Het Bijbelverhaal van de ogenschijnlijk zwakke David die het opneemt tegen de almachtige reus Goliath is een geijkt filmthema, getuige de vele varianten erop. De gewone man moet het bijvoorbeeld opnemen tegen instituten zoals de overheid of multinationals die over legers advocaten beschikken. Het Japanse drama Evil Does Not Exist van Ryûsuke Hamaguchi zet bovendien traditie af tegen wat velen als vooruitgang beschouwen. Die is immers toch niet tegen te houden, vinden de aanstichters met hun grote zak geld en gladde marketingpraatjes.
In het fictieve bergdorp Harasawa, op een uur rijden van Tokio, lijkt de tijd op een prettige manier stil te staan. Alleenstaande vader Takumi vult zijn dagen en portemonnee met het doen van klusjes voor de bewoners en ondernemers in het dorp. Het water in het beekje is zo zuiver dat je het kunt drinken, dus Takumi vult bijna dagelijks jerrycans voor zijn dorpsgenoten. Rust lijkt het 'unique selling point' van het dorp, om er maar eens een lelijke Engelse marketingterm tegenaan te gooien, maar deze dreigt te worden verstoord door de plannen van een multinational.
Het lijkt het bedrijf Playmode namelijk wel wat om een glamping naast het dorp te starten. De vergunningen lijken al op zak en voor de vorm jast men er nog even een informatiebijeenkomst voor de bewoners van Harasawa doorheen. Het verkooppraatje luidt dat het dorp volop zal profiteren van het te verwachten toerisme. De meeting begint gemoedelijk, maar na kritische vragen van de dorpsoudste blijkt het toch niet zo makkelijk om de bewoners te overtuigen. Zij vrezen niet alleen topdrukte, maar ook aantasting van hun leefomgeving.
Hamaguchi zet de kijker voortdurend op het verkeerde been in wat begint als een dialoogarme verkenning van de prachtige omgeving en de serene bewoners van Harasawa. Er wordt houtgehakt, water gehaald en noedels gegeten in de zaak van een voormalig bewoonster van Tokio die op zoek was naar rust. Waar aanvankelijk het perspectief opent bij de Takumi en zijn medebewoners, wordt het accent gaandeweg verlegd naar de werknemers van Playmode die wel even denken te weten hoe ze de opstandige bevolking moeten bewerken om hun plannen door te drukken.
De schijninspraak wordt steeds meer doorgeprikt en zorgt wel degelijk voor andere inzichten bij de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Hamaguchi laat ermee zien dat de zakenlui ook maar gewone mensen zijn die handelen volgens een opdracht, maar tijdens hun missie beseffen dat ze ook een keuze hebben. Dat deze enigszins gratuit is lijkt bijzaak.
In de afsluitende akte trekt Hamaguchi het verhaal weer naar zich toe door een emotionele wending in te zetten wat leidt tot een verpletterend einde. Door zaken vanuit verschillende invalshoeken te belichten ontstaat niet alleen nuance, maar ook wederzijds begrip. Het dagelijkse leven is nu eenmaal niet zwart-wit. Het resulteert in een meeslepend Japans drama dat tegenstellingen scherp neerzet, maar ook toont dat ze niet eens zo ver uit elkaar liggen. Compromissen zijn vaak een zwaktebod in fictie, maar hier pakt het juist verrassend uit.