Charles Aznavour was een grote monsieur. Een biopic was dus onvermijdelijk. Het blijft echter een probleem als de familie bij zo'n levensverfilming betrokken is. Regisseurs Mehdi Idir en (muzikant) Grand Corps Malade kregen een jaar voor zijn dood persoonlijk toestemming van Aznavour om zijn verhaal te vertellen. Wel onder het wakend oog van zijn producerende schoonzoon. Een heel kritische visie hoef je dus niet verwachten. Anderzijds was Charles Aznavour een heel aimabel man die nooit betrokken was bij een schandaal. Aardige mensen lenen zich nou eenmaal minder goed voor dramatisch verhalen.
Charles Aznavour kwam uit een Armeense familie in Georgië die de genocide door de Turken overleefde. Hij vormde in Frankrijk een muzikaal duo met Pierre Roche, maar een ontmoeting met Edith Piaf stuurde hem de solorichting op als zanger en liedjesschrijver voor anderen. Geleidelijk aan werd hij een ster, maar ook een gevierd acteur in onder andere François Truffauts Tirer sur le Pianiste. De film toont hem als een harde werker die zijn succes dubbel en dik verdiende. Dat hij van geen ophouden wist, uit zich in het feit dat hij als negentiger nog op het podium stond.
Zoals in de meeste klassiek opgebouwde biopics willen regisseurs-scenaristen Mehdi Idir en Grand Corps Malade veel te veel vertellen. Ze jagen het hele leven van Aznavour er in iets meer dan twee uur door. De scènes lijken aan elkaar gekleefd door het scriptequivalent van 'en toen en toen'. Geen scène is meer memorabel dan een andere, waardoor de film op dramatisch niveau eerder vlak overkomt. De meeste scènes verwacht je nu eenmaal in een klassieke biopic over Charles Aznavour.
Er valt beslist veel meer te vertellen over Aznavour - hij was zeker niet kleurloos - maar dan moet je keuzes maken. Toegegeven, dat is moeilijk met het levensverhaal van een man die zeer geliefd was door familie, vrienden en publiek. Idir en Grand Corps Malade maken hem bovendien nog charmanter en braver dan hij waarschijnlijk was. Om de man toch nog een onoverkomelijk dilemma mee te geven, kozen ze voor het conflict tussen zijn privéleven en zijn honger naar het podium. Maar net die ruggengraat is een van de grootste clichés in artiestenbiopics.
Een aantal thema's is onbenut gebleven. Dat Aznavour een rokkenjager was, komt er niet echt uit. Charles was drie keer getrouwd en had ook een buitenechtelijk kind. De echtelijke problemen worden er heel snel doorgedraaid. Dit valt te begrijpen als je alle aspecten van zijn hele leven wil vertellen. Maar juist zijn relaties met vrouwen hadden een interessante invalshoek kunnen zijn. In ieder geval interessanter dan 'een succesvolle man die niet van ophouden weet'.
Over de casting van Tahar Rahim (Un Prophète) kun je eveneens struikelen, ook al is hij een uitstekend acteur. Je zult het aanvankelijk moeilijk hebben met het herkennen van Aznavour in Rahim. Na een uurtje begint Rahim de tics van de chansonnier nadrukkelijker te brengen en komt zijn silhouet overeen met dat van de echte Aznavour. De vraag is dan wie de rol wel had kunnen invullen. Aznavour was immers enorm bekend van gezicht. Je krijgt hetzelfde gevoel als bij de vertolking van Anthony Hopkins als Hitchcock: je ziet een acteur die imiteert en niet het personage.
Monsieur Aznavour is geen slechte film, maar hoe verzorgd ook gemaakt, hij voelt te gewoontjes, te conventioneel, te weinig kieskeurig en te braaf aan om echt indruk te maken. Jonge mensen die niet vertrouwd zijn met het oeuvre van Charles Aznavour, zullen er echter wel iets aan hebben. De film zal nog het best functioneren als een introductie op het werk van 'de Franse Frank Sinatra', zoals sommigen hem omschrijven.