Ook al lijken films door de niet te stoppen concurrentieslag tussen de verschillende streamingdiensten tegenwoordig eerder een product, het mooiste aan cinema is dat het iets tijdloos is. Films waarnaar je ieder moment kan teruggrijpen en waarvan je beseft dat ze telkens een ander gevoel of betekenis kunnen teweegbrengen.
Films verdienen dan ook meer aandacht dan die paar luttele weken dat ze in roulatie zijn. Daarom is het bemoedigend dat kleine filmhuizen zich nog de moeite getroosten om in barre tijden klassieke titels opnieuw naar het grote witte doek te brengen. In de Nederlandse bioscopen kun je deze keer het belangrijkste werk van de Poolse Krzysztof Kieślowski (her)ontdekken.
De commerciële hoogtepunten van deze Poolse cineast die in feite brandweerman had willen worden (stel je voor!) liggen in de jaren negentig. In zijn stijl herken je wel de invloed van landgenoten Andrzej Wajda en Andrzej Żuławski, toch weet hij als geen ander de perfecte aansluiting te vinden tussen Oost- en West-Europese cinema.
Dat merk je natuurlijk in zijn kleurentrilogie die als vanzelfsprekend ook deel uitmaakt van dit retrospectief, maar je ziet dit ook in La Double Vie de Véronique. Deze heeft door de jaren heen wat aan aandacht verloren, maar destijds werd hij beschouwd als één van die titels die je moet hebben gezien om een cinefiel leven compleet te maken. Door zijn geelachtige kleurenfilter lijkt het drama wat troosteloos, maar tegelijkertijd is het fascinerend hartbrekend.
Een typisch element dat alsmaar terugkeert in de cinema van Krzysztof Kieślowski zijn toevallige ontmoetingen, ook al duurt die in La Double Vie de Véronique niet meer dan een seconde en treffen de twee elkaar op afstand.
De kern van deze toegankelijke arthousefilm is het feit dat iedereen wel een dubbelganger heeft. In Kieślowski is de ene een Poolse muzikante die door de val van het communisme net de smaak van de vrijheid heeft geproefd. De andere is een Franse studente die wat naïef door het leven fladdert en op zoek is naar zichzelf.
De gelijkenis is niet alleen fysiek, ook hun tragische levensloop loopt quasi parallel. De dubbelrol wordt fenomenaal vertolkt door de geweldige Irène Jacob, een Zwitserse actrice van wie je je afvraagt waarom zij nooit buiten de schaduw van haar Kieślowski-periode is getreden.
Jacob kreeg voor haar rol een Gouden Palm voor de beste vrouwelijke hoofdrol, maar net zoals in bijna elke film van de Pool speelt ook de muziek van huiscomponist Zbigniew Preisner een ontroerende, net niet fatalistische rol waardoor de score een personage op zich wordt en van La Double Vie de Véronique wel zeer unieke cinema maakt. Om te herontdekken, of wie weet te ontdekken!