Wie een film met Ryan Reynolds in de hoofdrol gaat kijken, weet wat hij kan verwachten: sarcasme, zelfbewust commentaar en een spervuur aan poep-, pies- en piemelgrappen. Of je nou van Reynolds houdt of niet, je moet toegeven: zijn talent om anderen verbaal dwars te zitten is onmiskenbaar aanwezig. In de aanstekelijke Netflix-tijdreisfilm The Adam Project krijgt hij eindelijk eens een grote mond terug... van zijn twaalfjarige zelf.
De film opent in 2050. Gevechtspiloot Adam Reed heeft zojuist een jet gestolen en scheert door de ruimte, met een boze achtervolger in zijn kielzog. Reed raakt gewond, maar weet ternauwernood te ontsnappen door een wormgat in te vliegen, waardoor hij in het jaar 2022 belandt. Daar ziet hij hoe zijn leven als puber ooit was: videogames spelen, klappen incasseren op het schoolplein en irritante grapjes maken om zijn rouwende moeder te zieken.
De gesprekken die hij met zichzelf voert zijn lekker bijdehand. "Hoe ben je zo slim geworden?" vraagt Adam op een gegeven moment aan zijn jongere zelf, waarop die laatste reageert met: "Hoe ben jij zo dom geworden?" Niet vaak zien we een geërgerde Ryan Reynolds zich in zoveel bochten wringen om een discussie met een ander te winnen op basis van gevatheid. Het bezorgt de film een verrassende hoeveelheid sjeu.
Het dialoogrijke The Adam Project is bovendien zelfbewust genoeg om de draak te steken met zijn eigen interne logica; tijdreizen veroorzaakt linksom of rechtsom nou eenmaal plotgaten. Hoe langer je erbij stilstaat, hoe meer inconsequenties je zal vinden. Het openlijk benoemen van zulke valkuilen is een slimme zet, want daarmee haal je zelfs bij sceptische kijkers even de wind uit de zeilen.
Soms wordt het wel wat veel, al dat gekibbel. Het heilige adagium 'show don't tell'had in die zin wat meer naleving verdiend. Aan de andere kant: de dynamiek tussen Ryan Reynolds en de getalenteerde snotneus Walker Scobell is eigenlijk veel te grappig om niét maximaal te benutten. Bovendien krijg je je portie actie uiteindelijk toch wel, zij het in bescheiden mate.
Die actiescènes zijn gelukkig wel heel vlot, vaardig en flitsend in beeld gebracht door Shawn Levy, de regisseur met wie Reynolds eerder ook al de vermakelijke videogamefilm Free Guy maakte. Adam en Adam slaan op de vlucht voor een stel futuristische soldaten die eruitzien als een soort Power Rangers, aangevoerd door een schurk met nogal voorspelbaar motieven: macht en geld.
Dat laatste is een groot zwaktebod in een film die eigenlijk niet zozeer om actie of geknoei met tijdlijnen draait, maar om het verwerken van een persoonlijk trauma. In de slotfase mag Ryan Reynolds nog even snel wat traantjes uitpersen en dan blijkt de reikwijdte van zijn spel toch weer wat ruimer dan gedacht. Achter die grote mond gaat vanzelfsprekend veel meer schuil. Geeft niks, soms loont het gewoon om een nerd te zijn.
The Adam Project is te zien bij Netflix.