'Treasure': knullig opgediende Holocaust-dramedy
Recensie

'Treasure': knullig opgediende Holocaust-dramedy (2024)

Een dochter neemt haar vader mee terug naar Auschwitz, maar de film onderdrukt de emoties net zoveel als hij.

in Recensies
Leestijd: 3 min 47 sec
Update:
Regie: Julia von Heinz | Scenario: John Quester, Julia von Heinz | Cast: Lena Dunham (Ruth), Stephen Fry (Edek), Zbigniew Zamachowski (Stefan), Iwona Bielska (Zofia), Tomasz Wlosok (Tadeusz), e.a. | Speelduur: 113 minuten | Jaar: 2024

Treasure bevat een scène waarin een dochter uit een openbaar toilet komt, haar vader niet meer op zijn plek ziet staan en een toiletmedewerker om hulp vraagt. Een Hollywoodscenarist zou deze dialoog erbij kunnen schrijven: "Excuse me, did you notice the older man who was standing here? Do you know where he went?". De Europese scenarist van Treasure maakt er minder woorden aan vuil: "Did you see where he went?" Wat is het toch met die lompe onrealistische gesprekken die Europese schrijvers hun personages laten voeren?

New Yorkse journalist Ruth boekt een vakantie naar Polen omdat ze graag de oude buurt van haar ouders wil opzoeken en Auschwitz wil zien waar zij gevangen werden gehouden. Haar vader, sinds een jaar weduwnaar, eist dat hij met haar meegaat. Ze heeft er op de luchthaven al spijt van wanneer hij zijn vlucht mist, en dat is pas het begin van hoe al haar plannen ontsporen.

'Gebaseerd op een waargebeurd verhaal' staat aan het begin van de film. 'Gebaseerd op een fictieve roman' staat op de aftiteling. Beide kloppen. De Australische Lily Brett verwerkte haar eigen ervaringen tot het boek Too Many Men waarop deze film gebaseerd is. Heeft de film die dubbele disclaimer nodig om meer tranen te trekken?

Nergens voor nodig, uit het materiaal zelf zijn heel wat gevoelens te persen. In theorie. Het speelt zich af in 1991. Wanneer vader Edek de luchthaven verlaat en weigert de trein in te stappen, is meteen duidelijk dat deze man in zijn jonge jaren is opgepakt door de nazi's en het verleden niet wil oprakelen. Maar toch is de eerste akte voornamelijk een verzameling van momenten waarop Ruths vader haar reeds geplande zaken overhoop haalt en tegen haar liegt. De kromme dialogen en rommelige situaties maken het Lena Dunham (vooral bekend van de serie Girls) erg lastig, maar haar acteerprestatie is alsnog teleurstellend te noemen. In de huilscènes lijkt ze wel een amateur.

Ook het script laat steken vallen. Vader Edek maakt op een avond wat rotopmerkingen over Ruths eetgewoonten, maar de film komt daar nooit meer terug, behalve dat we Ruth de volgende dag zien hardlopen. Ook andere plotlijnen introduceren zaken die in het luchtledige verdwijnen.

Pas wanneer Ruth en Edek zijn oude woning betreden, gaat de film wat meer de diepte in. De familie die er nu woont is er ingetrokken op praktisch dezelfde dag dat Edek en zijn ouders er in 1940 werden uitgegooid. Terwijl Edek op de bank van zijn ouders zit en naar zijn moeders theepot kijkt, vertellen ze hem dat het pand leeg stond. Dit moment is ontzettend sterk.

Edek staat op en vertrekt, maar het verhaal krijgt geen kans om te floreren. Dit is een film over een getraumatiseerde en gekwetste man; het is wachten op het moment dat hij zijn gevoelens eindelijk toelaat. En in dit soort films vindt die emotionele ontlading nou eenmaal op het einde plaats. Tot die tijd houdt de film de kijker op afstand.

Alle beelden hebben een zachte waas, waarschijnlijk een keuze van de makers omdat het verhaal zich dertig jaar geleden afspeelt. Het stoort. Wel effectief is het koude, grauwe en verlepte Polen, maar als het ineens sneeuwt, is duidelijk dat deze plek ook schoonheid kent. Stephen Fry speelt overtuigend een koppige Joodse man die altijd maar mooi weer wil spelen, en oprecht van zijn dochter houdt en zich niet bewust is van het feit dat hij haar dit nooit duidelijk heeft gemaakt.

Wanneer ze in Auschwitz belanden en een persoonlijke tour krijgen vertelt Edek luchtig, met een haast opgewekte toon, over hoe hij alles nog herkent. Hier is het spoor waar zijn trein in het kamp arriveerde, daar is zijn barak. Op dit moment smeekt de kijker net als Ruth inwendig dat hij ophoudt met pijn afketsen en de waarheid onder ogen te zien. Gelukkig is het niet lang wachten op dit moment.

Hoe verder het avontuur van Ruth en haar vader gaat, hoe interessanter het wordt. Het uitgangspunt van een Holocaust-overlevende die terug gaat naar plekken waar zijn leven tot hel werd gemaakt is briljant. Maar de keuze om het personage van Edek de controle te geven over wanneer hij en de kijker gevoelens mogen ervaren, zorgt ervoor dat al het vuurwerk onaangestoken op de stoep blijft liggen. Het was waarschijnlijk nooit de bedoeling om een milde, luchtige drama-komedie over een Auschwitz-overlevende te maken.