Er zijn van die filmregisseurs van wie je precies weet wat je kunt verwachten. Voorspelbaarheid is haast hun handelsmerk. Dat kan worden gezegd van actie- en horrorregisseur Paul W.S. Anderson, van rampenmaker Roland Emmerich (van wie deze week ook een film uitkomt) en zeker van Michael Bay. De filmmaker staat garant voor heerlijke onbezorgde actie, in dit geval een compliment. Ben je fan van zijn werk, dan heb je eigenlijk geen recensie nodig.
Is het echter je eerste kennismaking dan is het wel zo prettig dat je een beetje weet wat je kan verwachten van de zinderende en vooral daverende actiethriller Ambulance. Deze remake van de gelijknamige Deense productie is een achtbaanrit van ruim twee uur, waaruit alles uit de kast wordt gehaald om een enkel gegeven tot op de laatste druppel uit te melken. De kijker wordt geen moment rust gegund, zelfs als de personages wat keuvelen. Daar wringt precies de schoen. Zelfs een handelskenmerk kan te veel van het goede zijn. Bay weet (weer eens) niet te doseren.
Het duurt even voordat het hoofdplot in werking wordt gesteld. We maken kennis met de werkloze ex-marinier Will Sharp, die een paar ton nodig heeft om zijn terminaal zieke vrouw te redden. Hij is opgegroeid met pleegbroer Danny, die wel een uitweg heeft uit Wills penarie. Een slim geplande bankroof moet een paar miljoen opleveren. Het kan haast niet misgaan tot door een samenloop van omstandigheden de politie zich erin mengt. De zaak loopt volledig uit de hand. De twee broers kapen een ambulance met aan boord hulpverlener Cam en een dodelijk gewonde politieagent.
Je kunt Ambulance het best omschrijven als 'Speed] on speed'. De op hol geslagen bus is vervangen door een ambulance die onmogelijk tot stilstand kan worden gebracht, niet door een bom, maar omdat Will en Danny er dan gloeiend bij zijn. In hun kielzog laten ze een spoor aan vernielingen, schietpartijen en slachtoffers achter. De broers werken zich zienderogen meer in de nesten en hun kans om er ongeschonden uit te komen wordt met de minuut kleiner. Ondertussen ontstaat een vreemd soort sympathie voor Will, die weliswaar medeplichtig is, maar het allemaal ook niet makkelijk heeft en door zijn broer wordt meegesleept.
Bij een actiefilm als deze ga je natuurlijk niet zitten kijken naar mensen die gemoedelijk een kopje thee achterover werken, maar Bay had zijn toon wel iets mogen matigen. Zijn cameravoering is schokkerig en onrustig; zijn montage verwarrend en druk door de stortvloed aan korte shots. Ook de dronecamera draait overuren. Dat werkt uitstekend als je middenin de actie zit, maar het gaat enorm storen als er gewoon even overlegd of geruzied wordt. Ook het geluidsdesign overstimuleert de zintuigen met muziek en een of ander onheilspellend gebrom.
Dit heeft tot gevolg dat de o zo heerlijke adrenaline die dit soort actie behoort op te wekken plaats maakt voor ongeduld en ergernis. Je kunt dit alles onmogelijk gadeslaan door relaxed achterover in je bioscoopstoel te leunen. Het is hard werken om je emoties in bedwang te houden, maar op het puntje van je stoel zitten doe je niet alleen vanwege de spanning, maar tevens vanwege een opgefokt gevoel.
Dit laat niet onverlet dat de actie uitermate spectaculair is. Bay grijpt werkelijk alles aan om de spanning op te voeren. Het gaat er op momenten behoorlijk ruw en grafisch aan toe. Het helpt dat niet alleen de ambulancekapers aan elkaar gewaagd zijn, maar ook hulpverlener Cam haar op de tanden heeft. Je kunt alleen niet zeggen dat je na twee uur geheel ontspannen de bioscoop verlaat. Ambulance is een half uur te lang en veel te vol en druk.