intrigeert Sometimes I Think About Dying wel, maar kadert de film Frans psychologie en de droefheid te veel in.