Quentin Dupieux heeft weer een nieuwe film geregisseerd, geschreven, gefilmd en gemonteerd. Wie inmiddels redelijk bekend is met zijn werk, zal het niet verbazen dat ook zijn nieuwste productie kort en heerlijk absurd is. In zijn vorige film Mandibules probeerden twee sullige types een megagrote vlieg te temmen; in Incroyable Mais Vrai staat een groot gat in een kelder centraal.
De film begint met een scène die menig huiszoeker wel bekend voorkomt. Een bezichtiging met een makelaar die met mooie praatjes het huis probeert kwijt te raken. De beste man heeft nog een verrassing voor het stel Alain en Marie. Hij brengt ze naar de kelder, waar zich een gat bevindt. Als je door dit gat gaat, gebeurt er iets levensveranderends. Je komt terecht op de bovenverdieping van het huis, twaalf uur later, maar je bent drie dagen jonger. Volg je het nog?
De beelden van de bezichtiging worden doorkruist met beelden van het stel dat het huis betrekt. Ondanks hun bedenkingen hebben ze het huis toch gekocht. Ze zijn heel gelukkig met hun aankoop, maar dat geluk is voor korte duur. Marie raakt geobsedeerd door het effect dat het gat heeft. Steeds iets jonger worden, dat bevalt haar wel. Na een test met een appel durft ze het aan om herhaaldelijk door het gat te gaan. En dat vraagt om een crisis.
Er is nog iemand in hun omgeving die kampt met ouder worden. Wanneer Alain en Marie met hun vrienden Gérard en Jeanne aan de eettafel zitten, deelt Gérard een intiem nieuwtje. Dat gaat uiteraard gepaard met veel geaarzel en ongemak, dat in Dupieuxs films vaak overheerst. Gérard heeft een elektrische penis laten plaatsen. Een superrealistische, volgens Jeanne. Het is de toekomst, zo luidt de mening van Alain. Maar ook dit gaat mis, want net als ieder apparaat kan zo'n ding kapotgaan.
Zonder een belerende toon aan te slaan, kaart Dupieux in Incroyable Mais Vrai een actueel fenomeen aan. We leven in een tijd waarin jong zijn en blijven het ideaal is en met de nodige technische snufjes ook mogelijk is. Leeftijd en bijbehorende schoonheid zijn maakbaar. Worden we daar ook daadwerkelijk gelukkig van? Tijdelijk, maar op de lange termijn niet lijkt het antwoord van Dupieux te zijn.
De appel waarmee Marie de test uitvoerde, bleek van binnen vol mieren te zitten. Aan de buitenkant zag de appel er echter stralend uit. Via deze verwijzing naar Luis Buñuels en Salvador Dali's Un Chien Andalou (1929) kom je erachter dat het lichaam van Marie aan de binnenkant is blijven rotten, hoe piepjong ze er aan het einde van de film ook uitziet.