Films over de Tweede Wereldoorlog en het fascisme richten zich vaak op Duitsland. Over het fascisme in Nederland weten we maar weinig, of willen we er liever niet te veel over weten? Regisseur Luuk Bouwman neemt in zijn documentaire Allen Tegen Allen de fascistische beweging, of beter gezegd, bewegingen, die in Nederland bestaan hebben onder de loep, zonder ergens zelf een oordeel over te vellen.
In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw wint het fascisme terrein in Europa, onder andere in Italië onder het bewind van Benito Mussolini en in Duitsland onder leiding van Adolf Hitler. Deze gegevens zullen de meeste Nederlanders niet ontgaan zijn: dit leer je op de basisschool al. Dat ook in Nederland het fascisme terrein won, nog voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zal voor veel mensen een verrassing zijn. Voor Bouwman een reden om hier een documentaire over te maken, waarin hij probeert het enorme netwerk van kleine nationaalsocialistische bewegingen die in Nederland ontstonden uit te pluizen. Zo had je bijvoorbeeld 'Verbond van Actualisten', Verbond van Nationalisten' en 'De Bezem', een naam die verwijst naar het schoonvegen van het land.
Een netwerk dat in een stamboom weergegeven werd, zoals één van de historici in Bouwmans onderzoek laat zien. Allen Tegen Allen belicht een groot aantal sleutelfiguren in de Nederlandse variant van het fascisme, zoals Jan Baars, Wouter Lutskie en Anton Mussert. Mensen die zichzelf beschouwden als leiders van het volk, maar soms eigenlijk niet eens wisten wat ze nu precies predikten. Toch hadden deze grote ego's volgers, soms slechts een handjevol, maar anderen hadden een flinke achterban. Het valt amper te rijmen.
Naast historici sprak Bouwman ook met filosofen, schrijvers, familieleden van zogenaamde leiders en een fanatieke verzamelaar van spullen van nationaalsocialistische partijen, die trots zijn collectie toont. De interviews worden afgewisseld met archiefbeelden. Foto's van partijbijeenkomsten worden begeleid door audiofragmenten die laten horen wat partijleiders zoal te vertellen hadden tijdens zulke bijeenkomsten. Ook filmfragmenten van interviews met volksleiders komen voorbij. Allemaal weten ze wat het beste voor Nederland is, maar geen van hen werd daadwerkelijk de grote leider van het Nederlandse volk.
Het is de regisseur te prijzen dat hij zo uitvoerig onderzoek heeft gedaan, maar in Allen Tegen Allen komen zoveel verschillende mensen aan het woord, worden zoveel namen genoemd en krijg je via interviews, quotes, beeld en de voice-over zoveel gedetailleerde informatie tot je, dat het je halverwege begint te duizelen. Tussendoor lijkt hij ook te willen zeggen dat het fascisme ook vandaag te dag nog in ons land, onder ons volk leeft, door beelden van het hedendaagse Nederlandse landschap te tonen. Een uitstapje naar fascistische bewegingen in het buitenland biedt weliswaar meer context, maar had ook achterwege gelaten kunnen worden. Desalniettemin is Allen Tegen Allen een interessant document over een onderbelicht onderwerp.