In het jeugdige drama Metronom droomt een generatie van een vrijheid die zelfs achter gesloten deuren niet blijkt te bestaan. Op effectieve wijze verbeeldt de Roemeense film het contrast tussen het klinische historische regime van Nicolae Ceauşescu en de pilaren van zijn energieke tegencultuur: muziek, dans en samenzijn. Omdat de hoofdrolspelers in de publieke ruimte niet zichzelf kunnen zijn, vieren ze het leven binnenshuis, hopend op betere tijden.
Een vriendengroep komt bij elkaar in het huis van de assertieve Roxana, een vriendin van de meer introverte, maar niet minder onverzettelijke Ana (een levendige hoofdrol van Mara Bugarin). In een vroege scène zijn de jongens nog niet gearriveerd, waarop Roxana en Ana alvast fantaseren over verleidingskunst en karakteristieke dansmoves. Toch lukt het vooral Ana niet om zorgeloos naar de avond uit te kijken.
Even daarvoor heeft ze afscheid genomen van haar vriend Sorin, die zich pas later bij het gezelschap zal aansluiten. Hij is namens de groep op 'politieke missie', zoveel is duidelijk, maar er speelt meer: zijn familie heeft plannen om binnenkort naar Duitsland te verhuizen, en het lijkt erop dat Sorin zich lang niet zo fel tegen dat besluit verzet als Ana zou willen.
De avond valt, en de (terug)komst van haar vriend laat bedrieglijk lang op zich wachten. Terwijl de huiskamer dienst doet als dansvloer, wordt Ana in de eenzame keuken overvallen door angst en twijfel. Is Sorin veilig? Hebben de muren oren? Kan ik hem vertrouwen? Ook als Sorin wél terugkeert, hangt er onheil in de lucht.
Door in een benauwend 4:3-kader op te nemen maakt debuterend speelfilmregisseur Alexandru Belc de thematiek van zijn film extra invoelbaar. Iédere ruimte heeft het voorkomen van een gevangenis: het statige stadsplein, waar beeltenissen de geschiedenis van het regime verheerlijken, doet niet zoveel onder voor het hoofdkwartier van de communistische autoriteiten, waar natuurlijk een foto van de grote leider hangt. Ook in het huis zijn de kamers krap en de muren dun, maar zolang het duurt kunnen de jongeren er in ieder geval nog dansen, en luisteren naar Radio Free Europe of The Doors.
Voordat hij Metronom maakte, was Belc regieassistent van zowel Corneliu Porumboiu en Cristian Mungiu. Deze twee filmauteurs drukken nog steeds hun stempel op de Roemeense (en Europese) cinema, en hebben in hun werk meer dan eens gereflecteerd op het tijdperk Ceauşescu en de erfenis daarvan. Het is een klein wereldje: Vladimir Panduru, de cameraman van Mungiu's intrigerende cultuurbeschouwing R.M.N. (afgelopen winter nog in de Nederlandse filmhuizen), draaide ook het tijdens dezelfde Canneseditie gepresenteerde Metronom.
Het is verleidelijk, maar dekt de lading niet om Belcs debuut alleen door de lens van zijn mentoren te bekijken. Zeker, de spaarzame humor en de bureaucratische onvermijdelijkheid van het regime doen denken aan Porumboiu, en de inhoudelijke parallellen met Mungiu's werk liggen door de gedeelde historische en maatschappelijke context ook voor het oprapen. Tegelijkertijd is Belc te midden van die invloeden zichtbaar op zoek naar zijn eigen vorm.
Die zoektocht uit zich in een warme belichting, een rijk kleurenpalet en dynamisch camerawerk (zowel in de zin van 'beweeglijk' als 'afwisselend' - in het huis volgen we Ana en wordt veel met close-ups gewerkt, daarbuiten neemt de camera vaker afstand), dat ver verwijderd is van het groezelige aanzicht en de meer consistente beeldregie in bijvoorbeeld 4 Maanden, 3 Weken en 2 Dagen (Mungiu) of 12:08 East of Bucharest (Porumboiu). Belcs mentoren zijn vaak geroemd om hun zogenoemde 'realistische stijl'; Belc laat zijn personages juist dromen, waarna hun intieme ontmoetingen plaatsmaken voor een kil politiek lot.
Metronom schetst een levendig beeld van een tegencultuur, maar heeft als karakterstudie ook voldoende focus om voor relatiedrama door te kunnen gaan. Dat laatste kan misschien nog wat liefhebbers over de streep trekken die een droge geschiedenisles vrezen, of geen bijzondere interesse hebben in Roemeense cinema en de oeuvres van Belcs leermeesters. Het is hooguit jammer dat het scenario wat schetsmatig is, en naar een even voorspelbare als onvermijdelijke climax toewerkt. Belc levert dus (nog) geen meesterwerk, maar brengt in de voetsporen van zijn voorgangers wel de belofte dat hij tot veel in staat is.