Le Gang des Bois du Temple is al een goede twintig minuten bezig wanneer duidelijk wordt tot welk genre de film behoort. Wat tot dan toe een 'slice of life' over enkele banlieubewoners lijkt te zijn, blijkt eigenlijk een misdaadthriller over enkele vrienden die bij een nachtelijke overval een hoop waardevolle eigendommen buitmaken. Waar ze echter niet op gerekend lijken te hebben, is dat de eigenaar daarvan, een Saoedi-Arabische prins, dat niet zomaar over zijn kant laat gaan.
Dat deze overval niet alleen voor deze prins maar ook voor de kijker als een verrassing komt, heeft ermee te maken dat de voorafgaande twintig minuten vrijwel geen hints bevatten naar dit criminele plan. Pas wanneer de mannen ineens hun geweren tevoorschijn halen, dringt door over wat voor soort afspraak twee van hen het eerder hadden.
De meeste films waarin een overval centraal staat, trekken behoorlijk wat tijd uit om de voorbereidingen daarvan te tonen. Le Gang des Bois du Temple slaat die fase over en gaat volledig over de nasleep. Een mooi uitgangspunt, maar voor maximale effectiviteit had de film dan misschien direct moeten beginnen met deze overval, in plaats van eerst nog een klein halfuurtje te meanderen. De openingsfase heeft namelijk niet bijster veel interessants te bieden.
Een groot deel van die eerste akte is gereserveerd voor een buurman die rouwt om de recente dood van zijn moeder. Deze man, Pons geheten, heeft weliswaar het respect van zijn criminele buurtgenoten, maar verder weinig met hen te maken. Pas in de laatste twintig minuten wordt duidelijk waarom de kijker er steeds aan wordt herinnerd dat Pons toch echt een personage is in plaats van een figurant.
Le Gang des Bois du Temple poogt de overvalfilm te ontdoen van de gebruikelijke sensatie en op een sociaal-maatschappelijke manier te benaderen, maar komt daarbij niet verder dan een behoorlijk droge vertelling. Schrijver-regisseur Rabah Ameur-Zaïmeche vermijdt weliswaar de clichés van het genre - er is weinig cools aan deze overvallers - maar zet daar niets tegenover dat voor een spannende of interessante kijkervaring zorgt.
Wellicht komt dat door het ietwat versnipperde perspectief. De overvallers leren we nauwelijks kennen (hooguit als een collectief), buurman Pons staat het merendeel van de tijd in de coulissen te wachten en de wraakzuchtige Arabische prins is in al zijn minimalisme nauwelijks een personage te noemen. Slimane Dazi maakt nog wel een goede indruk als ingehuurde speurneus, maar helaas verdwijnt die direct uit de film zodra zijn taak erop zit.
De vraag dringt zich dan ook op of dit verhaal niet beter had kunnen worden verteld met een beperkter perspectief. Misschien had Ameur-Zaïmeche gewoon volledig moeten inzetten op hoe het leven in de banlieu deze vriendenclub de branie heeft gegeven om te denken dat ze wel even een prins kunnen beroven. Een soort schelmenverhaal dat ineens een heel stuk grimmiger wordt wanneer blijkt dat zo'n criminele daad consequenties heeft.
Of misschien had alles omtrent die overval wel gewoon buiten beeld kunnen blijven. Door volledig het perspectief van Pons aan te houden zou de film draaien om een betrokken toeschouwer die door heeft dat zijn buurtgenoten een overval beramen, maar daar niets aan kan doen - de politie bellen is immers niet echt een optie - om uiteindelijk van dichtbij de consequenties van deze ondoordachte misdaad te moeten aanschouwen. Als je dan toch sociaal-maatschappelijke cinema wilt bedrijven én de genreclichés wilt vermijden, gá er dan ook voor.