Mank
Recensie

Mank (2020)

Fincher doet het oude Hollywood aan in zwart-wit, met een duik in het verhaal achter Citizen Kane.

in Recensies
Leestijd: 4 min 23 sec
Regie: David Fincher | Scenario: Jack Fincher | Cast: Gary Oldman (Herman Mankiewicz), Lily Collins (Rita Alexander), Tuppence Middleton (Sara Mankiewicz), Amanda Seyfried (Marion Davies), Charles Dance (William Randolph Hearst), Arliss Howard (Louis B. Mayer), Tom Burke (Orson Welles), Tom Pelphrey (Joseph Mankiewicz) Joseph Cross (Charles Lederer), Jamie McShane (Shelly Metcalf), Sam Troughton (John Houseman), e.a. | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2020

Hoera! Na zes jaar afwezigheid is er eindelijk weer een echte film van David Fincher. De laatste jaren legde hij zich vooral toe op tv, met onder andere de ijzersterke Netflix-serie Mindhunter. Maar dit is natuurlijk waar we stiekem eigenlijk op zaten te wachten met zijn allen. Alleen al zijn laatste bioscoopfilm Gone Girl smaakte naar meer. Als je iets in datzelfde straatje verwacht, word je echter bitter teleurgesteld. Mank is Fincher op zijn traditioneelst, want de film moest zo veel mogelijk eruit zien, klinken en voelen als een film uit de jaren veertig.

"Mijn terzijdes zijn te gewiekst voor mijn eigen bestwil." Was getekend, de alcoholistische scriptschrijver Herman Mankiewicz, bij iedereen beter bekend als 'Mank'. Terwijl iedereen denkt dat hij al ver over zijn hoogtepunt heen is, begint hij in 1940 aan zijn scenario voor wat uiteindelijk Citizen Kane wordt. Zijn en regisseur Orson Welles' meesterwerk, vaak geroemd als de beste film ooit gemaakt. Vanuit een ziekenhuisbed in een afgelegen ranch dicteert hij zijn giftige gevatheden aan secretaresse Rita. Al snel heeft ze door over welke machtige man dit verhaal eigenlijk gaat, namelijk mediamagnaat William Randolph Hearst.

Aan de hand van terugblikken zien we hoe Mank, gespeeld door de grote Gary Oldman, afglijdt van het lieverdje op rijkeluisfeestjes naar een wrak dat zichzelf zo vaak heeft gesaboteerd dat hij nergens meer aan de bak komt. Hij krijgt een bijzondere vriendschap met Hearsts maîtresse Marion Davies - Amanda Seyfried op haar allerbest - en raakt ongewild betrokken in de gouverneursverkiezingen van Californië. Maar vooral laat hij zich zien als iemand met een ongekend scherpe tong. En die brengt hem zowel naar ongekende hoogtes als ontiegelijk diep in de penarie.

Als het aan David Fincher had gelegen, had hij al eind jaren negentig na The Game dit script van zijn pa Jack Fincher verfilmd, maar dan met Kevin Spacey in de titelrol. Nu mag hij blij zijn dat Netflix graag filmmakers met goede reputatie een geschikt budget toeschuift, en ook nog een bovengemiddelde interesse heeft in Orson Welles. Twee jaar geleden bracht het streamingplatform namelijk nog het verloren gewaande The Other Side of the Wind van de oude meester uit, inclusief bijbehorende documentaire. Maar vooral fijn, voor Fincher en zijn fans, is dat Netflix de film eerst op het witte doek brengt voorafgaand aan de wereldwijde online release op 4 december.

Waar te beginnen? Mank oogt schitterend in zwart-wit, met meer tinten grijs dan een potje billenkoek van E.L. James. De camera beweegt een stuk minder dan in de eerdere films van Fincher, maar ook in het statische format weet hij zijn shots briljant uit te kienen. Beroemde shots uit Citizen Kane worden volkomen uit zijn verband gerukt en geherinterpreteerd om in deze andere vertelling te passen. Zo wordt de vallende sneeuwbol uit de openingsscène vervangen door een geleegd flesje verdovingsmiddel. Ten slotte is het geluid geheel in de stijl van mono-soundtracks van weleer, inclusief periodegetrouwe muziek die is gecomponeerd door Trent Reznor en Atticus Ross.

Dan de casting. Een drieënveertigjarige zuiplap die wordt belichaamd door een acteur van begin zestig, werkt dat wel? Zeker niet minder goed dan Welles zelf, die als twintiger in Citizen Kane de bejaarde hoofdpersoon bleef spelen. Oldman klinkt als een uitvergroot personage uit een screwball-komedie, maar weet Mank ook te gronden als een levend persoon met heel veel interessante karakterfouten. Voor zijn dronken gezwalk kan hij bovendien putten uit oude ervaringen. Ook de andere spelers schitteren. Seyfried zorgt voor een grandioze herwaardering van Davies, die doorgaans is neergezet als dommig wicht. En voor de combinatie van charme en dreiging van Hearst kun je bij niemand beter terecht dan Charles Dance. Fans van Full Metal Jacket kunnen bovendien hun lol op met de casting van 'private Cowboy' als studiobaas Louis B. Mayer.

Hoeveel artistiek vernuft er ook in deze film zit, het is de vraag of het grote publiek wat kan met Mank. Het is smullen voor bijna iedereen die Finchers affiniteit met klassieke Hollywoodfilms deelt, maar veel mensen zitten misschien niet zo te wachten op een karakterstudie van een gebroken man met een obsessie. Zeker als ze het hoge tempo van Fight Club en The Social Network gewend zijn. Maar Mank weet met zijn diepe gegraaf misschien ook een nieuw publiek aan te boren, dat minder ophad met zijn eerdere geëxperimenteer met een naargeestig randje.

Bewust of onbewust is dit, in een jaar met minder bioscoopreleases, sowieso een prestigeproject geworden. Is Mank gegarandeerd van Oscarwinst komend jaar? Verhalen over oud-Hollywood lokken bij de Academy vaker de Pavlov-reactie uit dat ze beeldjes uitreikt. En is deze filmmaker niet eindelijk aan de beurt, nadat hij al meermaals niet eens werd genomineerd voor films die later worden geherwaardeerd als de belangrijkste films van het jaar? Terecht of niet, die factoren spelen zeker mee. Maar ook los daarvan is Mank een virtuoos stukje filmkunst, dat het op zijn minst verdient gezien te worden. Of beter nog: bestudeerd.