Meg 2: The Trench
Recensie

Meg 2: The Trench (2023)

Meer van het hetzelfde, uitgevoerd met nog minder moeite.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Ben Wheatley | Scenario: Dean Georgaris, Erich Hoeber, Jon Hoeber | Cast: Jason Statham (Jonas Taylor), Jing Wu (Jiuming), Cliff Curtis (James 'Mac' Mackreides), Sophia Cai (Meiying), Page Kennedy (DJ), e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2023

Met films als Kill List, Sightseers en Free Fire heeft de Britse regisseur Ben Wheatley de afgelopen jaren een indrukwekkend oeuvre opgebouwd, wat de vraag oproept wat zo iemand doet bij een vervolg op The Meg. Het antwoord is waarschijnlijk heel simpel: hij wil een Hollywoodcarrière. En waar een vergelijkbare indie-auteur als Robert Eggers bij zijn stap naar groter werk nog een lijvig budget wist los te peuteren voor iets geheel eigen zoals The Northman, is Wheatley kennelijk wat minder kieskeurig.

Wheatley was eerder namelijk even betrokken bij een vervolg op Tomb Raider (de recente gameverfilming met Alicia Vikander), maar toen die film niet doorging schakelde hij snel over naar ander vervolg op een niet bijster indrukwekkende blockbuster. Best begrijpelijk dat een cineast met zijn staat van dienst weleens met een professionele crew en een groot budget wil werken (zijn Hollywooddebuut is waarschijnlijk duurder dan zijn negen voorgaande films bij elkaar), maar het eindresultaat is helaas een film die door praktisch iedereen had kunnen worden gemaakt.

Aan Meg 2: The Trench valt (met uitzondering van één enkel shot) niet te merken dat de ietwat kleurloze Jon Turteltaub is ingewisseld voor een wat eigenzinnigere regisseur. Wellicht zegt dat iets over het hedendaagse Hollywood, dat graag interessante filmmakers inlijft voor grote producties waarin ze vrijwel niets van hun eigen stijl mogen etaleren, maar het is net zo goed mogelijk dat Wheatley op alles ja en amen heeft gezegd om op goede voet te blijven met de studio. Het lijkt er namelijk niet op dat hij heeft gepoogd iets eigens of unieks te maken. Of iets goeds.

Natuurlijk, een film waarin Jason Statham op een jetski enorme haaien bevecht wordt niet gemaakt om Oscars binnen te harken, maar zelfs daarin kunnen mooie dingen worden gedaan met beeld, geluid en montage. Dergelijke films hoeven niet per se de vergelijking met het werk van Stanley Kubrick te doorstaan, maar er mag best worden gemikt op de kwaliteit van de blockbusters van Steven Spielberg of James Cameron in plaats van het broddelwerk van The Asylum.

En hoewel het bij een film als deze gaat om de actiescènes (die acceptabel zijn, maar weinig memorabel), moet daartussen toch een verhaaltje worden verteld middels dialogen. En op dergelijke momenten kraakt en piept het aan alle kanten. Vrijwel elke zin wordt krampachtig uitgesproken met geen enkele andere intentie dan het plot te verkondigen (dat meestal al duidelijk genoeg is) of een domme grap te maken (die zelden doel treft). De persoonlijkheid van de personages blijkt op deze momenten van ondergeschikt belang of gewoonweg afwezig. Menigeen mag doodgaan zonder enige indruk te hebben achtergelaten.

Meg 2: The Trench ontbeert ook de efficiënte vertelstructuur van een goede blockbuster. Zo vindt het slotstuk wederom plaats op een luxe vakantieresort, maar is die locatie tot dat moment geen enkele keer getoond of genoemd. Een betere film zou deze plek in de eerste of tweede akte even laten zien en de kijker een reden geven waarom het geen goede zaak zou zijn als hier drie enorme haaien en een gigantische inktvis komen huishouden. De helden komen de boel redden omdat dat zo hoort, maar ze hebben geen enkele persoonlijke connectie met de hulpeloze vakantiegangers.

Ook de onthullingen wie de schurken blijken te zijn en om welke redenen zijn dusdanig onhandig uitgevoerd dat eigenlijk geen enkele kijker daarover verrast kan zijn. De enige echte verrassing moet dan ook komen in de vorm van een verwijzing naar (of toch gewoon plagiaat van) dat ene welbekende moment uit Deep Blue Sea dat tegenwoordig standaard in elke haaienfilm opduikt.

Intrigerend genoeg is het beste deel van de film het middenstuk dat zich afspeelt in de diepe trog uit de titel, waar de enorme monsters weliswaar aanwezig zijn maar niet elke seconde de dienst uitmaken. Wheatley blijkt daarin best goed uit de voeten te kunnen met een claustrofobisch diepzeeavontuur in de lijn van The Abyss en Underwater. Maar helaas, dit vervolg is een herhaling van zetten en dus moeten we vroeg of laat toch weer terug naar de oppervlakte. En daar resteert enkel de oppervlakkigheid.