Door een witte zoutwoestijn komen twee grimmige sheriffs aanrijden in hun pick-uptruck en stappen uit bij een eenzame saloon. Door onder andere de muziek, die zo van Ennio Morricone had kunnen zijn, lijkt het een scène uit een typische western, maar de locatie en tijd hadden bijna niet meer verschillend kunnen zijn. We bevinden ons in Rajasthan, India tijdens de jaren tachtig.
In eerste oogopslag belooft Thar veel goeds. Prachtige beelden komen langs van de Indiase woestijnen, gevuld met gruwelijke moorden en een rechtvaardige politieagent om die een halt toe te roepen. Het kan bekend klinken voor liefhebbers van klassieke cowboyfilms, waarvan velen tevens op niet-Amerikaanse bodem gemaakt zijn.
In de film is het dorpje van Munabao een vergeten uithoek van India en een broedplaats voor drugssmokkelaars, bendes en misdaad. Politieagent/sheriff Surekha Singh heeft desondanks maar weinig te doen, totdat meerdere moorden elkaar in rap tempo beginnen op te volgen. Tegelijkertijd arriveert in het dorp de vreemdeling Siddharth, met een duister verleden en nog duisterdere plannen. Voor agent Singh is er werk aan de winkel.
Het Indiase landschap en de culturele waarden van het land zorgen voor een verfrissende invulling van het neo-westerngenre. De invloed van het Indiase kastensysteem en de andere maatschappelijke positie van vrouwen geven het verhaal interessante aspecten voor niet-Indiase kijkers. Ook wordt het begin van de film goed opgepept met een catchy Bollywood-titelsong en zit de kijker klaar voor een spannende en vernieuwende film.
Helaas holt na de eerste onderzoeken van agent Singh de film achteruit in kwaliteit. Waar je in de eerste plaats een western verwacht, wordt al snel plaatsgemaakt voor een dramatische misdaadfilm. Ondanks de vele oogstrelende beelden van de zoutwoestijn in Rajasthan is op andere locaties de cinematografie maar matig. In combinatie met de slecht getimede montage en het onduidelijke verloop van het verhaal komt de film moeilijk op gang en heeft hij moeite de aandacht van de kijker vast te houden.
Een verklaring hiervoor is te vinden in de twee verhaallijnen van agent Singh en nieuwkomer Siddharth, die elkaar nauwelijks beïnvloeden of kruisen en samen geen pakkende filmwereld neerzetten. Verbazingwekkend is het dan ook niet dat de film is geproduceerd door Anil en Harshvardhan Kapoor, een vader-zoonduo uit Bollywood die de twee protagonisten vertolken. De centrale plek voor hun personages zorgt ervoor dat er maar weinig achting is voor de rest van de cast of voor het vormgeven van een innemend en uitdagend verhaal.
De film probeert tegen het einde nog flink te presteren met schietpartijen en een autoachtervolging. Ook wordt niet teruggeschrokken voor marteling en zelfs verkrachting, wat de marginale rol van vrouwen in de film enkel nog pijnlijker duidelijk maakt. Na deze capriolen met een flink deel van het budget komen de verhaallijnen eindelijk samen, maar het leidt niet tot een bevredigend einde.
De uitzichtloosheid die in veel neo-westerns wordt uitgedragen lijkt in Thar niet te komen uit een hopeloosheid voor de mens maar veel eerder uit een groot gebrek aan visie over de richting van de film. Er wordt weliswaar getoond dat India zich met haar geweldige locaties en de maatschappelijke fricties goed leent voor het genre, maar Thar bewijst eveneens dat voor dergelijke innovatie meer nodig is dan een bekende vader en zoon die samen in een film willen spelen.
Thar is te zien bij Netflix.