Charlie Chaplin was, is en blijft een fenomeen. Honderd jaar na dato bekoren zijn films nog steeds. Toen vorig jaar zijn films opnieuw draaiden, kon je jong en oud samen horen lachen in de bios. De nieuwe biografische documentaire The Real Charlie Chaplin viert de geniale artiest, maar belicht ook de duistere aspecten van zijn leven.
Charlie Chaplin wordt in 1889 in Engeland geboren als Charles Spencer Chaplin. Hij groeit op in reizende toneelgezelschappen en doet er vanaf jonge leeftijd aan mee. In 1910 emigreert hij naar de Verenigde Staten, timmert daar als komiek aan de weg en waagt zich in 1914 aan het nog jonge en nieuwe medium film, terwijl elders de Eerste Wereldoorlog losbarst.
Aan het eind van de oorlog, vier jaar later, is hij een bonafide wereldster. Niet gehinderd door een taal- of cultuurbarrière voor zijn vorm van slapstick kan iedereen om hem lachen. Vanaf 1919 groeien zijn ambities en gaat hij speelfilms maken. Als perfectionist doet hij daar soms jaren over, maar dankzij zijn status en succes kan hij zich die luxe permitteren en houdt hij volledige controle over zijn films.
Het lukt hem zelfs om lang na de introductie van de geluidsfilm nog steeds succesvolle stille films te maken. Omslagpunt is de Tweede Wereldoorlog, waarna zijn succes en culturele relevantie afnemen in een veranderende wereld. Met zijn linkse opvattingen schopt hij de conservatieven steeds meer tegen het zere been en wanneer de Koude Oorlog oplaait wordt hij min of meer het land uitgezet.
The Real Charlie Chaplin volgt zijn leven en carrière vrij nauwkeurig in een daarvoor toch wel krappe twee uur. Natuurlijk ligt de focus op zijn films, en vooral zijn grote werken zoals City Lights, Modern Times en The Great Dictator. Maar ook aan bod komt hoe hij een ware tiran op de set kon zijn. Hij zou het liefst alles zelf doen, maar moest het bij regie, productie, script, muziek, montage en de hoofdrol houden. Een beroemd voorbeeld is het drie maanden lange filmen van één sleutelscène in City Lights. Telkens moest die opnieuw omdat het volgens hem niet helemaal klopte, terwijl hij niet precies wist wat eraan mankeerde.
De makers van The Real Charlie Chaplin besteden ook aandacht aan zijn liefdesleven, waar fans het soms liever niet over hebben. Hij trouwt vier keer in zijn leven. Zijn eerste vrouw Mildred Harris trouwt hij omdat ze op zestienjarige leeftijd zwanger van hem is, terwijl hij al negenentwintig is. Zes jaar later gebeurt hetzelfde met de eveneens zestienjarige Lita Grey.
Zij wordt tijdens hun scheiding enkele jaren later zwartgemaakt door de pers en door Chaplin, maar krijgt nu in de documentaire enige rehabilitatie en komt via archiefmateriaal zelf aan het woord. Jaren later vindt Chaplin met zijn vierde vrouw eindelijk 'de liefde van zijn leven': op vierenvijftigjarige leeftijd trouwt hij met de achttienjarige Oona O'Neill. Zij blijft bij hem tot zijn dood.
Natuurlijk is een heel leven van zo'n belangrijk en invloedrijk artiest, die nog altijd zoveel betekent voor veel mensen, niet in twee uur te vangen. The Real Charlie Chaplin kan slechts de hoogtepunten en dieptepunten aanstippen, maar weet er toch een boeiend verhaal van te maken dat in tegenstelling tot veel andere biodocu's niet te gehaast of oppervlakkig aanvoelt.
Er wordt rijkelijk geput uit Chaplins films, maar ook uit archiefmateriaal van Chaplin op en naast de set en er zijn interviews met hem en zijn naasten. De gesprekken waarvan alleen audio bestaat worden visueel ondersteund met nagespeelde scènes in de stijl van een Britse tv-productie uit de jaren zestig of zeventig. Dat komt nogal bevreemdend over.
Dit geldt met name voor het interview met Chaplin zelf, dat deels is nagespeeld en deels uit foto's van het interview bestaat. Zijn gezicht zien we in zwart-witfoto's die worden afgewisseld met kleurenbeelden waarin acteurs de interviewers en de fotograaf naspelen. Het moet de interviews visueel dynamischer maken, maar het voelt nep en oncomfortabel en leidt ook nog eens af van de inhoud. Het blijkt de enige slechte keuze in een verder prima documentaire.