Scenarist Willem Capteyn (Zwarte Sneeuw, De 9 Dagen van de Gier), tevens een tijdje hoofd van de Filmacademie, zei ooit dat Nederlandse filmmakers eerst andere genres goed onder de knie moeten krijgen voordat ze zich wagen aan gelaagd drama. Volgens hem zijn we verkeerd om begonnen, waardoor essentiële stappen zijn overgeslagen. Toch blijft het Filmfonds de inhoud van haar schatkist maar delen met producties die hoog mikken zonder te weten waar het doelwit is. Narcosis, toch de Nederlandse inzending voor de Oscars, is weer zo'n voorbeeld.
Nadat haar man niet meer levend terugkeert van een duikavontuurtje, blijft Merel alleen achter met haar twee kinderen. En de hypotheek, want aangezien er geen lichaam is doet de verzekering moeilijk over geld uitkeren. Met een tienerzoon die rouwt in woede en een jongere dochter die nog volop in ontkenning leeft, is het voor Merel lastig om haar eigen acceptatie van de realiteit te vinden.
Merels karakter in het kort: zij is zo'n vrouw die bij de pinkassa wil afrekenen met contant geld en als argument gebruikt: "Ja, maar ik sta hier nu toch". En dat is niet vlak na haar verlies, maar ergens in de tweede helft van de film. Met zo iemand moet je dus meeleven. Dat ze tot twee keer toe de oplossing voor haar geldproblemen verwerpt maakt het niet makkelijker.
Het is natuurlijk vreselijk om je echtgenoot te verliezen, maar dat levert niet automatisch voldoende inhoud op om twee uur drama interessant te houden. Iemand gaat dood, iemand heeft kanker, iemand gaat vreemd; menig Nederlands verhaal neemt dit als basis voor drama. Maar vaak is dat het enige, er zit geen issue omheen, er is geen conflict. Ook in dit geval is het slechts een rouwproces gevuld met flashbacks.
Is het dan op z'n minst mooi in beeld gebracht? De opleiding Camera/Licht bij de Filmacademie is van zo'n topniveau dat sommige studenten het tot een carrière in Hollywood hebben geschopt. Wat achterblijft in Nederland zijn de fans van krappe plaatjes. Close-ups en medium shots. Waarom? Ga toch eens achteruit met die camera en toon af en toe 'wide-shots', geef de kijker wat ademruimte. Je kan zo dicht op de iconische neus van Thekla Reuten gaan zitten als je wil, het tovert het vlakke drama niet om in een diepzinnig moment - al doet ze nog zo haar best.
Overigens is het personage Merel ook een spiritueel medium. Mensen komen bij haar langs met spullen van overleden personen over wie ze informatie willen. Merel houdt de eigendommen vast en krijgt vervolgens een visioen. Daar stopt ze direct mee na het overlijden van haar man; het is een onderdeel van het erkennen van zijn dood waar ze nog niet voor klaar is.
Behalve dat het handig uitkomt dat Merel een aan-uitknop voor deze gave heeft (geen enkel object in huis triggert een visioen), is de bovennatuurlijke toevoeging ronduit storend. Zeker in een 'slice of life'-film zoals deze. De matige uitwerking verraadt dat het niet meer is dan het zoveelste middel om duidelijk te maken: ze rouwt.
Dat haar kinderen gebroken zijn, is makkelijk te accepteren. Maar Merels rouwproces overtuigt nooit helemaal. Kort vóór zijn dood zeurt ze over het feit dat hij een oude telefooncel in hun achtertuin dumpt, en dat hij altijd zo ergerlijk laat is met het inpakken van zijn koffer. Ze ogen als een echtpaar dat nog niet heeft ontdekt dat een scheiding beter zal werken dan een huwelijk. De flashbacks tonen dat het soms ook leuk kon zijn, maar niet zo hartverwarmend dat de film je raakt tot op het bot.
Er is een publiek voor dit soort films, hoewel die doelgroep de afgelopen decennia niet is uitgegroeid tot een winstgevende factor aan de kassa. De rest van de bioscoopbezoekers kan zichzelf er niet in vinden. De onnatuurlijke gesprekken, de vreemde handelingen - het is niet de dagelijkse interactie van de meeste mensen, het werkt vervreemdend. Het zou mooi zijn als het advies van Willem Capteyn ooit gehoor krijgt. Tot die tijd moet je het als dramaliefhebber doen met de gebruikelijke clichés zoals 'gerimpelde vingers bekijken in badkuip' en 'om inzicht te krijgen moet je gewoon intens staren'.