Je als Europese underdogregisseur meten met Hollywood: het vraagt moed en kost relatief veel geld. Paul Verhoeven deed het succesvol in de jaren zeventig. Soldaat van Oranje leverde hem een ticket naar Hollywood op. Maar zijn opvolgers sneuvelden meestal roemloos in de zeer ongelijke strijd. Vlaming Julien Hayet-Kerknawi probeert het nu met een Engelstalig boeren/wraakdrama tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een debuut nog wel. Maar zijn ambities worden ondergraven door zijn gebrek aan ervaring en een beperkt budget. En helaas, hij is geen Verhoeven. Maar toch, ergens bewonder je de Ed Wood-gedrevenheid van deze debutant.
Toch is het vreemd dat Hayet-Kerknawi voor een klassiek, om niet te zeggen oubollig, oorlogsdrama koos. Tegenwoordig gaat men in dat genre compleet over de top in de stijl van Sisu of men brengt alles hyperrealistisch in beeld zoals in Im Westen nich Neues. The Last Front leunt meer aan tegen de oorlogsmelodrama's uit de eerste helft van de jaren zestig. Dat is niet per se een slecht idee, maar je moet een hedendaags publiek wel meekrijgen en je kunt zwaar ten val komen als je te hoog grijpt.
Protagonist van het verhaal is de Kortrijkse landbouwer Leonard die anno 1914 zich vooral zorgen maakt over de romantische relatie van zijn zoon met de dochter van de dokter, de enige man in het dorp met een auto. Rijk en arm gaan immers niet samen. En dan vallen de Duitsers binnen en het sociale conflict moet het veld ruimen voor een helse strijd tussen goed en kwaad. Het Duitse leger gedraagt zich immers als een bende psychopaten die impulsief op ieder levend wezen dat geen 'jawohl' roept, schiet. Voor Leonard zit er niets anders op dan Harrison Ford te worden.
Dat het Duitse leger zich honderdtien jaar geleden in Vlaanderen gedroeg als een horde wilde beesten is niet overdreven. De verhalen over de doortocht in Leuven blijven tot op de dag van vandaag nazinderen. Naar verluidt waren de Duitsers vooral bang voor de franc-tireurs die hen onverwacht onder vuur konden nemen. De bloedbaden waren veelal willekeurige wraakacties. Om die Duitse waanzin wat historische context te geven begint Hayet-Kerknawi zijn film met zo'n franc-tireur. Maar de montage is zo onhandig - te weinig shots? - dat de scène de mist ingaat.
De regisseur laat die historische context wat later helemaal vallen door de verantwoordelijkheid van die Duitse gewelddadigheid bij één psychopathische onderofficier te leggen, die bovendien enorm gefrustreerd rondloopt omdat hij de goedkeuring niet krijgt van zijn dominante Pruisische papa. Hij is een eenzijdige bad guy zoals we kennen uit simplistische Amerikaanse films. Je weet meteen dat hij het onderspit zal delven omdat hij zo'n idioot is. De regisseur had trouwens moeten luisteren naar een van de essentiële regels van Hitchcock: maak je slechterik net zo interessant, of interessanter dan je held.
Toch is de film zelf niet bedoeld als een karikatuur. In de tweede akte komt het verhaal in een hogere versnelling met een vermakelijk kat-en-muisspel tussen Leonard en de moffen. In die B-film-achtige scènes vindt Hayet-Kerknawi dan toch zijn draai, wat de toeschouwer op dat moment hoopvol zal stemmen. Maar de filmmaker houdt het niet vol, omdat hij geen budget had om meer climactische actie te filmen. Gelukkig is er nog de uitstekende Schotse ster Iain Glen uit Mountains of the Moon en Game of Thrones die de film min of meer drijvende houdt.
Maar ook Glen heeft het moeilijk om zich tijdens de melodramatische rustpauzes staande te houden. De kleffe, sentimentele conversaties die zijn personage voert met zijn overleden vrouw zou voor iedere acteur een onmogelijke uitdaging zijn geweest. Het talent van Glen kan de finale confrontatie echter onmogelijk van de ondergang redden. De sequentie werkt niet omdat ze bedolven wordt onder chaotische montage. Je hebt geen idee wie zich waar bevindt.
De filmbusiness is bikkelhard. Met enkel lef kom je er niet. Maar The Last Front zal vermoedelijk toch een spectaculaire leerschool zijn geweest. Als Hayet-Kerknawi lessen trekt uit deze ervaring zal hij misschien straks een zeer geslaagde film maken, een die iedereen wil zien.