Los Colonos
Recensie

Los Colonos (2023)

Een droom in het schemergebied tussen goed en kwaad met een akelig ontnuchterende ontknoping.

in Recensies
Leestijd: 2 min 21 sec
Regie: Felipe Gálvez Haberle | Scenario: Antonio Girardi, Felipe Gálvez Haberle, Mariano Llinás | Cast: Mark Stanley (Alexander MacLennan), Benjamin Westfall (Bill), Camilo Arancibia (Segundo), Alfredo Castro (José Menéndez), e.a. | Speelduur: 97 minuten | Jaar: 2023

Vuurland, Chili. 1901. Een luitenant, cowboy en halfbloed krijgen van kapitein José Menéndez opdracht zijn nieuwe grondgebied te verkennen. En dan mogen ze het ook meteen "zuiveren" van indianen. Dit klinkt als de opmaat van een traditionele western (of een wrange, slechte grap). Los Colonos heeft andere plannen. Het ongewone drietal, dat zeer tegen hun wens in moet samenwerken, reist door een woest landschap dat zich niets aantrekt van kolonisten die met een streep op de kaart 'hun' territorium opeisen.

Debuterend regisseur Felipe Gálvez Haberle toont ons grootse, overweldigende landschappen waar de drie mannen net niet in verdrinken. Denk aan uitgestrekte grasvelden en majestueuze bergen. Het gebied is bovendien omringd door de onvoorspelbare zee. Vluchten is onmogelijk.

De drie mannen lijken op afstand te blijven, toch geeft Haberle ze met specifieke handelingen en woorden nog individuele persoonlijkheden. Een eigen smoel. Er is sprake van enig reliëf. De luitenant is trots en ijdel en duldt geen tegenspraak. De cowboy is pragmatisch en heeft nog enig respect voor de natuur. De zwijgende halfbloed beschouwt alles van een afstandje. Drie verschillende kerels, balancerend in het schemergebied tussen goed en kwaad.

Naarmate de verveling bij het drietal toeneemt, verschuift Los Colonos richting mystieke figuren en kronkelende mistbanken. Het is om die reden verleidelijk om de film te zien als magisch-realistische sfeerschets van historische wreedheden, maar het gaat dieper dan dat. Haberle maakt zijn bedoelingen duidelijk als hij, na het tonen van een koelbloedige schietpartij, een tijdsprong maakt van zeven jaar.

Dit is het punt dat de politiek druk bezig is om de bloederige geschiedenis van Chili schoon te wassen. En, niet geheel onbelangrijk: José Menéndez wordt geconfronteerd met de moordopdracht die hij destijds gaf. Natuurlijk blijft de man koppig zijn beslissingen verdedigen. Deze man is verdorie geen moordenaar, hij is weldoener. Hij schonk de inboorlingen onderdak, educatie, voedsel. Hoezo was hij de antagonist van dit verhaal? Hoezo wordt hij afgebeeld als bloeddorstige en landrovende dictator?

Diep in de verte herinnert Los Colonos aan Killers of the Flower Moon, die verhaalt over de heimelijke uitroeiing van indianen. Haberle houdt zijn film kleiner. Intiemer. En hij leunt meer op de droomstijl waar Werner Herzog naam mee maakte. Zijn conclusie is minder hoogdravend en daarom schrijnender. De archiefbeelden waar de film mee afsluit ogen plezierig; in de juiste context geplaatst realiseer je je dat dit niets minder is dan een poging tot herschrijving van de geschiedenis.

Los Colonos is kou die traag in de botten trekt. Oppervlakkig gezien gebeurt er niet zo heel veel, tegelijkertijd is er juist van alles aan de hand. Een droom met een akelig ontnuchterende ontknoping.