Daniel komt vervroegd vrij, maar gelukkig maakt dat hem niet. Hij heeft namelijk net van de aalmoezenier gehoord dat hij niet hoeft te hopen op een toekomst als pastoor. Geen seminarie die hem accepteert met dat strafblad! In plaats van zich te melden bij de meubelfabriek waar hij wel aan de bak kan, doet hij een boordje om en klopt aan bij de de lokale pastoor. Gewoon, even snuffelen aan het leven van een geestelijke. Maar wanneer zijn gastheer richting het ziekenhuis moet, krijgt Daniel zijn droom in de schoot geworpen: wil hij in dit dorp niet voorlopig even de kerkdienst leiden?
Corpus Christi stond dit jaar in het rijtje films dat het bij de Oscars aflegde tegen Parasite in de strijd welke niet-Engelstalige film de beste was. En dit Poolse drama had al een zegetocht gemaakt langs allerlei filmfestivals. Het verhaal is op ware feiten is gebaseerd, al heeft regisseur Komasa wat elementen toegevoegd om het drama op scherp te zetten. Zoals die criminele achtergrond van Daniel en een auto-ongeluk dat zijn parochie een hoop emotionele littekens heeft bezorgd. Allemaal gegronde keuzes die het verhaal flink aanstuwen.
Niets in deze film is echter zo geïnspireerd als de casting van Bartosz Bielenia in de rol van jonge neppriester. Zodra hij tijdens zijn eerste eigen kerkdienst een imitatie doet van de aalmoezenier die het geloof in hem aanwakkerde, val je net zo hard voor zijn charmes als zijn parochieleden. Dat je weet dat hij niet gewijd is doet er niet meer toe. Het voedt de vraag of het priesterschap wel iets is wat je moet verwerven, of dat het simpelweg iets is wat je doet. Daniel is onconventioneel, maar oprecht en bezield. En dat is misschien precies wat zijn dorp nodig heeft.
Niemand in de omgeving twijfelt aan de oprechtheid van Daniel. Ook niet wanneer hij een sjekkie rookt en aan zijn brommertje sleutelt, of met zijn enorme swag in habijt door de straten banjert. En net dat maakt de film zo interessant: wat heb je nodig om te geloven dat iemand is wie hij zegt te zijn? Alleen maar zijn woord. Natuurlijk is er geen film zonder complicaties die deze nieuwe status quo bedreigen: Daniel krijgt het eerst aan de stok met de burgemeester, daarna met de nabestaanden van het ongeluk. En er duikt een oude bekende op bij de meubelfabriek.
Maar het is vooral heerlijk hoe Corpus Christi speelt met moraliteit, en hoe je geneigd bent om een hoofdpersoon aan te moedigen die een compleet dorp voorliegt. Dit is een verhaal dat van begin tot eind schuurt, waar criminelen de sympathiekste keuzes kunnen maken en juist gewone mensen zich van hun slechtste kant laten zien. Als iemand in deze film al misschien een moreel ijkpunt lijkt, krijgt ook die een zetje om te laten zien hoe hij onder druk reageert. Dit is zo'n film die maskers van zijn personages aftrekt, soms met fluwelen handschoenen en soms met grijpgrage klauwen.
Bovendien is de film stijlvaster dan je zou verwachten. De morele vraagstukken vliegen je om de oren, in koele groenblauwe tinten. Uiteindelijk mag je vooral bevragen wat je er zelf van vindt dat het verhaal zo is gelopen. Regisseur Komasa houdt zich in elk geval lekker ver van een definitief oordeel. Corpus Christi laat zijn personages gewoonweg mensen zijn, met zowel goede als slechte kanten. En dat is wel zo lekker.